BuG 127 - Bericht uit het Gewisse 21-05-2010  Printversie (12p)

Aantal verpleegstudenten 2009/2010, alle records gebroken

1ste jaars Gedipl. verpleegst.: +354 (+17,5%) en Bachelors: +388 (+12,7%).

1ste jaars bereiken recordhoogte van 5.815 of 7,8% tav aantal 18-jarigen
Nog nooit  zoveel verpleegstudenten en laatstejaars verpleegkunde als nu:
13.158 totaal verpleegstudenten (+9,7%) waarvan 3.316 laatstejaars.
Verdwijnen de verpleegkundigen in het zwart gat van de overkwalifcatie?
Dus just-in-job kwalificatie van verpleegkundigen, verzorgend en logistiek?

Ter Zake focust op marginaal fenomeen: headhunting van verpleegsters
Op 10 jaar tijd is het aantal Roemenen in België verviervoudigd tot 21.451,
een reserve om met andere allochtonen verpleegstudies aan te vatten?
Een update onderzoek taakinhoud en taakuitoefening Tijd voor Zorg?

Basisgegevens Verpleegstudenten Vlaanderen 1980-2010

Documentatie:

Promotiefolder van  Moving People, headhunter bureau verpleegkundigen in het buitenland, actief bij Ter Zake
Promotiefolder line2europe, headhunter bureau verpleegkundigen in het buitenland
Geen zorgen om zorgwerkers, ppt (100 slides) met uitgebreide analyse - Zorgsymposium 2009
Barema's gediplomeerd, bachelorverpleegkundigen e.a. index 01-09-2008  (VSPO-brochures)
Zorgnet Vlaanderen: Prioriteiten Sociaal akkoord 2011-2016 met link naar reactie BBTK

1. Update van studentenaantallen verpleegkunde Vlaanderen van 1980 tot 2010

1.1. Voor het vierde jaar op rij: hoogste instroom ooit zowel absoluut als in %
 
Het is nu zeker, de instroom naar het verpleegkundig beroep is een zich doorzettende en alsmaar sterker wordende trend. Het historisch hoogste aantal van 1980 is overstegen en de aantrek van 1ste jaars verpleegkundigen in % tav de 18 jarigen is gestegen van 4,8% in 2000 naar 7,8% in 2010.
 


 


In vergelijking met 2008/2009 is het aantal 1ste jaars gestegen met 354 tot 2.378, stijging met 17,5 % voor gediplomeerde verpleegstudenten en met  388 tot 3.437, stijging met 12,7% voor bachelor verpleegkunde/vroedkunde. In totaal stijgt het aantal 1st jaars dus met 742 kandidaten tot 5.815, een absoluut rekord tav van de vorige historische piek van 5.332 in 1981/1982, nooit eerder in de geschiedenis van de verpleegkunde studies zijn zoveel personen het eerste jaar gestart als in 2009/2010.

In % van de 18-jarigen wordt duidelijk dat niet alleen het aantal maar ook de aantrek, berekend als % tav de referentiegroep 18 sterk gestegen is; Uiteraard worden hier de 1stjaar vanuit VDAB en project 600 meegerekend. Het is ook een aantrek die op latere leeftijd effectief wordt en nog heel wat reserves inhoudt.

