BuG 94 - Bericht uit het Gewisse 22-05-2008 Printversie (13 p)

Marokkaanse vaders en zonen, in Antwerpen Samen Op Straat 
in culturele en sociale (h)erkenning en ondersteuning       

Toonmoment 20 mei 2008 - Auditorium Permeke - Antwerpen 

Brochure Samen Op Straat (pdf)   Flyer programma Toonmoment (pdf)

0. Inleiding

Op 20 mei 2008 ging in Antwerpen in het nieuwe Permeke-centrum aan het De Coninckplein het toonmoment door van Samen Op Straat, een buurtvaderproject in Antwerpen Noord en Hoboken. In het Programma Toonmoment (pdf) en vooral in het pas gepubliceerde Brochure Samen Op Straat (pdf) wordt een heldere en verrassende presentatie gegeven van start, evolutie en perspectief van dit unieke project. Allochtone vaders samen met jongeren en ondersteund door 'oude Belgen' komen tot een acceptatie van het 'vreemde', groter begrip voor de jongere en het opbouwen van sociaal leven en culturele herkenbaarheid van Marokkaanse en 'Berberse 'achtergrond in het Antwerpen van vandaag.  Davy Simons, coördinator van de doelgroepregie -integrale veiligheid Antwerpen startte het project op na een exploratie bij het buurtvadervader project in Amsterdam, dat hij in z'n volle breedte en diepte kon exploreren. De betiteling Samen op Straat in Antwerpen moest onmiddellijk een correctie bieden op het beeld van 'patrouillerende Marokkaanse vaders die hun kinderen tot de orde riepen' dat meteen het uithangbord in de media was geworden. Het project, vanuit veiligheid en politie opgezet, kreeg voet aan de grond en werd overgegeven aan Samenlevingsopbouw Antwerpen, dat met  Luk Goffry als coördinator en vooral M'hamed El Ouali als drijvende kracht z'n volle drive vond met aandacht voor de culturele herkenbaarheid van de Marokkaanse en jongerenaanwezigheid in Antwerpen. Dorien Mertens  en Ilse Rossou, buurtregisseurs voor respectievelijk Hoboken en Antwerpen Noord vanuit integrale veiligheid van de stad Antwerpen konden vooral de positieve impact van deze concrete samenlevingopbouw in de verf zetten, mede als vrucht van de vele discussies die dit hoogwaardige product tot stand gebracht. Ali Salmi, Schepen van Preventie en diversiteit in Mechelen, Fadia Nadil en Jan Hertogen, beiden socioloog in een debat geleid door Tom Naegels, legden enkele accenten leggen en gaven een kader waarbinnen het belang en de noodzaak aan structurele verankering en verbreding naar andere districten in Antwerpen dienden gerealiseerd. Burgemeester Patrick Janssens drukte in een slotwoord z'n waardering uit en beloofde verder ondersteuning van de buurtvaderprojecten Samen Op straat.

Vaderprojecten: socio-demografisch kader in historisch perspectief

Inleiding Jan Hertogen, socioloog, waaruit enkele elementen werden toegelicht

Zijn vaderprojecten eindig, komt er ooit een punt dat men kan zeggen 'ze' zijn nu geïntegreerd en er komen er geen meer bij. Hoe lang moeten de 'speciale' inspanningen nog duren? Over migratie kan men zich niets wijsmaken, momenteel beleven we een periode van hoogste aangroei vreemdelingen ooit in België, ook in Antwerpen. De immigratie  is maar pas goed op gang gekomen, het is een dynamiek waarvoor alle instrumenten structureel dienen verankerd en verder uitgebouwd. Het is ook maar door de volledig acceptatie van de Marokkaanse werkelijkheid in de Vlaamse identiteit dat de toekomst in haar volle potentieel kan ontsloten worden. 
 
1. Vreemdelingen in een wereldstad

 
Marokkanen in Antwerpen. Vreemdelingen in een wereldstad stad. Zal men over enkele decennia een vervolg kunnen schrijven aan Vreemdelingen in de Stad,  Joden in een wereldstad van Lieven Saerens – Wie heeft er dit boek? Wie heeft het eens doorbladerd, Wie heeft het gelezen – Wie het niet gelezen of gedeeltelijk doorgenomen heeft ontneemt zich het kader om te begrijpen en te weten wat (in Antwerpen) moet gebeuren met de 'vreemde' aanwezigheden vandaan en vooral ook nog in de toekomst.

