Update 07/01/09: Mail-correspondentie Federgon - npdata

Npdata - Persmededeling - 07-01-2009  Printversie

Federgon's '90.000' gebaseerd op RVA-telling die niet bestaat.

Geen 90.000 banen maar
65.920 aan 0,6 jobtime voor 5,3 miljoen cheques.
Er bestaat geen RVA-telling van 119.000 dienstencheques-werknemers.
Voor de RVA-telling 2008 moet de Minister zelfs nog haar akkoord geven.
Uitzendsector vertegenwoordigt nog geen 20% van dienstencheques-markt.
Uitzendkracht dienstencheques werkte in 2007 gemiddeld met 31,4 contracten.
Terugverdieneffect bij dienstencheques bedraagt geen 45% maar slechts 12%.
  
Waarom maakt Federgon iedereen en vooral zichzelf wat wijs?
Waarom werd haar statement niet gecheckt bij RVA of kabinet?

In de persmededeling van Federgon, zoals gepubliceerd door DS van 03/01/09 en overgenomen door Metro op 05/01/09 zouden er tot nu toe 90.000 banen gecreëerd zijn langs de dienstencheques, dwz dat er op 31/12/2008 90.000 mensen zouden tewerkgesteld zijn langs dienstencheques. Dit is een 'schatting' voortgaande op de 'telling'  door de RVA van de dienstencheques-werknemers in 2008. Volgens de RVA zouden er met name 119.000 dienstencheques-werknemers geteld zijn die, ook al is het maar voor kortstondig werk met dienstencheques betaald zijn.  In DS van 03/01/2007 en verwijzend naar Belga klinkt het zo: "In de vijf jaar dat het dienstencheque-systeem bestaat, heeft het zo'n 90.000 banen opgeleverd.  Het cijfer van 90.000 is een schatting: de RVA heeft het voorbije jaar zo'n 119.000 dienstencheque-werknemers geteld, maar daarbij gaat het vaak ook om mensen die maar kortstondig werk presteren dat met dienstencheques wordt betaald".

De verwijzing naar de RVA is zonder grond omdat er geen RVA-telling van werknemers voor 2008 is geweest. De RVA-verantwoordelijke voor de dienst statistiek, Mr. Vanderauwera, is formeel: "De RVA-telling gebeurt elk jaar in januari en voor 2008 moet deze rondvraag bij de werkgevers nog gebeuren. " Volgens de RVA statistische dienst  heeft Minister Milquet zelfs nog geen toezegging gegeven om de telling voor 2008 te doen van de dienstencheques-werknemers bij de werkgevers. "De RVA heeft dus niets te zien met alle berichten over 119.000 dienstenchequeswerknemers en 90.000 banen die zouden gecreerd zijn" aldus Mr. Vanderauwera.

In 2007 waren er 87.152 werknemers minstens enkele uren actief in het kader van de dienstencheques. Op 31/12/2007 werden er door de RVA 61.851dienstenchequeswerknemers geteld. waarvan 15.466 tewerkgesteld door interimbedrijven, dwz een aandeel bij de werknemers van 25%.  Voor meer informatie hierover zie evaluatierapport Idea-Consult en de bespreking in BuG 97. Gezien de jobtime in interimbedrijven gevoelig lager ligt dan in de andere onderneming is het aandeel van de interimsector in de dienstenchequesactiviteit  geen 20%, en dit aandeel van werknemers en uren is door de jaren heen dalend. De uitzendsector wordt meer en meer een marginaal fenomeen wat de dienstencheques betreft. Misschien dat daarom het blazoen (en de cijfers) moesten opgepoetst worden?

Volgens Federgon zou het aantal banen van 61.851 eind 2007 tot 90.000 eind 2008 gestegen zijn of een stijging met bijna  50%, hetgeen volledig uit de lucht gegrepen is gezien de stijging van het aantal gebruikte dienstencheques in 2008 gevoelig lager ligt. Eind januari zal npdata een eerste doorlichting geven van 2008 nadat de cijfers voor december 2008 gekend zijn.