Verpleegstudenten A1 en A2 Vlaamse gemeenschap 1980-2010
  Eerstejaars Totaal
  Gediplo-meerd (A2) Bachelor (A1) Totaal Gediplo-meerd (A2) Bachelor (A1) Totaal
80/81  2.336 2.545 4.881 5.622 6.238 11.860
81/82  2.542 2.790 5.332 6.074 6.545 12.619
82/83  2.470 2.602 5.072 6.128 6.445 12.573
83/84  2.390 2.468 4.858 6.172 6.339 12.511
84/85  2.183 2.264 4.447 5.652 6.030 11.682
85/86  1.983 2.141 4.124 5.218 5.679 10.897
86/87 1.628 2.061 3.689 4.666 5.343 10.009
87/88  1.625 2.248 3.873 4.390 5.468 9.858
88/89  1.434 2.321 3.755 4.045 5.658 9.703
89/90  1.348 1.885 3.233 3.783 5.336 9.119
90/91  1.199 1.790 2.989 3.275 5.092 8.367
91/92  1.238 1.959 3.197 3.066 4.956 8.022
92/93  1.340 1.950 3.290 3.187 4.981 8.168
93/94  1.528 2.253 3.781 3.562 5.527 9.089
94/95  1.677 2.372 4.049 3.910 5.791 9.701
95/96 1.491 2.425 3.916 3.888 6.048 9.936
96/97 1.709 2.596 4.305 4.054 6.231 10.285
97/98 1.678 2.661 4.339 4.106 6.092 10.198
98/99 1.532 2.614 4.146 4.075 6.062 10.137
99/00 1.400 2.138 3.538 3.725 5.497 9.222
00/01 1.630 2.009 3.639 3.932 5.135 9.067
01/02 1.597 1.986 3.583 4.016 4.666 8.682
02/03 1.605 2.170 3.775 4.204 4.984 9.188
03/04 1.794 2.325 4.119 4.328 5.135 9.463
04/05 1.640 2.243 3.883 4.343 5.689 10.032
05/06 1.577 2.263 3.840 4.247 5.739 9.986
06/07 1.791 2.601 4.392 4.402 6.108 10.510
07/08 1.777 2.616 4.393 4.414 6.400 10.814
08/09 2.024 3.049 5.073 4.880 7.110 11.990
09/10 2.378 3.437 5.815 5.314 7.844 13.158
Ev. 09-10 354 388 742 434 734 1.168
Ev% 09-10 17,5% 12,7% 14,6% 8,9% 10,3% 9,7%

 
Na het dieptepunt in 2005/2006 is er gedurende 4 opeenvolgende jaren een stijging geweest van het aantal 1ste jaarsstudenten maar met een duidelijke acceleratie in de twee laatste schooljaren. Er is maar een 'trend' als deze twee jaar aanhoudt. Door deze stijging verhoogt het globaal aantal verpleegstudenten tot 13.158, ook al een absoluut record in de geschiedenis van het verpleegkundige beroep, een vermeerdering met 1.168 studenten in vergelijking met vorig jaar of een stijging met 9.7%.

Doordat 2007/2008 eerder een 'kwakkeljaar was vertaalt zich dat  niet in een stijging van het aantal afgestudeerden dit jaar. Dat zal met 3.316 op praktisch hetzelfde niveau blijven als vorig jaar, nl 3.360, een lichte daling met 1,3%. Maar voor 2011 en 2012 zal de sterk verhoogde instroom van de laatste 2 jaar leiden toch een sterke groei van het aantal afgestudeerden de komende twee jaar. Op het resultaat, dwz het op de arbeidsmarkt komen van een verhoogde instroom in verpleegkundestudies is het altijd drie jaar wachten.

Deze groei is mede afhankelijk van de forse inspanningen van de VDAB om werklozen naar het verpleegkundig beroep toe te leiden en de sociale partners die langs het project 600 werknemers in de gelegenheid stellen om met behoud van wedde een kwalificatieverhoging naar verpleegkundige te realiseren. Ook voor 2010/2011 wordt dit project verder gezet. De inschrijvingen worden in mei 2010 afgesloten. Maar toch blijft de instroom van 18 jarigen, de eerste generatiestudenten van cruciaal belang. Voor de Bachelor verpleegstudenten kunnen we dit nagaan.

1.2 1ste generatiestudenten bachelors verpleegkunde, evolutie 2007-2010

Het betreft de ‘1ste inschrijving’ in Bachelor Verpleeg/Vroedkunde, in feite de ‘generatiestudenten’ waarbij 1ste inschrijving praktisch samenvalt met ‘student’ omdat binnen verpleegkundige meestal geen ‘meerdere inschrijvingen’ van 1ste jaars voorkomen.
  

1ste inschrijving (*)bachelor verpleeg- en vroedkunde 2009-2010

 

 

Totaal

M

V

% vrouw

 

2003-2004

1.494

220

1.274

85,3%

 

2004-2005

1.477

221

1.256

85,0%

 

2005-2006

1.805

237

1.568

86,9%

 

2006-2007

1.976

281

1.695

85,8%

 

2007-2008

2061

282

1.779

86,3%

 

2008-2009

2367

303

2.064

87,2%

 

2009-2010

2371

324

2.047

86,3%

 

* het betreft het aantal inschrijvingen en niet meer het aantal studenten.