2. Geen kwaliteit zonder kwantiteit: aantallen en % zijn belangrijk

Er bestaat een excellente statistische dienst in Antwerpen. De methoden-vraag/strijd om te berekenen hoeveel inwoners van vreemde afkomst, rekening houdende met het geboorte en  migratiesaldo van de nieuwe Belgen zorgt echter voor genoeg discussiestof. In deze oefening wordt voortgegaan op een gemiddeld reproductie van elke nieuwe Belg de eerste 25 jaar na z’n Belgwording. Ook wordt de vergelijking met Brussel gemaakt, want Antwerpen gaat Brussel achterna, hopelijk ook in het opbouwen van een nieuw en hecht samenlevingsweefsel zonder veel schade door racisme en niet-acceptatie van het vreemde. Drie jaar na de wereldtentoonstelling 1958 woonden in het Brussels gewest 6,8% vreemdelingen en 0,5% nieuwe Belgen. In 2005 zijn dat 26,3% vreemdelingen, 30,2% nieuwe Belgen. In Antwerpen was in 1990 12,5% van vreemde afkomst, in 2005: 28,5%. Binnen 15 jaar zal in Antwerpen, in een voorzichtige hypothese 40% van vreemde afkomst zijn, en iedereen hier zal het nog meemaken dat meer dan de helft van de Antwerpenaars van vreemde afkomst is. Wie dat niet wil of kan inzien is niet in staat in reële termen over beleid na te denken, laat staan politieke adequaat te zijn.

Bevolking van vreemde afkomst in Antwerpen en Brussel 1990-2005

 

Bevolking

Vreemde-
lingen

Nieuwe Belgen

°- en migr. saldo NB

Vreemde afkomst

Antwerpen

 

 

 

 

 

1990

470.349

10,7%

1,5%

0,4%

12,5%

2005

457.749

12,0%

12,1%

4,2%

28,4%

      2020 (1)

460.000

16,0%

18,2%

6,2%

40,4%

Brussel

 

 

 

 

 

1960

 

6,8

0,5

 

7,3%

1990

964.385

27,8%

4,4%

1,0%

33,2%

2005

1.006.749

26,3%

23,2%

7,0%

56,5%

(1) Voortgaande op constante bevolking, beperkte groei vreemdelingen, beperktere

nieuwe Belgwording en afname °- en migratiesaldo nieuwe Belgen.

  
Bevolking van Marokkaanse afkomst in Antwerpen en Brussel 1990-2005

 

Bevolking

Marokk. Vreemd.

Marokkaan-
se nieuwe B.

°- en migr. saldo NB

Vreemde afkomst

Antwerpen

 

 

 

 

 

1990

470.349

4,0%

0,5%

0,1%

4,6%

2005

457.749

2,5%

6,3%

1,4%

10,4%

Brussel

 

 

 

 

 

1990

964.385

7,6%

1,0%

0,2%

8,7%

2005

1.006.749

4,1%

10,2%

2,5%

16,9%

 
Op 15 jaar is het aantal inwoners van Marokkaanse afkomst in Antwerpen meer dan verdubbeld van 4,6% tot 10,4%. In Brussel is er 16,9% Marokkaanse aanwezigheid en in Mechelen 14,4% in 2005.

Ter vergelijking: de joodse aanwezigheid in Antwerpen was 6 % in het begin van de 2de wereldoorlog. Na de oorlog en het doorvoeren van de jodenvernietiging met medewerking van de stedelijke administratie en delen van de bevolking was de joodse aanwezigheid 1,5%, Het verzet van de Antwerpse bevolking en honderden politieagenten tegen de Duitse bezetters hebben dit niet kunnen verhinderen. De geschiedenis herhaalt zich nooit, mede omdat op 100 Marokkaanse inwoners er 80 Belg geworden zijn terwijl dit voor de joden maar voor 6% het geval was, zij werden uitgesloten van nationaliteitsverwerving die de eerste oorlogsjaren toch een zekere bescherming bood.

 
3. De 'echte' toename van het aantal vreemdelingen: 1990-2007 (telkens op 01/01):
 
Immigratie geeft maar een beperkt beeld van de reële toename van het aantal vreemdelingen. Volgende factoren spelen mee en zijn gekend om de echte toename in beeld te brengen (los van illegaal verblijf en het wachtregister, waarover geen gegevens bekend zijn)..

- geboorten bij reeds verblijvende vreemdelingen
- immigratie: inschrijving van nieuwe vreemdelingen in het vreemdelingenregister
- inschrijving van asiel-zoekers of ex-asielzoekers na toekenning verblijfsstatuut
- herinschrijving van  vreemdelingen die vorige jaren ambtshalve waren uitgeschreven
- positief verhuissaldo wanneer er meer vreemdelingen naar dan uit Antwerpen verhuisden
- positieve statistische aanpassing

 

  

Toename aantal vreemdelingen tussen 01/01/1990 en 01/01/2007 naar aard (Bron NIS)

 

Geboorte

Immigratie

Wachtreg.

Herinschr.

Stat. aanp.

