BuG 523 – Bericht uit het Gewisse – 06/04/2023

BuG 523 on-line       Print  Tablet  Smartphone (13p)

Heropbouw brugpensioen is de enige remedie
tegen verdere stijging van langdurige ziekte.
Vrouwen, opnieuw schietschijf in langdurige
ziekte na hun exclusie uit het brugpensioen




In 12 jaar tijd verdubbeling langdurige ziekte
bij 50+ van 150.833 in 2009 tot 298.044 in 2021


Afbouw brugpensioen van 117.831 in 2009 tot
27.212 in 2021 en van niet-werkzoekende 50+
van 92.625 in 2009 tot 316 in 2021. Er is een
volledige substitutie/vervanging van de afbouw
eindloopbaan door langdurige ziekte, vooral
voor vrouwen het enige overblijvend alternatief.


 
Na 2009 stijgt langdurige ziekte met 102.055 bij
vrouwen of + 199%, bij mannen is dit +49.569 of
+75% en dit bij enkel bij de loontrekkenden




Daar bovenop  treft de afbouw tijdskrediet
vooral de vrouwen, een misogyn beleid.

Evolutie langdurige ziekte alle loontrekkenden

Langdurig zieken 18-64 jaar, 2009-2021, naar geslacht
Jaar Naar geslacht Totaal % vrou-wen % cumul evol.
  Mannen Vrouwen
2009 130.099 134.516 264.615 51% 0%
2010 134.364 146.724 281.088 52% 11%
2011 138.941 157.146 296.087 53% 20%
2012 143.427 167.305 310.732 54% 29%
2013 149.014 178.133 327.147 54% 39%
2014 156.012 192.613 348.625 55% 52%
2015 165.337 210.746 376.083 56% 67%
2016 170.783 223.748 394.530 57% 80%
2017 176.225 236.744 412.970 57% 94%
2018 181.674 249.744 431.418 58% 107%
2019 183.682 259.933 443.615 59% 117%
2020 193.393 279.059 472.452 59% 135%
2021 198.672 292.574 491.246 60% 148%

50+ evolutie langdurige ziekte

Langdurig zieken 50+ jaar, 2009-2021, naar geslacht
Jaar Naar geslacht Totaal % vrou-wen % cumul evol. vr
  Mannen Vrouwen
2009 83.703 71.626 155.329 46% 0%
2010 86.026 79.760 165.786 48% 11%
2011 89.163 86.253 175.416 49% 20%
2012 92.159 92.684 184.843 50% 29%
2013 95.625 99.822 195.447 51% 39%
2014 99.878 108.789 208.667 52% 52%
2015 105.423 119.479 224.902 53% 67%
2016 110.051 129.052 239.103 54% 80%
2017 114.679 138.624 253.303 55% 94%
2018 119.307 148.197 267.504 55% 107%
2019 121.276 155.111 276.387 56% 117%
2020 129.175 168.292 297.467 57% 135%
2021 133.378 177.731 311.109 57% 148%


50+: Volledige en verminderde uitkeringen naar geslacht

Langdurig zieken 50+, 2009-2021, Volledige uitkering
Jaar Naar geslacht Totaal % Vrou-wen % cumul evol. vr.
  Mannen Vrouwen
2009 73.115 65.098 138.213 47% 0%
2010 75.152 72.186 147.338 49% 11%
2011 77.614 77.350 154.964 50% 19%
2012 79.881 82.423 162.304 51% 27%
2013 82.435 87.941 170.376 52% 35%
2014 85.506 94.542 180.048 53% 45%
2015 89.304 102.017 191.321 53% 57%
2016 92.995 109.464 202.459 54% 68%
2017 96.686 116.910 213.596 55% 80%
2018 100.377 124.357 224.734 55% 91%
2019 100.802 127.981 228.783 56% 97%
2020 107.703 138.565 246.268 56% 113%
2021 109.630 143.714 253.344 57% 121%