 
D
eze 1ste inschrijvingen kunnen gezet worden langs het (berekend) aantal 1ste jaars uit de Jaaroverzichten 1980-2010 en % 1ste inschrijving op aantal 1ste jaars:
 

1ste inschrijving/1ste jaars verpl./vroedk.2009-2010

 

1ste inschr.

1ste jaars

% 1e inschr.

2005-2006

1.805

2.263

79,8%

2006-2007

1.976

2.601

76,0%

2007-2008

2.061

2.616

78,8%

2008-2009

2.367

3.049

77,6%

2009-2010

2.371

            3.437

              69,0%

 
Hieruit blijkt dat vooraal
het aantal zij-inschrijvers en niet-generatiestudenten, dwz die later de studies aanvatten of reeds andere studies gedaan/geprobeerd hebben, in 2010 in verhoogd aantal aanwezig zijn, ondermeer vanuit de VDAB en project 600 dat terug gestart is. De financiële en economische crisis heeft allicht ook meer personen naar verleegstudies georiënteerd. Ook al is er een belangrijke groei geweest van 1ste generatiestudenten na 2005, de stabilisatie in 2009/2010 wijst er dat er blijvend inspanningen moeten geleverd om laatste jaars studenten, zeker ook de ASO-humaniorastudenten, naar het verpleegkundig beroep te richten. De inrichting van een masteropleiding verpleegkundige met rechtstreekse toegang na het humanioria kan hier een belangrijke rol en aanvulling betekenen voor het huidige opleidingsaanbod.

1.3. Gebrevetteerde en gediplomeerde verpleegkundigen (de 'A2''s), een onuitwisbare factor in verpleegkundige zorg

Het % studenten gebrevetteerd/gediplomeerd verpleegstudenten op het totaal aantal verspleegstudenten zakt op 30 jaar tijd nooit onder de 40%. Vertokken van 50% in 1983 en een progressieve daling naar 40% in 1991 is er een wezenlijke piek in 2001 wanneer de A1 zichzelf destabiliseerde door de Gediplomeerde verpleegkunde als toegang tot het verpleegkundig beroep op te doeken. De 'A1' zijn gered door de'A2' op het ogenblik dat deze voor de bijl moesten, deironie die sterker was dan de werkelijkheid.
 

 

 
1.4. Huidige groei is mede afhankelijk van een gunstige leeftijdsevolutie 18 jarigen die nog tot 2012 doorloopt.

Op twee manieren kan het belang van de cohortes van 18-jarigen gevisualiseerd worden. Eerst door ze lineair in beeld te breng; zowel voor het Vlaams gewest als het Brussels gewest. Tot 1995 was er de stijle val van het aantal 18 jarigen met daarna enkele fluctualties met pieken in 1999 en 2011. Vanaf 2011/2012 moet rekening gehouden worden met een daling van het aantal 18-jarigen gedurende een drietal jaar om dan te stabiliseren. Brussel is sinds 2005 aan een langzame en voortdurende remonte begonnen, die allicht nog kan onderschat zijn en waaruit ook de Vlaamse gemeenschap kan putten.
 


In een langer tijdsperspectief tot 2050, voortgaande op de recente bevolkingsprojecties, wordt duidelijk dat de huidge groei vabn verpleegkundestudenten mee geconditioneerd is door een piek buij de 18-jarigen die eerst sterk en daarna progressief zal afnemen met een dieptepunt in 2025. Vooral door interne immigratie vanuit het Brusselse gewest zal er na 2025 een stijging zijn van 18-jarigen, Brussel gewest dat mee de vermindering na 2037 kan opvangen. Dat klinkt onwezenlijk maar geen planning van wat dan ook zonder demografie, geboorte- en migratiesaldo's.
 
