BuG 93 - Bericht uit het Gewisse 02-05-2008 Printversie (3 p)

 Witte Woede gedeklasseerd op betoging 30 april 2008?

Solidariteit, corporatisme of sectorisme?
Maken verpleegkundigen zichzelf schaars?
Instroom verpleegkundigen in beroep is maximaal
Aantrek verpleegkundig beroep groter dan ooit
Groei werk tot 55 jaar en werkzaamheid 55+ hoogste in Non-Profit
Het zelf gecreëerd 'tekort' van Gasthuisberg
De 'schaarste' omwille van opgelegde deeltijdse tewerkstelling.
Een teken aan de wand: uitzendarbeid quasi onbestaande in zorgsector
Akkoord 2005-2010: 7.240 VTE toegezegd voor de gezondheidssector
Personeelsomkadering in de bejaardenhomes, eerste prioriteit.
Zonder onderzoek en dossier geen adequaat beleid en vakbondsactie
  

De mensen hebben altijd gelijk, of meestal toch. 1.200 betogers uit een sector met meer dan 400.000 werknemers, waar vakbonden in alle gemeenschappen en gewesten voor opriepen, is bezwaarlijk een groot succes te noemen. Hoe is een en ander te begrijpen? En wat is er nu aan de hand met die verminderde instroom en verhoogde uitstroom van ‘verpleegkundigen’?

Solidariteit, corporatisme of sectorisme?

Eén beroepsgroep, nl verpleegkundigen profileren in de non-profitsectoren is onproductief en demobiliserend, omdat alle werknemers voor de gestelde eisen van werkdruk en koopkracht gegadigden zijn. Het is een put graven om zelf in te vallen. Ook al wil de politiek maar al te graag een hechte solidaire sector open breken in ‘corporaties’ van beroepsgroepen of aparte behandeling deelsectoren, de vakbonden en werknemers hebben daar altijd aan kunnen weerstaan. Toch zijn er tekenen van afbrokkeling merkbaar en niet alleen de oproep en ordewoorden voor de betoging zijn daar een voorbeeld van. Het opheffen van de Staten-Generaal bij LBC-NVK waar alle sectoren zich vooraf gezamenlijk beraden over eisen en acties, is eveneens een veeg teken.

Maken verpleegkundigen zichzelf schaars?

Als vakbonden dan nog het traditionele en jaarlijks terugkerende discours overnemen van het meestal door werkgevers door hun personeelsbeleid zelf gecreëerde tekort aan verpleegkundigen dan mogen er belletjes beginnen rinkelen. Verzorgende taken die perfect in de beroepsuitoefening van gekwalificeerde verzorgende vallen worden voor de zoveelste keer door verpleegkundigen geclaimd, of kunnen enkel nog onder ‘toezicht’ van verpleegkundigen uitgeoefend worden, ook al behoren tot het autonome beroepsprofiel van de verzorgende. Het onnuttige doordrijven van de ‘zorgkundige’ is daar nog altijd het zoveelste voorbeeld van. De beroepsverenigingen voor verpleegkundigen blijven daarbij verder minnetjes doen over de weliswaar Europees erkende maar in hun ogen minder waard geachte ‘gediplomeerde’ verpleegkundigen. Men kan of wil niet ten volle terugvallen op de ‘logistiek assistent’ in bejaardenhomes, die in tegenstelling tot de ziekenhuizen hier wel voor eten geven en vervoer van bewoners moet kunnen ingeschakeld worden.