Verhuissaldo

Totaal

1990

1.227

3.744

0

158

 

53

5.182

1991

1.315

3.989

0

170

 

 

5.474

1992

1.270

5.304

0

216

52

85

6.927

1993

1.224

4.448

0

252

38

 

5.962

1994

1.109

3.914

0

236

 

 

5.259

1995

1.081

4.738

0

241

 

 

6.060

1996

1.079

3.812

0

279

129

 

5.299

1997

1.127

3.305

0

349

160

 

4.941

1998

1.020

3.200

484

400

 

 

5.104

1999

977

3.828

475

328

 

 

5.608

2000

877

3.718

100

317

326

 

5.338

2001

800

5.650

923

582

 

 

7.955

2002

664

6.301

1.012

719

 

 

8.696

2003

792

5.998

803

527

381

 

8.501

2004

880

6.125

1.017

461

101

 

8.584

2005

986

6.774

2.231

393

85

 

10.469

2006

1.146

8.142

1.776

488

131

 

11.683

Totaal

17.574

82.990

8.821

6.116

1.403

138

117.042


In 2006 werden 8.142 vreemdelingen bijkomend ingeschreven in het vreemdelingenregister, samen met de 1.776 asielzoekers/ex-asielzoekers die in Antwerpen een verblijfsstatuut kregen. Op 1/1/2007 woonen er 63.659 vreemdelingen in Antwerpen waarbij in 2006 1.146 kinderen geboren werden. Na 2002 is het geboorteaantal bij vreemdelingen terug stijgend na daling sinds 1990. Na 2000 is er een forse verhoging geweest van de immigratie die stabiliseerde vanaf 2002 maar vanaf 2005 opnieuw sterk oploopt. Zoals voor gans België ligt de immigratie en de toekenning van verblijfsrecht aan asielvragers op het hoogste niveau sinds de 2de wereldoorlog, 9.938 in 2006, dat is bijna het drievoud van 1990, 3.744, waarin toen nog de erkende vluchtelingen begrepen waren.
  
4. Afname van het aantal vreemdelingen:

Tegenover toename/aangroei staat de afname, dwz legale vreemdelingen die overlijden, verhuizen naar andere steden, regio's landen of uit de gemeentelijke verblijfsregisters verdwijnen wegens niet meer verblijvend op hun adres..

- Overlijden van vreemdelingen
- Emigratie bij het verlaten van het land
- Ambtshalve schrapping wegens niet gemeld niet meer verblif in het land
- Negatief verhuissaldo (meer uit Antwerpen dan naar Antwerpen verhuisde vreemdelingen
- Negatieve statistische aanpassing

Vanaf 1993 heeft Antwerpen een negatief verhuissaldo, dwz zijn er meer vreemdelingen die naar andere gemeenten in België verhuizen dan er uit andere Belgische gemeenten toekomen. De afname van de vreemdelingen sinds 1995 is vrijwel constant, met een stijging in 2006 die evenwel de toename niet in verhouding compenseert.
  

Afname aantal vreemdelingen tussen 01/01/1990 en 01/01/2007 naar aard (Bron NIS)

 

Overlijden

Emigratie

 

Schrapping

Stat. aanp.

Verhuissaldo

Totaal

1990

236

907

 

848

34

 

2.025

1991

236

1.100

 

1.441

76

34

2.887

1992

249

1.006

 

1.068

 

 

2.323

1993

217

1.024

 

1.450

 

97

2.788

1994

254

1.251

 

2.060

190

317

4.072

1995

246

1.028

 

1.330

903

218

3.725

1996

245

1.139

 

1.483

 

160

3.027

1997

207

1.268

 

1.438

 

102

3.015

1998

212

1.070

 

1.216

129

107

2.734

1999

226

1.057

 

1.172

118

 

2.573

2000

256

1.291

 

1.664

 

81

3.292

2001

246

981

 

1.159

116

34

2.536

2002

230

992

 

1.233

54

76

2.585

2003

230

1.095

 

1.731

 

202

3.258

2004

237

1.152

 

1.834

 

200

3.423

2005

236

1.256

 

1.231

 

291

3.014

2006

277

1.492

 

1.586

 

315

3.670

Totaal

4.040

19.109

 

23.944

1.620

2.234

50.947

  
 5. Hoeveel vreemdelingen kwamen er, per saldo, bij in Antwerpen.
  
Wat is de evolutie van het aantal vreemdelingen per jaar wanneer afname van toename wordt afgetrokken.
De beleidsactie richt zicht evenwel niet op het saldo, maar op het aantal die in reële termen bijkomt.
  

  
Na verhoogd toenamevolume tussen 1991 en 1993 is er vanaf 2001 een zich stabiliserende verdubbeling in Antwerpen tot 2005 die vanaf 2006 opnieuw fors toeneemt.
  

Saldo evolutie vreemdelingen tussen 01/01/1990 en 01/01/2007 naar aard (Bron NIS)

 

°-saldo

Migratie

Van wacht.

Schrap.saldo

Stat. Aanp.