2. Vraag en aanbod verpleegkundigen, een perpetuum mobile

2.1.. Het leerrijkste plaatje: de strijd om de verpleegstudent

 
De eigen dynamiek van de aantrek van het verpleegkundeonderwijs in de Vlaamse gemeenschap wordt pas echt duidelijk wanneer de index van de bevolkingsevolutie en de evolutie van aantallen verpleegstudenten naast elkaar gesteld worden. 1981 wordt gelijkgesteld aan indeks 100 zodat de evoluties klaar in beeld komen. De impact van campagnes of beleid dat m.b.t. verpleegstudies gevoerd worden op een tijdslijn duidelijk alsmede de mate waarin, bijkomend aan de bevolkingsevolutie, nieuwe segmenten zijn aangeboord of de studentenaantallen onder druk kwamen.



De kronkelige weg van het aantal 1ste-jaars verpleegkunde laat dus toe enige evaluatie te maken van het gevolgde beleid of wat het beleid beïnvloed heeft.

In 1990 verplichte de systematisch daling van de aantrek van verpleegstudies, de Witte woede en de noorzaak tot optrekking van de normering tot een fikse verhoging van het aantal verpleegstudenten. De inspanning van Busquin van die tijd en van de VDAB en Sociaal Fonds voor de Privé-ziekenhuiizen heeft effectief tot resultaten geleid zodat terug kon aangesloten worden met een aantal 1ste jaarsstudenten gelijklopend met het aandeel van 1981. De aantrek was in 1995 hersteld en werd zelfs uitgebouwd tot een maximaal instroom in 1997 om vanaf 1999 drastisch terug te vallen, het eerste jaar van het 'Paars-Groen' beleid in de gezondheidssector. Het was in die periode dat de verpleegkundelobbys dachten geslaagd te zijn in de annulatie van Gebrevetteerd verpleegkundige als toegang tot het verpleegkundig beroep. Na jarenlang gelobby was het Groene kabinet zover gebracht om slechts 1 toegang tot het verpleegkundig beroep te behouden, de A1-verpleegkundige. De 'verpleeghulp' was toen het surrogaat voor de gebrevetteerd verpleegkundige. Het resultaat was een ineenstorting van het aantal verpleegstudenten, niet in het minst bij de A1-verpleegkundigen zelf zoals duidelijk te zien is op de grafieken bovenaan. In de onderhandelingen van het sectoraal akkoord 2000 werd de alarmerende toestand evenwel ontmijnd door een 5-tal structurele maatregelen:

1. De zogezegde 'beslissing' van de Nationale Hoge Raad voor Verpleegkunde om de toegangsweg tot het verpleegkundig beroep voor gebrevetteerd verpleegkundig te annuleren werd door tussenkomst van Walter Cornelis, LBC-NVK nationale  vrijgestelde geannuleerd.
2. Samen met de toenmalige kabinetschef van Vandenbroucke op Sociale ZakenPaul Verhaevert werd in het Sectoraal akkoord 2000-2005 het project 600 tot stand gebracht dat honderden verzorgenden en ander personeel in de gelegeheid met behoud van wedde verpleegkundestudies aan te vatten, dit proejct is nog altijd actief.
3. De mogelijkheid werd geboden voor 'A2' verpleegkundigen om langs Brugprojecten de kwalificatie 'A1' verpleegkundige te bereiken.
4. Harmonisering van lonen en wedden waardoor alle personeel, verpleegkundigen inbegrepen in elke deelsector van de gezondheidszorg aan dezelfde voorwaarden en verdiensten konden werken zodat een onbeperkte mobiliteit zonder wedde of anciënniteitverlies mogelijk werd. Te noteren is dat de ziekenhuizen toen voor 5 jaar afzagen van loonsverhoging om de weddeverhoging in de andere sectoren, waaronder de bejaardenhomes, te kunnen financieren.
5. Tot stand komen van een regeling waarbij oudere werknemers bijkomende verlofdagen kregen, 12 op 45 jaar, 24 op 50 jaar en 36 op 55 jaar. Door deze regeling kregen de verpleegkundigen en in 2005 ook de andere personeelsleden een perspectief op draaglijk langer werken.
 