Langdurig zieken 50+, 2009-2021, Verminderde uitkering
Jaar Naar geslacht Totaal Vrou-wen % cumul evol. vr.
  Mannen Vrouwen
2009 10.588 6.528 17.116 38% 0%
2010 10.874 7.574 18.448 41% 16%
2011 11.549 8.903 20.452 44% 36%
2012 12.278 10.261 22.539 46% 57%
2013 13.190 11.881 25.071 47% 82%
2014 14.372 14.247 28.619 50% 118%
2015 16.119 17.462 33.581 52% 167%
2016 17.056 19.588 36.644 53% 200%
2017 17.993 21.714 39.707 55% 233%
2018 18.930 23.840 42.770 56% 265%
2019 20.474 27.130 47.604 57% 316%
2020 21.472 29.727 51.199 58% 355%
2021 23.748 34.017 57.765 59% 421%

Vrouwen: evolutie volledige en verminderde uitkeringen

Waar blijven de vrouwenbewegingen om op te
komen voor gelijke rechten van vrouwen bij
eindeloopbaan, recht op volledig pensioen en
uitbouw in plaats van afbouw tijdskrediet/LBO?

1. Bronnen: speciaal opgevraagde data bij RIZIV, RVA, RSZ en eigen verwerking npdata.be. Elke burger en 'expert' kan deze gegevens opvragen bij de betrokken administratieve diensten. .

2. De groep van 10 stabiliseerde de huidige rechten mbt brugpensioen, vooral voor de vrouwen een goede zaak
(met dank aan Marc Leemans)

In De Tijd van 15/03/2023 wordt het akkoord tussen de sociale partners adequaat weergegeven: "De afspraken van twee jaar geleden worden verlengd: de uitzonderingen voor brugpensioen, soepeler landingsbanen en overuren blijven. Het betekent dat wie om medische redenen op 58 jaar met brugpensioen wil - dat nu officieel stelsel voor werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) heet - dat nog altijd kan. Ook elders zijn er verlengingen. Wie voldoende lang een zwaar beroep heeft uitgeoefend, kan op 60 jaar met brugpensioen. Wel moet zo'n bruggepensioneerde beschikbaar blijven voor een nieuwe job, maar in dit geval wordt vanaf 62 jaar niet langer verwacht dat hij daarnaar actief op zoek gaat. Wat zwaar werk is, wordt gedefinieerd in collectieve arbeidsovereenkomsten per sector. Ook de landingsbanen blijven. Wie 55 jaar wordt en al 35 jaar werkt, kan ervoor kiezen deeltijds of vier vijfden te werken. De loopbaanvereiste is korter voor wie zwaar werk verrichtte of werkt voor een bedrijf in moeilijkheden."

3. Methodologische toelichting over ziekte en invaliditeit:

Het is geen sinecure om de beschikbare en/of opgevraagde statistische informatie zonder dubbeltelling, en met het goed begrip van Primaire Arbeidsongeschiktheid en Invaliditeit in tabel en grafiek te brengen. De Tijd van 05/04/2023 geeft daar een goede illustratie van met cijfers over ziekte en invaliditeit samen zonder dat duidelijk gemaakt worden over wie men het juist heeft. De Tijd verwijst naar cijfers van het Steunpunt werk, maar deze zijn blijkbaar nog niet voor elkeen toegankelijk. In dit bericht gaan we voort op speciaal opgemaakte overzichten van het RIZIV.

Hierbij geven we, ter documentatie voor de leeftijdsgroep 50+ het evolutie-% tav het voorgaande jaar (1ste tabel) en het gecumuleerd evolutie % tav 2009 in de 2de tabel hieronder dit van 2009 tot 2021 op 31/12 voor diverse statuten.