Verhuissaldo

Totaal

1990

991

2.837

0

-690

-34

53

3.157

1991

1.079

2.889

0

-1.271

-76

-34

2.587

1992

1.021

4.298

0

-852

52

85

4.604

1993

1.007

3.424

0

-1.198

38

-97

3.174

1994

855

2.663

0

-1.824

-190

-317

1.187

1995

835

3.710

0

-1.089

-903

-218

2.335

1996

834

2.673

0

-1.204

129

-160

2.272

1997

920

2.037

0

-1.089

160

-102

1.926

1998

808

2.130

484

-816

-129

-107

2.370

1999

751

2.771

475

-844

-118

0

3.035

2000

621

2.427

100

-1.347

326

-81

2.046

2001

554

4.669

923

-577

-116

-34

5.419

2002

434

5.309

1.012

-514

-54

-76

6.111

2003

562

4.903

803

-1.204

381

-202

5.243

2004

643

4.973

1.017

-1.373

101

-200

5.161

2005

750

5.518

2.231

-838

85

-291

7.455

2006

869

6.650

1.776

-1.098

131

-315

8.013

Totaal

13.534

63.881

8.821

-17.828

-217

-2.096

66.095

  
6. Vreemde afkomst = vreemdelingen + nieuwe Belgen + geboorte/migratiesaldo van nieuwe Belgen

Vooral over het geboorte- en migratiesaldo van nieuwe Belgen na hun Belgwording durft niemand veel zeggen, alhoewel erkend wordt dat zij een belangrijke groep vormen. In het bevattelijke en zeer rijke jaarverslag van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding worden de contouren aangegeven waarbinnen verder statistisch onderzoek en methodologieontwikkeling kan gebeuren. Zijzelf beperken zich voor hun berekeningen tot de gecombineerde gegevens van de kruispuntenbank en de volkstelling 1991. Interessant maar ze laten essentiële bronnen liggen die toelaten om ook op lokaal vlak een inschatting te maken, een aanduiding te geven van de demografische samenstelling naar afkomst en de demografische evolutie na Belgwording. Hier volgt een beperkte update van gegevens en berekeningen die voor 2005 ontwikkeld zijn door npdata.
 


De demografische evolutie van vreemdelingen die nieuwe Belg werden is niet meer uit de statistieken af te leiden. Hier dient een berekening te gebeuren die in dit geval uitgaat van een reproductiefactor 1 voor elke nieuwe Belg gedurende 25 jaar. Dwz dat het aantal nieuwe Belgen gemiddeld op 25 jaar tijd na hun Belgwording verdubbelt, dat zij zich met factor 1 gereproduceerd hebben rekening houdend met geboorte, overlijden, en emigratie. De volgende 25 of 50 jaar zullen er anders uitzien natuurlijk, omdat er meer overlijdens, lager geboortecijfer en allicht ook re-emigratie zal zijn, maar dat zijn we al een paar decennia verder. Het is nu dat deze inschatting bruikbaar is. Het aantal nieuwe Belgen is op 25 jaar in deze berekeningswijze gemiddeld met 34% gestegen wat nakomelings- en migratiesaldo betreft.

Antwerpen: vreemdelingenevolutie, nieuwe Belgen, geboorte-/migr. saldo 1990-2006 - Bron NIS

Jaar

Bevolking op 01/01

Oude Belgen

Vreemdelin-gen op 01/01

Nieuwe Belgen

°- en migratie- saldo NB (1)

Vreemde afkomst

Vreemde afkomst %

1980-1989

 

 

 

6.538

1.308

 

 

1990

470.349

411.473

50.294

6.971

1.611

58.876

12,5%

1991

467.875

405.499

53.018

7.449

1.909

62.376

13,3%

1992

465.783

398.979

55.127

9.392

2.284

66.804

14,3%

1993

465.102

394.062

57.788

10.546

2.706

71.040

15,3%

1994

462.880

387.340

59.808

12.525

3.207

75.540

16,3%

1995

459.072

381.986

59.016

14.291

3.779

77.086

16,8%

1996

455.852

376.026

59.585

15.829

4.412

79.826

17,5%

1997

453.030

369.500

60.319

18.076

5.135

83.530

18,4%

1998

449.745

362.723

59.998

21.047

5.977

87.022

19,3%

1999

447.632

357.340

59.397

23.959

6.935

90.292

20,2%

2000

446.525

348.388

59.520

30.463

8.154

98.137

22,0%

2001

445.570

340.166

55.062

40.565

9.777

105.404

23,7%

2002

448.709

340.999

50.379

45.725

11.606

107.710

24,0%

2003

452.474

338.261

51.330

49.305

13.578

114.213

25,2%

2004

455.148

333.889

52.993

52.585

15.681

121.259

26,6%

2005

457.749

329.388

54.874

55.582

17.904

128.361

28,0%

2006

461.496

322.621

59.332

59.268

20.275

138.875

30,1%

2007

466.203

 

63.659

 

 

 

 

(1) Berekend gegeven: per jaar wordt een reproductiefactor van 1/25 berekend. Voor de laatste 25 jaar

komt dit neer op een surplus van 34% op het aantal nieuwe Belgen tussen 1980 en 2007

  
7. Hogere sterfte bij de oude Belgen gecompenseerd door hogere nataliteit van de nieuwe

 
Als de evolutie van vreemde afkomst uitgezet wordt tegenover de 'oude Belgen', die een lager geboortesaldo kennen. De vergrijzing waar men het over heeft wordt voor een goed deel demografisch ingevuld/verfvangen door het hoger geboortesaldo van huidige vreemdelingen en nieuwe Belgen en door nieuwe immigratie.
  