Door zichzelf schaars te maken kan men zo natuurlijk niet aan de vraag voldoen. Meer nog, zo komt men in de economische positie om een hogere prijs, dus een hoger loon, te vragen/eisen voor een specifieke beroepsgroep. Dat men op deze wijze een split drijft in de harmonisering die enkele jaren geleden de gezondheids- en welzijnssectoren op gelijke basis verloonde is hiervan het afgeleide (of gewilde?) effect. De geloofwaardigheid van de Witte-Woede actie voor de eigen werknemers zou hiermee op de helling kunnen komen en de poort ruim open zetten voor per sector/onderneming/werknemer onderhandelde barema’s zoals nu weer het geval geworden is in Nederland. 10 jaar geleden waren de Nederlandse vakbonden er in geslaagd om alle sectoren, zowel welzijns- als gezondheidszorg, op eenzelfde basis baremiek te verlonen. Door vermarkting, concurrentie en commercialisering is dit solidaire systeem, waar LBC-NVK indertijd de mosterd vandaan haalde, volledig afgebouwd. Enige omzichtigheid is dus zeker geboden.


Instroom verpleegkundigen in beroep is maximaal

Klap op de vuurpijl is het zogezegd probleem van de instroom in de studie en beroep en het vermeende probleem van de uitstroom, dwz verpleegkundigen (en ander personeel) die de sector zouden verlaten. Het is de jaarlijks opduikende litanie die, meestal onder leiding van de personeelsdienst van Gasthuisberg-Leuven, nu voor het eerst door de vakbonden wordt gedebiteerd. Binnen enkele maanden zullen er in België 5.631 verpleegkundigen afstuderen, waarvan 2.921 in Vlaanderen. Daarvan zullen er 65% onmiddellijk overgaan naar tewerkstelling (36% in het algemeen) en 35% zullen zich eerst inschrijving bij de VDAB (64% in het algemeen), zie http://www.vdab.be/schoolverlaters_2007/index.htm.  Na een jaar is van deze afgestudeerden nog maar 1% werkloos. Als er een beroep is waar de instroom naar werk op het behaalde kwalificatieniveau volledig gewaarborgd is dan is dat juist verpleegkunde, tot bewijs van het tegendeel.

Aantrek verpleegkundig beroep groter dan ooit

De keuze voor studies verpleegkunde is sinds 2 jaar hernomen, zoals in het verleden telkens na een sectoraal akkoord. Ook voor 2008 is het studentenaantal in de Franse gemeenschap stabiel op een hoog niveau (8% berekend op de 18-21 jarigen), in de Vlaamse gemeenschap is dit 6%). In Vlaanderen stabiliseert de instroom eerstejaars A2-verpleegkunde met  1.777 op het hoogste niveau sinds 1986, (1.791 in 2007). Dit is betekenisvol omdat de afbouw van het project 600 in 2007-2008 blijkbaar gecompenseerd is door een stijging van de generatiestudenten (de 18-jarigen die voor het beroep kiezen). Wil men het aantal verpleegkundigen evenwel verhogen dan dient het project 600 dringend hernomen om een surplus aan verpleegkundigen te genereren. De administratie van het Bachelor-onderwijs in Vlaanderen kan op 1 mei 2008 nog geen cijfers voorleggen over het aantal ingeschreven studenten verpleegkunde voor het schooljaar 2007-2008. Informatisering vertraagt. Voor de Franse gemeenschap zijn de gegevens al sinds maart bekend. Voor gegevens tot schooljaar 2007 zie Verpleegkundeportaal.
 
Groei werkgelegenheid tot 55 jaar en werkzaamheid 55+ hoogste in Non-Profit
 
Van alle sectoren is het enkel in de Non-Profit-sector waar een stijging van werknemers waar te nemen is over de ganse loopbaan tot 55 jaar. Vanaf 55 jaar is er een zeer beperkte uitstroom die dan nog het laagste is van alle sectoren. Spreken over een forse uitstroom om welke reden dan ook is niet alleen onjuist, het discrediteert ook de verworvenheid en het effect van de verhoogde arbeidsduurvermindering bij stijgende leeftijd: 12 bijkomende verlofdagen op 45 jaar, 24 op 50 jaar en 36 op 55 haar. Deze effectvolle regeling voor oudere werknemers houdt de non-profit werknemer tot hoge leeftijd in de sector. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de enige eindeloopbaanregeling die werkt verzwegen wordt door de beleidsinstanties, met inbegrip van de algemene vakbonden, in de onderhandelingen over het eerste generatiepact. Dat ook de non-profitvakbonden dit nu buiten beeld laten is evenmin te begrijpen. Zij beschikken (momenteel als enige) over het statistische materiaal om hier de harde bewijzen per leeftijdsjaar op tafel te leggen.

