BuG 58 - Bericht uit het Gewisse 02-05-2007 Printversie (6 p)

De berekening van de werkzaamheidsgraad per leeftijd biedt naast statistische voordelen vooral politieke. Het is daarom onbegrijpelijk dat geen enkel wetenschappelijk instituut, Planbureau, Nationale Bank, Instituut voor de Nationale Rekeningen, Hoge Raad voor de Werkgelegenheid of studiediensten gebruik maken van het elementaire materiaal dat nauwgezet door duizenden Belgische ambtenaren wordt verzameld in de diensten van de Sociale Zekerheid of de Kruispuntenbank. Niet alleen de werkzaamheidsgraad maar de tewerkstellingsevolutie volgens leeftijdjaar en per sector kan met dit materiaal veel punctueler opgevolgd worden. Nu is het enkel de algemene Eurostat-statistiek voortgaan op de enquête naar de ArbeidsKrachten die goed is voor een internationale vergelijking maar tekortschiet voor opzet en opvolging van een nationaal beleid. Sinds enkele dagen hebben de overheidsdiensten ons de laatste gegevens bezorgd om een begin te maken aan de publicatie van de werkzaamheidsgraden per leeftijd en zo de AEK-Eurostatgegevens aan te vullen en te corrigeren, zoals ondermeer wat betreft de uitstapleeftijd. Tevens kan de tewerkstellingsevolutie, per leeftijdsjaar en per sector, accuraat in beeld gebracht worden, en ondermeer vastgesteld dat de eindeloopbaanregeling van de Non-Profitsectoren met 12 bijkomende verlofdagen op 45 jaar, 24 op 50 jaar en 36 op 55 jaar werkt. Zij zijn de enige sector waar de werkzaamheidsgraad niet lekt. Er zullen allicht enkele BuG's nodig zijn om over dit alles volledig verslag te doen. Voor wie dit allemaal te veel is van het goede (of slechte) kan zich nu best langs een remail ontkoppelen. 

Werkzaamheidsgraad bijgesteld: 50,5% voor 55-59 jarigen, 19,7% voor 60+

Werkzaamheidsgraad per leeftijdsjaar: een origineel en verrassend beeld 

Werkzaamheidsgraad Eurostat (61,1%) en berekening volgens leeftijd (61,7%) gelijklopend
Werkzaamheidsgraad voor 55+ gecorrigeerd naar 37,3% i.p.v. 32,0% volgens Eurostat
Probleem werkzaamheid vooral bij 60+: 20% werkzaamheid vooral door legale uitstap
Gemiddelde uitstapleeftijd in 2005 is 59,8 jaar in plaats van 60,6 volgens Eurostat 
Vrouwen bereiken 79% van de werkzaamheid van mannen. Op 25-jarige leeftijd is dit 95%
Doorgroei vrouwen in de tewerkstelling goed voor + 4,1% werkzaamheid in België

Wanneer werkt iemand en hoe kan men het weten?
 
De werkzaamheidsgraad is het percentage 15-64 jarigen dat 'werkt' op het totaal aantal 15-64 jarigen in de bevolking. Wanneer 'werkt' iemand? Als hij 'ja' antwoord op de vraag of hij in de 'referentieweek' van de Enquête naar de ArbeidsKrachten  minstens één uur gewerkt heeft. Deze vraag wordt gesteld aan een representatief staal van de bevolking door de Enquête naar de ArbeidsKrachten in opdracht van Eurostat.
   