Door al deze factoren samen werd een belangrijke herneming bekomen van de 1ste jaar verpleegstudenten die zich tot vandaag alsmaar sterker doorzet, even onderbroken zo blijkt, in 2004 door een nieuwe en ook toen weer afgeweerde destabilisering en in van de gediplomeerd en gebrevetteerd verpleegkunde als toegang tot het verpleegkundig beroep. De 'zorgkunde' is een restant van deze zoveelste poging, die er  evenwel toe geleid heeft om de autonomie van zorgtoelevering van de verzorgenden, zoals omschreven in het Beroepsprofiel verzorgenden, aan te tasten en onder verpleegkundige voogdij te stellen. De laatste poging in 2008/2009 onder Minister Onkelinx om het hoger beroepsonderwijs als niet conform aan de Europese regelgeving te beschouwen en dus als toegang tot het verpleegkundige te annuleren liep voorlopig op een sisser uit. Een definitieve pacificatie van deze 'zusterstrijd' is dus nog altijd niet in zicht. Misschien iets voor de volgende minister?

2.2. Stijging 1ste jaarsstudenten verpleegkunde, mee bepaald door piek bij 18-jarigen in de bevolking

Wanneer de indexen 18-jarigenen 1stejaars in een langer termijnperspectief tot 2020 gtoond worden ziet men de pas de echte trendbreuk die door een goed statuut, eindeloopbaanperspectief, pacificatie in de toegang tot het beroep, de inspanningen van VDAB en project 600 en het verzorgen van de terechte uitstraling van het beroep tegen het voortdurend naar beneden halen van het beroep en de verworvenheden uit het verleden door de 'tekort'-lobbys die daarmee specifieke, enkel op de verpleegkundige gericht en daarom ook corporatistische voordelen willen  bewerkstelligen.
 

  
Zaak is om de huidige instroom in het verpleegkundig beroep te handhaven en de periode van terugval van het aantal 18-jarigen te overbruggen. Nu de klok luiden dat er geen interesse meer is voor het beroep, dat het slecht betaald is, dat de verpleegkundigen massaal het beroep verlaten, dat de plaatselijke en tijdelijke tekorten niet kunnen ondervangen worden, dat massaal in het buitenland moet gerekruteerd worden enz... is een koor dat enkel de destabilisatie van het beroep, corporatistische voordelen en grotere inbreng van commerciële markt in het beroep en de gezondheidssector beogen of gaan teweegbrengen.
 
2.3. Of verdwijnen de verpleegkundigen in een groot zwart gat, of gaan zij naar de maan?
 
Groeit de behoefte aan verpleegkundige en specifieke verpleegkundige zorg zo sterk dat zelfs de hoogste quota afgestudeerden daar niet aan kunnen tegemoetkomen? Als we jozef Pacolet mogen geloven is daar geen enkele reden voor. De zelfzorg en de vermindering op termijn van de zorgbehoeften per individue (globaal is er uiteraard een stijging door het toenemen van het aantal) zouden op termijn  eerder kunnen kunnen leiden tot een overaanbod dan tot een structureel tekort: “Ingeval van lage aanbodscenario’s zijn er amper genoeg verpleegkundigen, hoge aanbodscenario’s zouden de instroom op een niveau tillen dat het dubbele is van de instroom die nodig is" zo stelde Jozef Pacolet nog in een studie van 2006. Zaak is dat momenteel het aanbod van verpleegkundigen hoger ligt dan het hoogste scenario waar Jozef Pacolet van uitging zoals blijkt uit de update van bijgaande slide uit ppt Zorgsymposium
 


In feite ligt het aanbod verpleegkundigen nu al dubbel zo hoog als het verschil tussen het hoogste en het laag scenario in Pacolets studie. Ofwel moet Professor Pacolet eindelijk eens in de gelegenheid gesteld worden om voor alle gezondheids- en welzijnsberoepen een update maken zoals hij in 2000 en 205 heeft mogen doen, en 2010 zou een mooi referentiejaar zijn, maar dan moeten daar , zoals in het verleden, de nodige financiële middelen voor vrijgemaakt worden.
 