Het zelf gecreëerd 'tekort' van Gasthuisberg

In Gasthuisberg zouden 200.000 overuren niet kunnen gerecupereerd worden, alsof dit een aanduiding zou zijn van werkdruk of  tekort aan personeel. Niets is minder waar, toch wat Gasthuisberg en nog al wat andere ziekenhuizen of instellingen betreft. Vanaf februari begint in Gasthuisberg het ‘overuren-scenario’, dwz personeel wordt gevraagd/verplicht overuren te doen die dan in de vakantiemaanden als gevraagde/verplichte recup genomen moeten worden. Wil men deze techniek kunnen toepassen dan moeten een bepaald aantal werknemers hun werktijd beperken tot een 3/4 contract, zodat zij langs overuren hun werktijd op door de werkgever gekozen tijdstippen kunnen opbouwen tot een voltijdse. Zo worden 130 voltijds equivalenten  (aan 1.600 effectieve arbeidsuren per jaar) ‘bespaard’ op kap van een hoge (verplichte) flexibiliteit van het personeel. Voor Gasthuisberg gaat het om 3% ‘structurele en gewilde’ onderbezetting, niet omdat men niemand vindt maar omdat hiermee vraag en aanbod beter op elkaar kan afgestemd worden, op kap van het personeel. Elk personeelslid van Gasthuisberg is hiervan op de hoogte en dit personeels’beleid’ wordt ook door de personeelsdirectie bevestigd.

De 'schaarste' omwille van opgelegde deeltijdse tewerkstelling.

Buiten het door de werknemers zelf gekozen deeltijdse werk, is een goed deel deeltijds werk zoals in Gasthuisberg opgelegd of georganiseerd om redenen van personeels- en dienstorganisatie. Grote thuiszorgdiensten bieden bv enkel halftijdse tewerkstelling aan om het 'gat' in de namiddag te overbruggen. Een betere dienstorganisatie, samenwerking tussen ziekenhuizen, bejaarden- en thuiszorg, opzetten van regionale inspringdiensten van verpleegkundigen kunnen de druk en de verplichting van deeltijds werk verminderen en een aanzienlijk volume verpleegkundig werk vrijmaken. Alle maatregelen die toelaten dat vrouwen een groetere vrijheidsgraad krijgen tav de private huiselijke en zorgarbeid heeft een onmiddellijk rendement naar verhoging van het aanbod van verpleegkundigen en verzorgenden in de voorzieningen. Ook de verdere uitbouw van de systemen van tijdskrediet en loopbaanplanning zorgen voor het behoud van de combinatie werk en private noodwendigheid in plaats van een verbreking ervan. Het terug opbouwen van het Betaald Educatief Verlof tot 240 uren kan opnieuw ruimte maken voor de combinatie wrken leren. Na de afbouw door CD&V minister Smet in 1997, tegen de wil en verzet in van de MOC (zie nota), en de onbegrijpelijke verdere afkalving door Vanvelthoven tot maximaal 120 uren, is het tijd om met het CDH (en MOC) Joëlle Milquet op tewerkstelling, hier een historische restitutie te doen. Het optrekken tot 240 uren zal geenszins de metaal- en de autombielsector schaden die enkel geïnteresseerd is in de kleine urenpakketten waarmee zij wel tot nu toe de grootste hap nemen uit het beschikbare BEV-budget, zie BEV-portaal.