Voor de npdata-benadering wordt vertrokken van de telling van bijdrageplichtigen door de drie RSZ-overheidsdiensten en wordt het % berekend op de bevolkingstelling van het NIS. Alle gegevens zijn in dit geval op de werkelijkheid gebaseerd. Iemand 'werkt' als hij arbeid presteert waarvoor sociale bijdragen betaald zijn aan RSZ (Rijksdienst Sociale Zekerheid), RSZ-PPO(Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten) of RSVZ(Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen - Enkel 'hoofdbezigheid' werd weerhouden). Deze drie diensten stellen al reeds 1997 hun tewerkstellingsdata ter beschikking met opdeling naar leeftijd, sector, volgens NACE-kode op 5 digit, geslacht  en gewest. Vanaf 2003 is bij de RSZ de vernieuwde ingifte van toepassing, bij de RSZ-PPO vanaf 2005. Al deze gegevens volledig beschikbaar voor 2003, 2004 en 2005 en gedeeltelijk voor de voorgaande jaren. De gegevens slaan zo mogelijk terug op 30/06 van een jaar (RSZ, RSZ-PPO), op 31/12 (RSVZ) of 01/01 (ADSEI-het vroegere NIS). Doordat het meetmoment en de evolutie per jaar met dezelfde tijdsafstand van een jaar gebeurt zijn alle gegevens relevant voor het betrokken jaar en voor de tijdsinterval die gemeten wordt. 
  
De globale werkzaamheidsgraad: 61,7% voor npdata, 61,1% voor EAK-Eurostat

 
De proef op de som wordt genomen door het resultaat van de berekening van de werkzaamheidsgraad in de npdata-berekening te vergelijken met de EAK-Eurostat resultaten. Npdata meet 61,7% werkzaamheidsgraad, de EAK-Eurostat 61,1%. Ook naar geslacht zijn beide werkzaamheidsgraden gelijklopend. Hoe meer gedetailleerd de gegevens worden bij EAK-Eurostat, hoe problematische echter het resultaat. Zo beperkt men zich bij Eurostat tot leeftijdscategorieën van 5 jaar omdat de aantal per leeftijdsjaar voor hen niet meer betrouwbaar is, gezien het bij hen om een enquête gaat. Doordat de npdata-benadering voortgaat op alle werknemers is het detail tot de kleinste opdeling valide en daarin schuilt de waarde en de kracht van dit gegeven. Zo wordt de werkzaamheidsgraad van 55+ bijgesteld tot 37,3% waar EAK-Eurostat voortgaat op 32%. In onderstaand overzicht is meteen ook duidelijk dat de 'zwakte' van de werkzaamheidsgraad 55% uitsluitend voortkomt uit de 60-plussers terwijl in de categorie 55-59 jaar nog een werkzaamheidsgraad van 50,5% wordt opgemeten.
   

Werkzaamheidsgraad  vergelijking voor 2005

 

Categorie

Npdata

EAK

Eurostat

15-24 jr

 

31,0%

 

 

 

15-19 jaar

10,3%

 

 

 

20-24 jaar

50,9%

 

 

55-64 jr

 

37,3%

32,0%

 

 

55-59 jaar

50,5%

 

 

 

60-64 jaar

19,7%

 

 

44-64jr

 

58,5%

 

 

Totaal

15-64 jaar

61,7%

61,1%

 

  Mannen

 

68,7%

68,3%

 

  Vrouwen

 

54,6%

53,8%

 

Uitstap

 

59,8

 

60,6

  
Eurostat: groei uitstapleeftijd met 1, 2 jaar in 2005!?


Eurostat stelt, tot haar eigen verbazing  vast dat in 2005 de uitstapleeftijd op een jaar tijd met 1,2 jaar verhoogd is tot 60,6 jaar in België, tegenover 59,4 jaar in 2004. Npdata berekent de gemiddelde uitstapleeftijd op 59,8 in 2005, dwz voortgaande op wie na 50 jaar uitstapt, vertrekkend van het niveau werkzaamheidsgraad op 50 jaar. Voor 2004 komt deze berekening uit op 59,8 jaar, voor 2003 op 59,5 jaar. Meer dan voor Eurostat is dit een logische evolutie. In het artikel van De Tijd staat verder nog een niet correct cijfer: tussen 44 en 64 jaar zou de werkzaamheidsgraad volgens Eurostat maar 31,7% bedragen, maar dit is in feite 58,5%. Bij Eurostat, en meteen ook voor de Belgische beleidsvoerders, staan de cijfers van Eurostat blijkbaar op losse schroeven. Of zitten er echte bugs in hun programma's?