 

Tot 2001 is de Antwerpse bevolking afgenomen en daarna toegenomen ondermeer door de nataliteit van de nieuwe Belgen. Zoals voor Brussel worden de 'echte' Antwerpenaren meer en meer van  Marokkaanse en andere afkomst.
  
8. In welke leeftijdsklasse is de nieuwe immigratie bij Marokkanen vooral te situeren .


De Bevolkingskubus (gast invullen voor ID en PW) van de Vlaamse gemeenschap is nog altijd een van de meest interessante statistische instrumenten die voor elke burger ter beschikking staat. Per leeftijdsjaar kan voor alle nationaliteiten en in alle gewesten tussen 1997 tot 2005 de evolutie van het vreemdelingenaantal nagegaan worden. 

Hoeveel Marokkaanse mannen waren er bij de vreemdelingen in Antwerpen in 1997 per leeftijdsjaar en hoeveel zijn er daarvan, 8 jaar later nog terug te vinden als vreemdeling.  Als er niets zou bewogen hebben, geen migratie, °-saldo, Belgwording enz en we schuiven elke leeftijd 8 jaar door, dan zou de grafiek van 1997 perfect op die van 2005 passen en daarmee samenvallen. Als ze van elkaar afwijken kunnen we nagaan binnen welke leeftijdsjaren er evolutie geweest is: de Belgwordingen en overlijden doet hun aantal verminderen, nieuwe immigratie en geboorten bij vreemdelingen het aantal vermeerderen.
 


De Belgwording heeft het aantal kinderen van -18 jaar drastisch doen verminderen en vanaf 35 jaar is er een constante afname van het aantal getelde vreemdelingen. De Belgwording is hier de belangrijkste factor, afgezwakt evnwel door een onbekend aantal vreemdelingen langs nieuwe immigratie na 1997. Tussen 18 en 35 jaar worden Belgwordingen evenwel méé dan gecompenseerd door nieuwe immigratie, die, ook méér dan in de andere leeftijdsjaren, in hoofdzaak huwelijksmigratie is. Het zijn in dit geval Marokkaanse meisjes die in het buitenland verblijvende Marokkaanse mannen vinden. 

Voor de immigratie van Marokkaanse meisjes is dit veel minder het geval, alsof Marokkaanse mannen minder dan meisjes hun partner in Marokko zoeken.
  

 

 
Dat is een fijnmeting in historisch perspectief, die jaar op jaar opgevolgd of geanalyseerd kan worden. Men kan dit  doen voor alle nationaliteiten en voor alle gemeenten. 
 
Deze dynamiek van huwelijksmigratie zal allicht aanhouden. De Koning Boudewijnstichting weet dat en heeft een info-brochure uitgegeven om Marokkaanse en Turkse jongeren te informeren over hun rechtspositie. De Marokkaanse jongens (en meisjes) die in het kader van huwelijksmigratie naar België immigreren hebben in België meestal nog geen vaders, want anders waren die kinderen/jongeren ook waarschijnlijk al hier. Ondermeer voor deze werkelijkheid zijn verruimde, verdiepte en meer verspreide Samenlevingsprojecten, Samen-op-straatprojecten, vaderprojecten enz. voor onbepaalde tijd een vast onderdeel van stedelijk samenlevingsbeleid.
 
Vergelijking met leeftijdscurve nieuwe Belgen in 2005 (Bron: CGKRB-jaarverslag)
 
De vastgestelde sterke verhoging van aantal vreemdelingen in 2005, vergeleken met dezelfde leeftijdscohorte in 1997 krijgt nog een extra dimensie als ze vergeleken wordt met de piek binnen dezelfde leeftijdsgroep vreemdelingen in 2005 die uit de vreemdelingenstatistiek verdwijnen, omdat ze Belg geworden zijn. Dit verminderd aantal moet dubbel gecompenseerd worden om opnieuw een piek in vreemdelingenaantallen te geven in 2005. Onderstaande grafiek gaat over de totale vreemdelingenpopulatie, waarin de Marokkaanse nieuwe Belgen evenwel de belangrijkste nationaliteit zijn.
  

Leeftijd van de vreemdelingen die in 2005 Belg geworden zijn (Bron RR - AD SEI) 
(in de grafiek worden geen aantallen gegeven, enkel een %, de piek staat op 2,8%)

  
De piek bij de Belgwordingen is, in tegenstelling tot de vreemdelingengrafiek met 6 jaar doorgeschoven en situeert zich tussen 25 en 42 jaar, waarin een gedeelte huwelijksmigratie vervat is. 19% van alle Belgwordingen in 2006 (tabel natationaliteitsverwerving 1996-2006) gebeurden langs een huwelijk. Het is een belangrijke maar geen volledige verklaring van deze leeftijdspiek, waarin ook alle nationaliteiten in vervat zijn, ook de arbeidsmigratie vanuit Europese landen.
  