2.4. 2.000 frictiewerkloosheid op 140.000  verpleegkundigen: elke sector zou er voor tekenen
 
Medical Expres, een commerciele interimorganisatie heeft volgens Belga op de dag van de Verpleegkunde 2.000 vacatures verpleegkunde geteld bij VDAB,Actiris en Forem samen. De sector omvat 140.000 verpleegkundigen waarvan er volgens hen 105.000 werken hetgeen betekent dat er op zich al een reserve is van 35.000 verpleegkundigen. Voortgaande op 2.000 vacatures is er een frictie-werkloosheid van 2%., een hoogst normaal gegeven waar elke andere sector voor wil tekenen. Want als er op 100 werknemers een mobiliteit is van een werkplek naar een andere van 2 werknemers, dan is dit een erg lage mobiliteit.  De ene gaat en de andere komt en daar ligt altijd een zekere tijd tussen. Dat is wat anders dan een 'tekort' maar van 'nog niet vinden'. Voor specifieke functies of omwille van  lokale omstandigheden of bij uitbreiding duurt deze werking van de arbeidsmarkt wat langer maken. Of men zou beroep kunnen doen op de 'interim'markt, altijd een graadmeter voor een echt tekort. Maar Medical Express weet maar al te goed dat zij een uiterst marginale factor zijn in de vraag en aanbod frictie in de gezondheidszorg en voor verpleegkundigen. Zij zijn  evenwel de eerstenom van een tekort te spreken met als doel zich als commerciële instantie op de ziekenhuismarkt in te werken, want dat lukt maar niet.

2.5. Uitzendarbeid bedraagt hooguit 0,45% of 1 uitzendkracht per 222 werknemers in de ziekenhuizen

In de sociale balansen die de ziekenhuizen als VZW of publieke sector al sinds jaar en dag elk jaar aan de Nationale Bank moeten bezorgen kan klaar en duidelijk geteld worden wat de omvang is van de uitzendarbeid. Hierin zijn dus ook inbegrepen de enkele tewerkgestelden van de 'opbrengst' van de commerciële headhunters verpleegkundigen in het buitenland.

Ziekenhuizen met uitzendkrachen, aantal en % 2005-2008 (Bron Nat. Bank)( *)(**)
  2005 2006 2007 2008
Aantal ziekenhuizen 153 154 107 128
Aantal met Uitzendkrachten 74 86 56 76
Aantal werknemers 128.549 133.562 97.520 144.349
Aantal uitzendkrachten 570 532 371 651
% ziekenhuizen met uiizendkrachten 48% 56% 52% 59%
% uitzendkr. op totaal werknemers 0,44% 0,40% 0,38% 0,45%
Gem. per ziekenhuis met Uitz.Werkn. 8 6 7 9
(*)Verschillen in aantal werknemers per jaar hangen mede af van het al of niet invullen
en tijddig doorgeven van de sociale balansen door de zienkenhuizen.  
(**)Vanaf 2007 is er specifieke plicht voor VZW's en dat heeft voor vertraging gezorgd.

 
2.6. Zorgnet wil afbraak  eindeloopbaanregeling verpleegkundigen en andere werknemers

En wat te zeggen van Zorgnet Vlaanderen dat een afbraakcampagne is begonnen van de regeling van minder werken bij oudere leeftijd. Vooral voor de 55 jarigen geven de 36 verlofdagen bijkomend aan de 24 wettelijke verlofdagen een draagvlak om langer te werken. Als men nagaat hoeveel van de 50-54 jarigen in de Non-Profitsectoren in 2003 er nog geteld worden als 55-59 jarigen in 2008, vijf jaar later dan wordt maar een uitval van 7% vastgesteld waar deze in het algemeen 21% bedraagt, 41,4% in de industrie, 20,1% bij de banken en 17,6% in de openbare dienst. Een duidelijk en sprekend bewijs dat in de Non-profit sector de uitval en stoppen met werk 3 maal lager ligt dan in de andere sectoren.