50+: GL+PAO, langd. ziek, loontr, UVW, 2009-2021, % evolutie
Jaar Gw. loon + PAO Langd. Zieken Loon-trekkend UVW werkloos Totaal
2009 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
2010 6,8% 6,7% 4,6% 2,8% 4,8%
2011 6,9% 5,8% 1,8% 1,1% 2,6%
2012 3,1% 5,4% 3,1% -2,2% 3,0%
2013 6,4% 5,7% 3,1% 10,9% 4,3%
2014 7,9% 6,8% 3,2% 2,3% 3,9%
2015 3,9% 7,8% 3,0% -5,0% 3,1%
2016 5,1% 6,3% 3,5% -1,0% 3,7%
2017 4,9% 5,9% 2,9% -1,3% 3,2%
2018 3,6% 5,6% 2,4% -3,9% 2,5%
2019 6,8% 3,3% 2,8% -3,0% 2,8%
2020 2,1% 7,6% 1,5% 0,6% 2,6%
2021 4,0% 4,6% 2,2% -8,8% 2,1%

50+: GL+PAO, langd.ziek, loontr., UVW. 2009-2021, cumul %
Jaar Gw. loon + PAO Langd. Zieken Loon-trekkend UVW werkloos Totaal
2009  0% 0%   0% 0% 0% 
2010 7% 7% 5% 3% 5%
2011 14% 13% 7% 4% 8%
2012 18% 19% 10% 2% 11%
2013 25% 26% 13% 13% 16%
2014 35% 34% 17% 15% 20%
2015 40% 45% 20% 10% 24%
2016 48% 54% 25% 8% 28%
2017 55% 63% 28% 7% 32%
2018 60% 72% 31% 3% 36%
2019 71% 78% 35% 0% 40%
2020 75% 92% 37% 0% 43%
2021 82% 100% 40% -8% 46%

Voor bovenstaande grafieken en tabellen wordt voortgegaan op de evolutie 2009-2021 omdat voor 2022 de gegevens van het RIZIV nog niet publiek ter beschikking zijn.

De verwerking beperkt zich tot de werknemers van 50 jaar of ouder.

Hoofdbedoeling is na te gaan in welke mater de diverse statuten van einde loopbaan als compensatie, vervanging of als communicerend vat gebruikt worden. Dwz of invaliditeit, hetgeen nu aangeduid wordt met 'langdurige' ziekte', het statuut geworden is waarin werknemers noodgedwongen hun einde loopbaan leefbaar houden, mede als gevolg van de afbraak van het brugpensioen, en het opdoeken van de regeling Oudere niet werkzoekende 50+, onderscheiden naar geslacht. Om hier zicht op te krijgen is een tijdsreeks noodzakelijk met vergelijkbare gegevens waarvoor de data van het RIZIV zijn aangewend. Voor de statuten in de werkloosheid of voor RVA-uitkering om vrijgesteld te worden van arbeid zoals tijdskrediet en loopbaanonderbreking wordt een tijdsreeks vanaf 2001 gebruikt.

3.1. De PAO, Primaire Arbeidsongeschiktheid: ziekte van minder dan een jaar. Bij ziekte van een werknemer wordt eerst het recht op gewaarborgd loon uitgeput.Voor de ziektestatistiek van het RIZIV worden, overeenkomstig het zeer interessante Infoblad van de CM, de ziektedagen vanaf het begin van het werkverlet, dus ook de ziekte onder gewaarborgd loon meegeteld.

Het onvatbare en statistisch afwezig gewaarborgd loon

Voor gewaarborgd loon wordt voortgegaan op de gegevens van een onderzoek van het sociaal secretariaat van Partena over het ziekteverlet en hun vaststelling dat een vrouwelijke werknemer gemiddeld 6,6 dagen gewaarborgd loon opneemt, een mannelijke 5 dagen en dat het aantal dagen gewaarborgd loon door de jaren heen stabiel is gebleven.