  
Werkenden en niet-werkenden per leeftijd

Altijd goed het algemene beeld in het oog te houden. De impact van het lage geboortecijfer gedurende de 2de wereldoorlog is bijna weggeëbt. Enkel de geboorten na 1942 komen nog in beeld gevolgd door de babyboom die met een aanloop vanaf 1947 pas goed op gang kwam in 1951 en haar top bereikt in 1964, de 41-jarigen van 2005. Op deze grafiek is ook al duidelijk dat de start van de tewerkstelling traag verloopt en dat de werkzaamheid pas 'inzakt' na 60 jaar. 
  

  
De werkzaamheidsgraad per leeftijd

Met de individuele telling van werkenden door de administratieve diensten kan de exacte werkzaamheidsgraad berekend worden voor elke leeftijd tussen 15 en 64 jaar. Voor elke leeftijd wordt het aantal werkenden in verhouding gesteld tot het aantal van die leeftijd in de bevolking. Men bekomt aldus de werkzaamheidsgraad voor elke leeftijd. Op basis van aantallen werkenden en bevolking is moeilijk te zien welke de verhouding is tussen werkenden en overeenstemmende bevolking. Door een percentage te berekenen voor elke leeftijd kan men de situatie in de ene leeftijd met de andere vergelijken. Zo wordt duidelijk dat pas op 27 jaar de Belgische bevolking in 2005 haar hoogste werkzaamheidsgraad bereikte, nl. 80%, een werkzaamheidgraad die praktisch gelijk blijft tot 46 jaar. Lichtjes teruglopend tot 67% op  53 jaar komt er een terugval onder de 50% op 58 jaar waar een korte stabilisering optreedt om vanaf  60 jaar met 26% de dieperik in te duiken, mede door het 'wettelijk' pensioen van de ambtenaren en de vrouwelijke pensionering die verplicht op 63 dient te gebeuren. In feite is met deze detaillering naar leeftijd nog geen man of vrouw overboord, zelfs of 57 jaar is nog de helft van deze bevolkingsgroep actief. 
  
Deze simpele vaststelling staat schril in tegenspraak met het alsmaar en tendentieus herhalen van de zogezegde '25%' die na 55 jaar maar aan het werk is. Hier wordt iedereen in één categorie van 10 jaar gestoken en wordt een sereen debat en onderzoek onmogelijk. De waarheid is dat tot 57 jaar 50% van de bevolking werkt; op 58 jaar en 59 jaar nog 45%. Pas op 60 jaar gebeurt de terugval naar 26%, op 62 jaar 20%, 16% op 63
jaar en 11,0% op 64 jaar om de gekende redenen van wettelijke pensioen.



 

Evolutie werkzaamheidsgraden per leeftijd 2003-2005
 
Bedoeling is een instrument te ontwikkelen waarbij jaar op jaar per leeftijd de werkzaamheidsgraad kan gemeten worden. Dit kan op twee manieren: binnen het leeftijdsjaar, die jaar na jaar anders samengesteld is: de 21 jarigen het ene jaar worden een volgend jaar volledig vervangen door de 20 jarigen van het jaar voordien. Daarom is het nuttig ook de werkzaamheidsgraad op te volgen binnen de leeftijdsgroep: men volgt de evolutie van de werkzaamheidsgraad van wie 21 jaar is in 2003, langs de werkzaamheidsgraad van de 22-jarigen in 2004 en de 23 jarigen in 2005.
 