9. De ondraaglijke eenzaamheid van de Marokkaanse vaders

9.1. Socio-culturele opvoeding thuis zonder schoolse ondersteuning is onmogelijk

Als een ’Vlaams’ kind alleen maar thuis wat zou vernemen over de plaats en betekenis van Vlaanderen in de geschiedenis en de wereld, en over religieuze of filosofische achtergronden, en niets van dit allemaal op school, dan zou het verloren zijn. Het zou dan erg onrechtvaardig overkomen moest men Vlaamse ouders dan tekorten in de opvoeding aanwrijven omdat zij hun kinderen niet voldoende een thuis geven in het Vlaamse en Belgische wereldbeeld, geschiedenis en culturele achtergrond. Maar dat is dus wel het geval met de Marokkaanse vaders en grootvaders, die geacht worden zelf deze 'identiteit' op te bouwen bij hun kinderen en kleinkinderen, zonder dat de school hierin een essentiële rol vervult. Wat de Marokkaanse aanwezigheid betreft gaat het om de Arabische, Marokkaanse en 'Berberse' achtergrond, en dit los van de godsdienst.

¾ van de Marokkaanse Antwerpenaars zijn ‘Berbers,’ Amazigh, die het 'Berbers' als moedertaal geleerd hebben dat pas enkele jaren geleden een geschreven equivalent kreeg. Het is me aangezegd dat 50% van de in België levende Marokkanen 'Berbers' zijn die enkel 'Berbers' spreken, een kwart is 'Berber' met kennis van het Marokkaans Arabisch, 2% is het Algemeen Arabisch machtig. 

Door de eeuwen heen is de culturele en taaloverdracht van de 'Berbers' enkel langs het woord gebeurd, zeker voor de vaders. Dwz dat het Frans en het Nederlands de eerste geschreven taal is die aangeleerd wordt. Met die 'Berber'traditie wordt evenwel een 3.000 jarige culturele achtergrond meegegeven, langer dan de Christelijke of de Moslimidentiteit. De eerste honderden jaren na Christus waren de 'Berbers' christelijk. Augustinus had naast een Romeinse Vader een 'Berber' moeder. Daarmee staan de 'Berbers', in hun culturele achtergrond veel dichter bij het christendom  dan men zou vermoeden. Niet voor niets dat zij er geen probleem mee hebben hun kinderen naar christelijke scholen te zenden. 'Berbers' zijn kampioenen in zich aanpassen en overleven in nieuwe maatschappelijke of religieuze omstandigheden, anders zouden zij nooit als culturele identiteit overleefd hebben zonder over een geschreven talequivalent te beschikken. Daarmee alleen al kunnen zij de Vlaamse identiteit al verrijken.

9.2. Een rijke geschiedenis die door het 'Westen' grotendeels wordt genegeerd

Door de historische inplanting van de 'Moren' in El Andalous in Spanje, werd de basis gelegd voor het Arabisch Hellenisme van waaruit de noodwendige kennis is overgebracht die de Verlichting mee tot stand gebracht heeft (cfr Lucas Catherine). Pas eeuwen later is teruggekoppeld vanuit het Westen naar de originele Griekse teksten. El Andalous is dus essentieel om de Westerse cultuur niet alleen te begrijpen, maar om de eenheid te zien van de Westerse en Arabische wereld. Welnu, zoals de Vlamingen, al of niet mythisch, in 1302 hun identiteit halen, is de 'Berber' als militair, als betrouwbare vechter, verdediger die zich dienstbaar weet te maken voor een hoger belang, betrouwbaar en waakzaam, een archetype dat best in een schoolse omgeving meegegeven wordt. Vanuit het ontbreken van schriftelijke bronnen in het 'Berbers', kunnen/dienen langs onderwijs de ‘Vaderprojecten’ ondersteund door de traditionele culturele overdracht op te nemen in het onderwijspakket, best nog van alle leerlingen. Omdat de Marokkaanse eigenheid, wezenlijk tot de Vlaamse eigenheid behoort  en verder zal gaan behoren.

9.3. Na bijdrage Noord-Afrikanen in Volksfront en overwinning op Duitsland: stank voor dank.

Dat vele vaders van vaders, dus grootvaders en overgrootvaders, vanuit de RIF gevochten hebben in het Volksfront in de Spaanse burgeroorlog is minder bekend dan de weerstand tegen Duitse inval van duizenden Marokkaanse soldaten die in de eerste linie vochten tegen de tankdivisies van de Duitsers in Gembloux. Maar ook de honderdduizenden Noord-Afrikanen die vanuit Tunis voet aan wal gezet hebben voor de bevrijding van Europa, hetgeen te vergelijken is met de landing in Normandië. Daar zijn ook heroïsche verhalen over te vertellen die een Westers-Arabische identiteit kunnen opbouwen. Dat deze vechters op de eerste rij de Duitsers tot hun grondgebeid teruggedrongen hebben en dan naar huis gestuurd werden, is minder bekend. Na de landing in Normandie heeft De Gaulle Franse jongeren gemobiliseerd om de bevrijding van Duitsland wit te maken, en de tienduizenden Noord-Afrikaanse vechters, soms nog zonder soldij terug te sturen, naar ondermeer Marokko waar hen de onafhankelijkheid beloofd was. Toen zij daar in verzet kwamen voor de dekolonisatie, werden ze bij duizenden uitgemoord, ondermeer door Bengalese troepen. De film La couleur du Scacrifice geeft een schrijnend beeld van de degradatie die Marokkaanse oud-strijders nog altijd ondergaan wat pensioen en huisvesting betreft. Kennis van de verwevenheid en eigenheid van de Marokkaanse achtergrond met het Westen is wezenlijk voor integratie en toebehoren tot eenzelfde samenleving. Het moet, samen met de geschiedenis en culturele archetypen van andere nationaliteiten, deel worden van het algemene onderwijs, en aanleiding zijn, zoals aan de universiteit van Tilburg wat Amazigh (Berbrs) betreft, tot eigen wetenschappelijk onderzoek en lesprogramma's aan Belgische universiteiten.