 
Voor wie op zoek is naar regelingen om het langer werken eindelijk ook in de praktijk mogelijk te maken kan eens kijken naar de Gezondheidszorg en de werkvoorwaarden van de verpleegkundigen. Men zou zelfs kunnen nadenken om de pensioenbonus die nu als een wortel na 65 gehangen wordt en geen tewerkstelling creëert, om te zetten in bijkomende verlofdagen op 60 en 62 jaar, zodat voor hetzelfde geld, het werken werkbaarder blijft en met het budget nieuwe vervangende tewerkstelling gecreëerd wordt. Met 'terugverdieneffectien' wordt dit zelfs een budgetneutrale operatie. Maar neen, Zorgnet Vlaanderen wil een excellente regeling op de helling zetten en de verpleegkundigen en ander personeel opnieuw langer laten werken en alle verlofdagen die zij normaal zouden bij gekregen hebben ineens laten opnemen voor zij met pensioen gaan, als tegengewicht voor het wegvallen of verschuiven van het brugpensioen. Een pervers voorstel dat hen buiten elke discussie plaatst. Zie ook andere opmerkingen over de prioriteitennota van de werkgevers op De Wereld Morgen.

2.7. Ter Zake van 18-19/05/2010 op (be)zoek in Roemenië

In het kader van deze BuG is het niet de bedoeling ten gronde in te gaan op de vraag en aanbod situatie van het verpleegkundig beroep of de werkwijze, doel en contractvoorwaarden van de headhunteters van verpleegkundigen. In de documentatie hierboven publiceren we de promotiefolder van twee bureaus waaronder Moving People. In de Ter Zake-, of moeten we zeggen Moving-People-reportage van 17-05-2010 zagen we de directeur van De Mick, een specifiek 'ziekenhuis' voor revalidatie van geriatrische patiënten samen een reporter van Ter Zake enkele selectiegesprekken afwerken van Roemeense vrouwen die rijkhalzend uitkeken om naar België te emigreren, wie kan hen ongelijk geven. Onze reactie is terug te vinden op het Ter Zakeforum. Goed is te weten dat emigratie naar België door Roemenen de laatste 10 jaar verviervoudigd is tot 21.345 inwoners van Roemeens afkomst op 01/01/2008. Binnen deze geimmigreerde Roemenen is allicht nog een groot potentieel voor potentiële verpleegkundigen, evengoed als bij andere nationaliteiten. De tweede reportage op 18-05-210, het waarom van de emigratie ,was daarbij een excellente evocatie van de situatie van waaruit de wil tot emigratie groeit. In de reacties van collega's werd evenwel geen enkele kritische opmerking gegeven terwijl die er blijkbaar,toch zijn.

Het loont de moeite de Moving People brochure (zie documentatie) eens door te nemen: vervang uw verpleegkundigen met 10 jaar anciënniteit door buitenlandse verpleegkundigen die door ons gerekruteerd zijn, houdt ze twee jaar in dienst tegen een forfaitaire door moving people aangerekend kost (equivalent van een half jaar wedde verpleegkundige, zoals de Directeur van De Mick wist te melden) en na 2 twee jaar verdien je deze kost terug doordat je de volgende 8 jaar minder anciënniteit moet betalen. In feite maken zij promotie voor vervangen van bestaand personeel door buitenlanders  in plaats van wat aan het 'tekort' te doen. Want één zaak is zeker, alle CAO voorwaarden, wat betaling betreft dienen voor alle buitenlandse werknemers nagekomen. Deze strikte voorwaarde heeft het enthousiasme zowel bij de headhunters als bij de werkgevers al ten zeerste bekoeld. Deze tewerkstellingsinjectie door commerciële firma's kan resulteren in een verhelderende of ontluisterende Ter Zake aflevering die binnen de gehanteerde journalistieke code de investering waar dzal zijn, het betreft een uiterst marginaal deel van de verpleegkundige arbeidsmarkt dat structureel geen enkele meerwaarde heeft en die door de 'spontane' migratie ngehaald is of zal worden.

2.8. Aantal tewerkgestelde Roemeense en andere buitenlandse verpleegkundigen: minder dan 100?

Er is, door het ontbreken van een betrouwbaar 'kadaster' van verpleegkundigen geen zicht op het aantal verpleegkundigen dat, al of niet gehunt door speciale bureaus, het land binnenkomt of weer buitengaat, noch over het aantal dat effectief aan de slag gaat of blijft. In een contact met het NVKVV konden we opmaken dat moet men er rekening mee houden dat het aantal gehunte buitenlandse verpleegkundigen dat aan de slag (gebleven) is minder dan honderd bedraagt op 105.000 tewerkgestelde verpleegkundigen (als we het cijfer van Medical Expres overnemen), of minder dan 1 op 1.000 verpleegkundigen.
 