Onderstaande tabel is zo opgemaakt dat alle leeftijden en werkzaamheidsgraden van 2004 met 1 jaar teruggeschoven worden en die van 2003 met 2 jaar. De werkzaamheidsgraden van een leeftijdsgroep van een leeftijdsjaar komen zo op één lijn te staan en kunnen gemakkelijk vergeleken worden en dit voor alle leeftijden. De opgegeven leeftijd is deze van 2005. Voor 2004 en 2003 dient men dus respectievelijk 1 en 2 jaar van de opgegeven leeftijd af te trekken.
   

Werkzaamheidsgraad per leeftijd 2003-2005 met terugschuiven cohorte 2003 met 2 jaar en 2004 1 jaar - Evolutie per jaar/periode

Leeftijd in 2005

2003

2004

2005

03-04

04-05

03-05

15

 

 

1,3%

 

 

 

16

 

1,3%

5,0%

 

 

 

17

1,5%

5,1%

8,8%

3,5%

3,7%

7,2%

18

5,7%

8,8%

14,3%

3,1%

5,5%

8,5%

19

10,0%

14,6%

22,9%

4,6%

8,3%

12,9%

20

15,3%

22,8%

31,7%

7,5%

9,0%

16,4%

21

23,2%

31,9%

40,5%

8,7%

8,6%

17,3%

22

31,7%

39,8%

49,8%

8,1%

10,0%

18,1%

23

40,6%

50,4%

60,7%

9,8%

10,3%

20,1%

24

51,2%

61,2%

69,8%

10,0%

8,6%

18,6%

25

61,1%

69,7%

74,7%

8,6%

5,1%

13,6%

26

69,3%

74,2%

77,5%

4,9%

3,3%

8,2%

27

75,5%

78,0%

79,7%

2,5%

1,7%

4,2%

28

77,8%

78,6%

79,7%

0,8%

1,1%

1,9%

29

78,2%

78,6%

79,2%

0,4%

0,6%

1,0%

30

77,3%

77,4%

78,0%

0,1%

0,7%

0,7%

31

76,3%

76,6%

77,0%

0,3%

0,4%

0,7%

32

77,6%

77,5%

78,3%

0,0%

0,8%

0,7%

33

77,2%

77,6%

78,1%

0,3%

0,5%

0,8%

34

79,0%

79,0%

79,5%

0,0%

0,5%

0,5%

35

79,0%

79,2%

79,8%

0,2%

0,6%

0,8%

36

78,7%

78,6%

79,3%

0,0%

0,7%

0,6%

37

78,1%

78,4%

78,9%

0,4%

0,5%

0,9%

38

77,1%

77,1%

78,0%

0,0%

0,9%

0,9%

39

77,5%

77,7%

78,3%

0,1%

0,6%

0,8%

40

77,5%

77,2%

78,1%

-0,3%

1,0%

0,7%

41

79,6%

79,6%

80,1%

0,0%

0,5%

0,5%

42

79,8%

79,7%

80,2%

0,0%

0,4%

0,4%

43

78,5%

78,5%

78,7%

0,0%

0,2%

0,2%

44

79,5%

79,1%

79,3%

-0,4%

0,2%

-0,2%

45

77,3%

77,2%

77,3%

-0,1%

0,1%

0,0%

46

78,9%

78,7%

78,7%

-0,2%

0,0%

-0,2%

47

77,5%

77,1%

77,0%

-0,4%

-0,1%

-0,5%

48

76,5%

75,9%

75,9%

-0,6%

0,0%

-0,6%

49

75,3%

74,8%

74,2%

-0,4%

-0,6%

-1,0%

50

74,8%

74,1%

72,9%

-0,7%

-1,2%

-1,8%

51

73,6%

72,3%

71,3%

-1,3%

-1,0%

-2,2%

52

71,0%

69,5%

68,5%

-1,5%

-1,0%

-2,5%

53

70,1%

68,6%

67,2%

-1,5%

-1,4%

-2,9%

54

65,2%

63,6%

62,3%

-1,6%

-1,3%

-2,9%

55

63,0%

61,2%

58,4%

-1,8%

-2,9%

-4,7%

56

59,9%

56,9%

54,1%

-3,0%

-2,7%

-5,8%

57

55,6%

52,3%

49,8%