9.4. Overwinning op de Spanjaarden in Tamasint in 1922 even belangrijk als Guldensporenslag? 

In tegenstelling tot het grootste deel van Marokko dat door de Fransen koloniaal bezet was, is de Rif, het noordoostelijke deel van Marokko aan de Middellandse zee, bezet geweest door de Spanjaarden (Ceuta en Mellia, herinneren daar nog  aan). Toen in 1922 een opstand uitbrak en Abdelkrim el Katthabi er in slaagde om over de stammen(twisten) heen een leger te vormen tegen de Spanjaarden werden de Spanjaarden in een reguliere strijd verslagen en de zee in gestuurd. Gedurende enkele jaren werd in dat gebied een eigen administratie opgezet. Ook de andere Berbergebieden kwamen in opstand tegen de koloniale macht en de Marokkaanse onderschikking. Vanuit de Rif werd evenwel niet opgetrokken naar Fez en Frankrijk en Spanje hadden de tijd zich te organiseren en met aanvallen op El Hoceima (o.a. met gebruik van gifgassen) deze volksbevrijdingsstrijd te onderdrukken. Daarmee waren de Berbers en De Rif al niet goed gezien door  het Marokkaans bestuur dat zich bleef onderschikken aan de Franse kolonisator. 
   
Toen na de Tweede Wereldoorlog in 1958, mede met steun van El Katthabi, die in Egypte verbleef, de onafhankelijkheidsstrijd opnieuw uitbarstte en in Tamasint werd beslecht, was de Rif voor enkele decennia uitgesloten van economische ontwikkeling, en kwam in de zestiger jaren een emigratie, eerst naar en langs Spanje en later rechtstreeks naar België, Duitsland, Nederland op gang, migratie die tot op vandaag nog doorloopt.
 
Zie hierover ook de uistekende Nederlandse reportages in Amazigh maar Nederlands ondertiteld:
Het leven van Abdelkrim-El-Khattabi: Deel 1  deel 2 (Realplayer).
 
Deze achterstelling en ook de ruime winning van hasj in de RIF hebben Europa er toe gebracht op eigen kosten de autostrade aan te leggen langs de Middellandse zeekust om zo deze gebieden economisch te ontsluiten en de redenen voor emigratie te verminderen. 

9.5.  Eigen Marokkaanse scholen of integratie Marokkaanse geschiedenis in het onderwijs: geen dilemma

De kennis en besef van het verre en meer recente verleden zijn essentieel om de Marokkaanse bevolking in Vlaanderen een echte thuis te geven, een historisch/cultureel kennissteunpunt dat mee in het schoolpakket dient geïntegreerd. Dit kan, evenmin als dit voor Vlaamse ouders het geval is, niet enkele op de rug van de vaders en grootvaders gelegd worden. Als er geen integratie gebeurt van dit culturele Marokkaanse erfgoed in het Vlaamse, zeker omdat er geen aparte Marokkaanse scholen zijn, zoals dat wel het geval is voor de Joodse, dan worden de problemen structureel verankerd. De Marokkaanse kinderen toelaten de komende 20 jaar in het onderwijs hun Marokkaanse achtergrond in een Vlaamse identiteit te verwerven is een wezenlijke voorwaarde voor elke samenlevingsactie. Het verhaal van de migratie is hierin essentieel. Vaders en grootvaders kunnen ingeschakeld worden om, aanvullend aan de verbale overdracht eigen aan de 'Berbers', hier ook schriftelijk verslag te doen en in lesprogramma's te gieten. Het aanbieden van leermogelijkheid voor kinderen en ouders van het geschreven 'Berbers', kan als een  belangrijk cultureel steunpunt een verhoogde betrokkenheid meebrengen van de Marokkanen in de Belgische samenleving waarin essentiële elementen van hun cultuur worden opgenomen. Het enige alternatief is uitbouw van Marokkaanse scholen, en dat is ook voor de Marokkanen geen optie, enkel de andere optie blijft over.
 