2.9. Verdwijnen verpleegkundigen in het zwarte gat van de overkwalifcatie?
 
Zou het kunnen dat meer en meer verpleegkundigen verdwijnen in functies die ook door andere zorgberoepen en logistieke assistenten werden uitgeoefend, dwz dat in een tekort mede tot stand komt door een alsmaar voortschrijdende overkwalifatie van zorg- en logistieke beroepen. Het voordeel voor de werkgever is een lagere betaling voor hoger gekwalifcieerd werk, of een hogere kwalificatie voor een lager gekwalificeerde functie aan dezelfde betaling. Een just in jobkwalificatie en een doorschuiven van deelfuncties naar specifieke zorgberoepen en logistieke ondersteuning kan ook op het lokale vlak veel druk wegnemen in de zoektocht naar verpleegkundigen. Maar neen, in het kader van hun aanval op de Gediplomeerd verpleegkundigen werd door een vorig kabinet de 'zorgkundige' gecreëerd waarbij de autonomie van een pas opgemaakt beroepsprofiel verzorgende werd ondergraven en onder de 'voogdij' van de verpleegkundige gesteld. Deze hybride functie brengt niets bij aan kunde, aan betaling maar wel aan werk voor de verpleegkundige die nu op de 'zorgkundigen' moeten 'toezien'. Een surrogaat verantwoordelijkheid die allicht ook inefficiënte taakuitoefening en destabilisatie van verzorgenden meebrengt.
 
3. Herdefiniëring van functies en just-in-jobkwalificatie
 
Zou een herprofilering van functies en kwalificaties ook een groter draagvlak creëren om uit de werkloosheid en de migratie lager geschoolden te recruteren en op te leiden voor specifieke ondersteunende functie zoals logistiek assistenten in ziekenhuizen, onthaal en diversiteitsassistenten, uitbouw van stuwards- en bewakingsfuncties venz. De vakbonden zijn, zoals in het verleden, best geplaatst om deze herprofilering en herdefiniëring van functies te concipiëren en mee door te voeren, omdat bij de andere partijen, corporatisme, eigen- of organisatorisch belang nog al eens doorwegen. En men kan er best actief over waken dat hoger gekwalificeerden  niet in onderliggend functies worden tewerkgesteld en ook maar de wedde krijgen verbonden aan deze functie. Hoeveel verzorgenden, die normaal recht hebben op barema 1.35, zijn niet tewerkgesteld (gedegradeerd) tot logistiek assistent om hen maar het barema 1.26 te hoeven betalen terwijl zij toch nog als verzorgende kunnen ingeschakeld worden (zie Barema's alle functies in de gezondheidszorg, PK 330).

In 2000 is onderzocht welke taken personeel in een zorgafdeling in ziekenhuizen en rusthuizen in een 24h op 24 setting uitvoerden en welke de omkadering was van verplegenden, verzorgenden en logistieke assistentie. Het resultaat van de taakinhouden van verpleegkundigen was enigszins onthutsend en ook wel ontluisterend. Niets wijst er op dat deze taakomschrijving de dag van vandaag anders zou liggen, integendeel. De grafieken behoeven geen commentaar.

    

 

 
 

En wordt het ook hier geen tijd om dit onderzoek Tijd voor Zorg naar de taakinhoud en taakuitoefening door de verschillende personeelcategorieën na 10 jaar eens te updaten. Een opvolgingsonderzoek is altijd goedkoper omdat de methode, vragenlijsten en zelfs selectie van zorginstellingen grosso mode analoog blijven. Wie maakt eens een budget van, zeg maar 200.000€ vrij om dit essentieel gegeven opnieuw boven te spitten en de pertuum mobile van de vraag en aanbod discussie te stoppen?
 

Jan Hertogen, socioloog