-3,2%

-2,6%

-5,8%

58

51,2%

48,7%

44,0%

-2,6%

-4,7%

-7,2%

59

53,8%

48,7%

45,5%

-5,1%

-3,2%

-8,3%

60

43,0%

40,2%

26,8%

-2,9%

-13,4%

-16,2%

61

41,1%

28,3%

22,2%

-12,8%

-6,1%

-18,9%

62

30,0%

23,0%

20,3%

-7,0%

-2,7%

-9,7%

63

22,4%

19,8%

16,2%

-2,6%

-3,6%

-6,2%

64

15,4%

12,9%

11,2%

-2,5%

-1,6%

-4,1%

65

11,8%

10,5%

 

 

 

 

66

11,2%

 

 

 

 

 

Totaal

61,1%

61,2%

61,7%

0,1%

0,5%

0,6%

 
Opvallend is de gestage maar zeer langzame opbouw van de werkzaamheidsgraad tot 79,7% op 27 jaar en de afbouw die pas op 58 jaar onder de  50% zakt. Tussen 28 en 50jaar is er een uitzonderlijk grote stabiliteit in de werkzaamheidsgraad de laatste twee jaar.
 
Met deze tabel is een uiterst gevoelige 'thermometer' ontwikkeld voor de werkzaamheidsevolutie de komende 10 jaar, aanvullend aan de 'vinger' die de EAK-Eurostat elk kwartaal in de dikke pap van de werkzaamheid steekt om te zien hoe warm hij is.

 
Evolutie werkzaamheidsgraden 2003-2005 per leeftijdscategorie.


In klassieke opmaak geven we hieronder nog de werkzaamheidsgraden per leeftijdscategorie. Op deze basis kan ook de vergelijken met andere bronnen gemaakt worden, gedifferentieerd en genuanceerd, gezien de npdata-cijfers voortgaan op de effectieve telling van alle werkenden in de samenleving.
 

Evolutie werkzaamheidsgraad per leeftijdscategorie

 

2.003

2.004

2.005

2003-2005

15-19 jaar

11,1%

10,4%

10,3%

-0,8%

20-24 jaar

50,9%

50,9%

50,9%

0,0%

25-29 jaar

77,0%

77,4%

78,1%

1,1%

30-34 jaar

78,3%

78,0%

78,2%

-0,1%

35-39 jaar

78,0%

77,8%

78,9%

0,9%

40-44 jaar

78,8%

78,8%

79,3%

0,5%

45-49 jaar

75,5%

76,2%

76,7%

1,1%

50-54jaar

65,9%

67,1%

68,5%

2,7%

55-59 jaar

49,3%

49,7%

50,5%

1,2%

60-64 jaar

17,8%

19,0%

19,7%

1,9%

Totaal

61,1%

61,2%

61,7%

0,6%

24-

31,7%

31,2%

31,0%

-0,7%

55+

35,3%

36,4%

37,3%

2,0%

 
Bij de 55+ stijgt de werkzaamheidsgraad tot 37,3% en dat is alleszins een politiek gewenst resultaat. De werkzaamheidsgraad van de -24-jargen daarentegen  mag zorgen baren, gezien die allicht voortkomt uit een verhoging van de jongerenwerkloosheid. Met deze twee categorieën worden de twee pijnpunten aangegeven van de werkzaamheidsgraad die beiden ongeveer op hetzelfde niveau liggen, met de vraag wat prioritair is?
 
Werkzaamheidgraad mannen en vrouwen per leeftijd in 2005
 
Globaal blijkt een lagere werkzaamheidgraad bij vrouwen in vergelijking met de mannelijke werkenden.