Een teken aan de wand: uitzendarbeid quasi onbestaande in zorgsector

De gespecialiseerde  interim-sector is volledig onmachtig, onvermogend of niet gewenst om  enige rol van betekenis te vervullen met in het vraag en aanbed spel van de Non-Profit, gezien de enkele honderden verpleegkundigen die zij vooralsnog in de zorgsector toeleveren: 570 in alle ziekenhuizen, privé en publiek samen in 2005 in België waarvan 243 in Brussel. In Vlaanderen bedroeg de uitzendarbeid 0,2% van de tewerkstelling in ziekenhuizen. In de bejaardenhomes is de uitzendarbeid praktisch volledig afwezig. Deze lage penetratie en aanwezigheid in de zorgsector is op zich al een aanduiding dat vraag en aanbod tot op het lokale en instellingsniveau verregaand synchroon verloopt. Zie BuG 56.
 

Akkoord 2005-2010: 7.240 VTE toegezegd voor de gezondheidssector
 
In 2005 werden 7.240 VTE toegezegd in de gezondheidszorg, bijkomend aan het bestaande normpersoneel dat constant meegroeit met het aantal erkende bedden. Dit bijkomend personeel werd, in tegenstelling tot het akkoord dat over 5 jaar loopt, uitgespreid over 6 jaar. Het had meer dan nuttig geweest moest duidelijk zijn hoeveel van dit personeelsvolume reeds gerealiseerd is, en of dit volgens de overeengekomen planning verloopt. En het kan een terechte eis zijn om het resterende deel bv op een kortere termijn in te schakelen, zodat ook de spreiding van het bijkomend personeel op 5 jaar gerealiseerd wordt. De voorbeelden die gegeven werden van verlaging van de personeelsbezetting over 10 jaar tijd met meer dan de helft voor een zelfde bewonersgroep in Rusthuis Zonnewende in Aartselaar (Indymedia), is volledig uit de lucht gegrepen, of een vorm van extreem wanbeleid, dat niets van doen heeft met de wettelijke personeelsomkadering en de toegekende progressieve verbetering van de normen of toevoeging de laatste acht jaar van sociale maribel personeel.

Personeelsomkadering in de bejaardenhomes, eerste prioriteit.

Het is altijd de bekommernis gewest van de vakbonden om vooral de personeelsomkadering in de bejaardenvoorzieningen op te trekken, omdat deze, in vergelijking met ziekenhuizen en vooral de (vergelijkbare) gehandicaptenzorg ver achterop lopen. Als de omkadering in ziekenhuizen 2 is, is deze in de bejaardenhomes 1,2 en in de gehandicaptenzorg 3. De roep om meer verpleegkundigen in de bejaardenzorg geeft daarbij blijk van een depreciatie van het gekwalificeerde verzorgende werk en een ondergebruik van de logistieke assistentie die veel tewerkstellingskansen kan creëren voor laaggeschoolden. Enige visie en vooruitziendheid zou hier welkom zijn. Traditioneel zijn de vakbonden hier pleit- en dossierbezorgers van een op de patiënten afgestemd toekomstgericht beleid.

Zonder onderzoek en dossier is geen adequaat beleid en vakbondsactie mogelijk

Het door professor Jozef Pacolet op punt gestelde beroepsmodel in de zorgsector verplegende/verzorgende/logistieke assistent en zijn man-poweronderzoek van de non-profit zou een verplicht referentiepunt moeten zijn voor elke minister en ook voor elke vakbondsactie. Spijtig genoeg wordt dit unieke onderzoek dat minstens om de vijf jaar dient geupdated, niet meer gefinancierd door de sociale partners of overheden, ook al is geld beschikbaar om dit te doen. Zonder dossier en eigen onderzoek zal de sector meer en meer zonder verdediging staan tegenover de alsmaar groter wordende greep en impact van de economische en financiële machtscentra, alle verklaringen ten spijt.
 
Jan Hertogen, socioloog