In de RIZIV-statistiek wordt, wat PAO betreft, onderscheid gemaakt tussen actieven en werklozen, omdat ook werklozen bij ziekte van meet af aan onder het statuut primaire arbeidsongeschiktheid komen. Bij bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd gaat wie in het stelsel van de PAO zit over op pensioen, zowel de werknemers als de werklozen.

3.2. Langdurige ziekte of invaliditeit, ziekte na meer dan een jaar. Het gaat dan om een werknemer of werkloze  waarvan de ziekte langer dan een jaar duurt en die overgaat naar het statuut van invaliditeit/langdurige ziekte, en dit kan doen met volledige of verminderde uitkeringen. Het % werklozen in de invaliditeit is gelijklopend met dit van de primaire ongeschiktheid, nl 12%. Ook hier is sprake van volledige en verminderde tegemoetkomingen.

Voor de verwerking van de RIZIV gegevens is voortgegaan op het totaal van de volledige en verminderde uitkeringsdagen, met voor de PAO de actieven, en voor de invaliditeit het totaal actieven + werklozen omdat hier geen onderscheid gemaakt is/kan worden door het Riziv en ook de RVA niet kan aangeven hoeveel van de werklozen zijn overgegaan op de invaliditeitsregeling. Het verwerkte gegeven in de grafieken is dus met inbegrip van de 12% werklozen-invaliden. Doordat de telling voor alle jaren gelijk wordt toegepast zijn de evoluties van ziekte en invaliditeit volledig conform aan de werkelijkheid voor de actieven. Bij bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd gaat wie in het stelsel van de PAO zit over op pensioen, zowel de werknemers als de werklozen.

3.3. Volledige en verminderde uitkering

Zowel in PAO als invaliditeit is er sprake van volledige en verminderde uitkeringen. Om gerechtigd te zijn op een volledige uitkering moet men een
vermindering van het verdienvermogen van 2/3 kunnen aantonen om arbeidsongeschikt erkend te worden. De uitkering wordt berekend als een % op de voorbije wedde. Verminderde uitkeringen worden toegepast wanneer overgegaan wordt tot een gedeeltelijke activiteit, dwz deeltijdse werkhervatting, cumulatie met een andere regeling, bv arbeidsongevallenverzekering, of wanneer er een sanctie wordt toegepast bv omdat men laattijdig aangifte gedaan heeft, niet verschenen is op een medische controle enz.

Het aandeel van 50+ bij de langdurig zieken is gestegen van 59% in 2009 tot 63% in 2021. De stijging bij de volledige uitkeringen is verdubbeld en bij de verminderde uitkeren meer dan verdrievoudigd op 12 jaar, allicht als gevolg van de 'activering'.


4. Aandeel vrouwen in diverse statuten

In een van de volgende berichten wordt verder ingegaan op de evoluties in de diverse statuten, afgemeten aan de evolutie van de tewerkstelling bij loontrekkenden, bij wie van RVA-uitkeringen kan genieten en zelfstandigen.







Een sterke verhoging in 2021die ook in 2022 is doorgezet.

5. Langdurige ziekte/invaliditeit, primaire
arbeidsongeschiktheid (PAO), gewaarborgd loon wordt
gelegd naast de evolutie SWT/Brugpensioen en het verdwijnen van de regeling niet-werkzoekende oudere 50+.

5.1. Evolutie SWT/brugpensioen en oudere niet-werkzoekende 2001-2021 en langdurige ziekte 2009-2021 naar geslacht



De  communicerende vaten van langdurige ziekte voor afbouw brugpensioen en niet werkzoekende 50+ wordt duidelijk geïllustreerd. Het gaat dan niet alleen om substitutie of vervanging, maar om de sterker wordende instroom van vrouwen in de oudere leeftijdsgroepen door de verlenging van de pensioenleeftijd die in 2009 gelijk aan de mannen kwam, nl. 65 jaar. Van dan af ging het burgpensioen in dalende lijn en de langdurige ziekte in opgaande, vooral bij de vrouwen.