Uitgezet op een grafiek per leeftijdsjaar wordt het volume duidelijk dat de bevolking (of economie) mist aan de lagere werkzaamheidsgraad van de vrouw, of omgekeerd, welk potentieel er nog aanwezig is, zeker bij de groter worden groep allochtone vrouwen. Tussen 45 en 58 jaar is de latere instap van de vrouwen in de arbeidsmarkt zichtbaar. Een lineair doortrekken van de deelname aan de arbeidsmarkt op het niveau van werkzaamheid op  45 jaar (80% van dit van de mannen) zal automatisch een stijging van de werkzaamheidsgraad meebrengen van 2,7% bij de vrouwen en van 1,3% in het algemeen voor België.

 
Als de werkzaamheidsgraad van vrouwen in verhouding gesteld wordt tot de mannelijke wordt het 'deficit' zichtbaar dat voortkomt uit de lagere en ook latere toegang van vrouwen op de arbeidsmarkt. In het algemeen zijn vrouwen bereiken de vrouwen een werkzaamheid van 79% van deze van de mannen. Vooral vrouwen tussen 45 en 54 jaar zijn tussen 70% en 80% actief in vergelijking met mannen. Tussen 25 en 29 jaar is dit 91%. Tussen 55 jaar en 59 jaar ligt de werkzaamheidsgraad van een vrouw  op 63% van deze van een man. Na 60 jaar is dit minder dan de helft, maar dat komt vooral door het ritme van de verlenging van pensioenleeftijd van de vrouw die nog niet volledig afgerond is.
 

Werkzaamheid Man/Vrouw en % vrouw op mannelijke graad

 

Werkzaamheidsgraad

% vrouw op man-

Categorie

Man

Vrouw

Totaal

nelijke graad

15-19 jaar

11,2%

9,5%

10,3%

85%

20-24 jaar

54,2%

47,6%

50,9%

88%

25-29 jaar

81,8%

74,4%

78,1%

91%

30-34 jaar

84,1%

72,2%

78,2%

86%

35-39 jaar

85,8%

71,7%

78,9%

84%

40-44 jaar

86,7%

71,7%

79,3%

83%

45-49 jaar

85,9%

67,3%

76,7%

78%

50-54jaar

80,8%

56,2%

68,5%

70%

55-59 jaar

61,9%

39,2%

50,5%

63%

60-64 jaar

27,1%

12,7%

19,7%

47%

Totaal

68,7%

54,6%

61,7%

79%

 
De kleine dip in de vrouwelijke werkzaamheid tussen 18 en 24 jaar

Wanneer de werkzaamheidsgraad van vrouwen per leeftijd in verhouding gesteld worden met de mannelijke ontstaat een eigenaardig beeld tussen 18 en 24 jaar, weliswaar op een laag niveau van werkzaamheid. De combinatie van moederschap, het meer dan jongens studeren van vrouwen en allicht ook een bijkomend input van (vervolg)migratie die zich (nog niet) inschrijft in de arbeidsmarkt zijn hier verklarende factoren.
  


Grotere deelname aan de arbeidsmarkt vrouwen goed voor 4,1% bijkomende werkzaamheid in België

Het feit evenwel dat de vrouwen op 25 jaar opklimmen tot 95% van de werkzaamheidsgraad van de mannen is wel de grootste garantie dat de komende 4 decennia de werkzaamheidsgraad gestaag zal stijgen. Als we de vrouwelijke tewerkstelling de komende 4 decennia uitzetten aan 90% van deze van de man  zal de werkzaamheidgraad in België op termijn automatisch met 4,1% stijgen, bij gelijkheid van alle andere factoren. Ook de vrouwelijke overvloed kan maar echt in beeld komen door de  werkzaamheidsgraad per leeftijd te berekenen en jaar op jaar op te volgen. Wij nemen ons alleszins voor dit de komende tien jaar te doen!

Jan Hertogen, socioloog