Voortgaande op de door Federgon aangehaalde 5,3 miljoen dienstencheques-uren per maand kan er maximaal sprake zijn van 65.920 banen aan gemiddeld 0,6 jobtime. In de maand november 2008 werden 5,7 miljoen cheques ingediend (zie RVA-statistiek). Best is hierop voort te gaan om het aantal dienstencheques-banen eind 2008 te berekenen. Een voltijdse dienstenchequeswerknemers presteert 1.600 uren per jaar effectieve arbeid die aanleiding geeft tot betaling van een cheque. Dit komt overeen met de gemiddelde effectieve arbeidsprestatie van een werknemer in België (zonder feestdagen, klein verlet, verlof, ziekte enz.). Per maand is dat 1600/12=134 uren. 5,7 miljoen uren komen dan overeen met 5.700.000/134= 42.537 Voltijdse jobs. Berekend aan gemiddeld 0,6 jobtime per dienstencheques-werknemer, zoals terug te vinden is in het evaluatieverslag van Idea Consult 200, komt dat overeen met 70.895 banen op 30/11/2008.

Federgon dikt het  aantal door de dienstencheques gecreëerde banen aan van 71.000 naar 90.000 en beroept zich volledig onterecht op een niet bestaande RVA-telling om zich te legitimeren. Eén telefoontje naar de RVA had volstaan om af te zien van dit soort bedrieglijke informatie. Wat wel geweten is over de uitzendsector is de uiterst precaire situatie waarin zij haar werknemers tewerk stelt:gemiddeld 31,4 contracten in 2007 (28 in 2006), dwz dat de 28.005 werknemers die zij in 2007 onder contract hadden in totaal 880.732 arbeidscontracten werden voorgeschoteld. Zal men in 2008 het miljoen arbeidscontracten bereiken? Zon- en feestdagen, verlofdagen klein verlet, ziekte worden telkens langs contractonderbrekingen ontlopen. Dat zijn de echte tellingen van de RVA van werknemers én van de arbeidsomstandigheden in de uitzendsector. Deze toestand is volledig onwettelijk omdat na een half jaar tewerkstelling een vast contract moet aangeboden worden aan de werknemers. Méér aan de helft kreeg evenwel 31 en meer contracten aangeboden in 2007. 

Volgens Delfosse van Federgon zou er een terugverdieneffect van zo'n 40% tot 45% bedragen voor de 1,34 miljard € dienstenchequeskost. Deze zouden die volgens hem vooral bestaan in besparingen op uitkeringen en dergelijke (zie DS van 03/01/09). Dat is z'n wensen voor werkelijkheid nemen. Slechts 57% van de dienstencheques-uitgaven gaat naar de lonen van dienstencheques-werknemers (Financiële audit PricewaterhouseCoopers 2006, geschrapt voor 2007). De helft van de werknemers had voordien reeds betaald werk (Evaluatie Ideal Consult 2007). Langs sociale zekerheid, belastingen en minder uitkeringen wordt dus maximaal 12% van het dienstenchequesbudget 'terugverdiend'. Dat doet evenwel niets af van het feit dat de 'terugverdienberekening' een politiek en geen boekhoudkundige of budgettaire werkelijkheid is.

De 'staats'subsidies voor poets en strijk van de 'hardwerkende burgers' liggen daarmee een goed stuk hoger dan in geval van ziekte en handicap. Volgens OESO en het Itinera-instituut is de eigen bijdrage van de burger voor welzijn en gezondheid in België 28,7%, voor poets en strijk maar 21%.

Het is tot slot dus uitzien naar de beslissing van Minister Milquet om toelating te geven aan de RVA voor de jaarlijkse telling van dienstencheques-werknemers langs hun jaarlijkse enquête bij de dienstencheques-werkgevers. Het zijn nochtans deze gegevens waarop IDEA Consult zich baseert voor haar jaarlijks evaluatieonderzoek. Zal na het schrappen van de financiële audit, ook de jaarlijkse RVA-wergeversenquête  voor de bijl gaan met info over werknemers en aantal en aard van de contracten?

Jan Hertogen, Socioloog