5.2. Langdurige ziekte, primaire arbeidsongeschiktheid, gewaarborgd loon en evolutie SWT/brugpensioen en oudere niet-werkzoekenden 2009-2021 naar geslacht

Totaal mannen en vrouwen


Mannen


Vrouwen

Voor de aannames gewaarborgd loon, zie methodologie punt 3. Het beeld en de evolutie voor vrouwen is erg verschillend van dat van de mannen. De globale evolutie, zonder opsplitsing naar geslacht is daarom verhullend en misleidend. Dat er sprake is van substitutie, dwz van de afbouw brugpensioen naar langdurige ziekte staat buiten kijf. Enkel een herstel van het brugpensioen zal de druk op de langdurige zieken doen afnemen en voor elke werknemer die dit wenst een aangepaste einde loopbaan verzekeren. Het zal allicht de mobilisatie zijn, vooral van de vrouwen en de werkende bevolking in z'n geheel die hier terug de maatschappelijke orde op zaken zal krijgen. Pensioen en brugpensioen als centraal verkiezingsthema in 2024 zal misschien wel het breekijzer kunnen zijn om andere coalities te krijgen die meer dan nu het geval is zich richten naar het belang en de verzuchtingen van de werkende bevolking.

5.3. Het % gewaarborgd loon, primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit (langdurige ziekte) op de loontrekkenden

In welke mate is de stijging van langdurige ziekte een gevolg van de evolutie van het aantal werknemers en actieven? De impact daarvan kan geneutraliseerd worden door het aantal langdurig zieken en primaire arbeidsongeschikten bij de loontrekkenden in verhouding te stellen tot de loontrekkende bevolking van 18 tot 64  jaar.

Mannen


Vrouwen

Bijna 32% van de loontrekkende bevolking in België is wegens ziekte dagelijks niet (volledig) beschikbaar voor de arbeidsmarkt in 2021: 2,3% met gewaarborgd loon, 4,3% met primaire arbeidsongeschiktheid en 25,3% met langdurige ziekte (invaliditeit), de volledige en verminderde uitkeringen inbegrepen. Voor de mannen is dit 28%, voor de vrouwen 37%.

6. Substitutie afbouw einde loopbaan door langdurige ziekte

Als de afname van het brugpensioen en het verdwijnen van de regeling van oudere niet werkzoekenden 50+ samengeteld worden, en uitgezet tegenover de groei van de langdurige ziekte, dan wordt duidelijk dat er een volledige substitutie is, dwz de vervanging van deze afbouw door de toename van langdurige ziekte. Elke poging om de langdurige ziekte af te remmen is tot mislukking gedoemd zolang ondermeer de regeling brugpensioen niet terug wordt opgebouwd om werknemers toe te laten hun statuut in overeenstemming te brengen met hun fysieke en mentale toestand zonder hierbij noodgedwongen op de ziekteverzekering en invaliditeit terug te vallen. Door het afbouwen van het brugpensioen op het ogenblik dat ook vrouwen er gegadigden van konden worden zijn het vooral vrouwen die deze kaakslag niet nemen, hetgeen zichtbaar wordt in hun aandeel in de langdurige ziekten. Enkel een regulariseren van het brugpensioen zal de druk op de ziekteverzekering en langdurige ziekten kunnen wegnemen.

7. Een beeld per gewest en gedifferentieerd voor de leeftijdscategorieën 50-54, 55-59 en 60-64 jaar is te veel om in het bestek van dit bericht uit te werken. Wie geïnteresseerd is in een detail per gewest en/of leeftijd kan dit altijd laten weten aan info@npdata.be.

Met vriendelijke groeten,

Jan Hertogen, socioloog
0487 335 552

Wie geen berichten meer wenst te ontvangen kan dit langs een Re melden met opgave "Uitschrijven", ingeval van een alias, het originele emailadres doorgeven.