9.6. Vaders en het begrip voor slachtoffers.
 
HERGO, herstelgericht overleg komt terecht meer en meer in de aandacht – begrijpen wat het slachtoffer voelde of voelt als belangrijke dynamiek om geen slachtoffers meer te maken. – Begrip voor slachtoffers kan ook nog op een  andere wijze: daderperspectief voor criminelen onder het nationaal-socialisme (dictaturen…) en nu. Jean Amery, Schuld en boete voorbij, beschrijft in het hoofdstuk Folteren,  hoe in Breendonk de eerste slag van de Vlaamse SS, zijn wereldbeeld en zelfbeleving fundamenteel veranderde. Jean Amery is een Oostenrijks journaliste en filosoof, die na Breendonk Auschwitz in Buna overleefde. Het Nationaal Socialisme is het maatschappelijk systeem waar de ene mens de andere, zwakkere, oudere, jood, Roma, Sinti, politieke gevangene mocht slaan, verontmenselijken, bestelen zonder kans op verweer, en doden. De kleine en grote criminelen werden structureel ingeschakeld om hierin de individuele en collectieve terreur uit te oefenen. De kleine en grote criminelen in de huidige samenleving, dwz tassendiefstal, bedreigen, afpersing enz zetten zich, in een individuele,   roepssituatie of onder leiding van de misdaadorganisaties of maffia in de traditie van het nationaal socialisme. Criminaliteit is in wezen rechts en extreem rechts want het destabiliseert de individuele rechtspositie van de burger en reduceert iemand tot uitzichtloosheid, onmacht en existentiële crisis, ook al is het maar tijdelijk, en niet verbonden aan een uitzichtloze detentie zoals in de nazi-kampen. De impact is evenwel vergelijkbaar. 
 
Naast het begrip voor het slachtoffer is ook van belang dat de daders van (kleine) criminaliteit ideologische kinderen zijn van de nationaalsocialisten en dictaturen. Een aantal vaders en grootvaders van Marokkaanse jongeren hebben zelf in Marokkaanse gevangenissen gezeten of geleden onder het natrionaalsocialisme, weten wat het is en kunnen het zeggen wat het is slachtoffer te zijn. Ook vaders van politieke vluchtelingen zijn goed geplaatst om hierover te berichten. Schending van de fysieke identiteit en beslag leggen op eigendommen van anderen is in feite een politieke keuze voor extreem rechts. Ook in de dictaturen en repressieve staten zijn criminelen de waterdrager van rechts.


9.7. Vaders in de politiek 

Meer vaders in de politiek op districts-, gemeenteraadsniveau, schepenenniveau om Antwerpen te bouwen. Als men het beleidsmatig niet wil of afremt, zal het toch gebeuren. Dus beter te voorzien maar vooral te willen, wat onontkoombaar is, dat niet te zien en er geconfronteerd worden mat wat alles wel beschouwd te wensen is. Antwerpen zal hoe dan ook Brussel achterna gaan, met meer zichtbare politieke verantwoordelijken. Dat er ooit schepenbesturen waren zonder Marokkaanse vertegenwoordigers zal ooit onwezenlijk schijnen.

9.8. De Marokkaanse grootvaders en grootmoeder komen er aan

De mens is ontstaan en heeft zich op aarde verspreid door grootouders die voor de kinderen konden zorgen en jongeren bijstaan, dwz 50 plussers toen. Marokkaanse vaders zijn pedagogisch geïsoleerd, niet door het schoolse programma ondersteund, en nog zonder grootouders om hen vrij te maken voor maatschappelijke taken. De komende 20 jaar zal een echte oudere generatie tot stand komen en het sociaal weefsel vij de Marokkaanse burgers volledig maken. Intussen moeten school, maar ook de Belgische gezinnen hierin hun solidariteit verder ontwikkelen en structureel ondersteuning aanbieden. De migratie zal een verder zichzelf vernieuwend proces zijn. Kennismaking en inwerking, het leren van de taal zal een voortdurende inspanning vergen. 

Inburgering is een weinig adequaat woord voor een veel ruimer proces van aanvaarding en integratie. Het woord inburgering, afkomstig van "Einburgering", is ten andere een nationaal-socialistisch begrip, thuishorend in het speciaal opgezette verhullende referentiekader van de nazi's, voor de 'geïmporteerde' Duitse burgers in de nieuw veroverde en toegeëigende Poolse gebieden. 

9.9. Burenhulp, peter/meterschap en vaders en moeders voor allochtonen

Nogal wat ‘geslaagde’ migranten hebben goede Belgische buren. Ook vader en grootvaderprojecten, moeder en grootmoederprojecten van autochtonen voor allochtonen zijn aanvullend een wezenlijk onderdeel van integratie en emancipatie, zeker omdat de komende decennia er duizenden ‘ouderen' gaan bijkomen die hiervoor beschikbaar zijn. 

Slotbedenking: Het herstellen van de schade, aangericht door het individuele en het zich herhalende trauma van de haat en niet-aanvaarding van de eigen kinderen zal nog heel wat sociale therapie vragen, van alle vaders en moeders, zowel autochtoon als allochtoon. De volledige acceptatie van de Marokkaanse jongens in het hart van elke Antwerpenaar is de lakmoesproef of het gruis van het nationaal-socialisme ook in Antwerpen wel degelijk en definitief verzwonden is.

Jan Hertogen, socioloog