BuG 523 – Bericht uit het Gewisse – 06/04/2023 BuG 523 on-line Print Tablet Smartphone (13p)
Heropbouw brugpensioen is de enige remedie Evolutie langdurige ziekte alle loontrekkenden
50+ evolutie langdurige ziekte
Vrouwen: evolutie volledige en verminderde
uitkeringen
Waar blijven de vrouwenbewegingen om op te
1. Bronnen: speciaal opgevraagde data
bij RIZIV, RVA, RSZ en eigen verwerking npdata.be. Elke burger en
'expert' kan deze gegevens opvragen bij de betrokken administratieve
diensten. . In De Tijd van 15/03/2023 wordt het akkoord tussen de sociale partners adequaat weergegeven: "De afspraken van twee jaar geleden worden verlengd: de uitzonderingen voor brugpensioen, soepeler landingsbanen en overuren blijven. Het betekent dat wie om medische redenen op 58 jaar met brugpensioen wil - dat nu officieel stelsel voor werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) heet - dat nog altijd kan. Ook elders zijn er verlengingen. Wie voldoende lang een zwaar beroep heeft uitgeoefend, kan op 60 jaar met brugpensioen. Wel moet zo'n bruggepensioneerde beschikbaar blijven voor een nieuwe job, maar in dit geval wordt vanaf 62 jaar niet langer verwacht dat hij daarnaar actief op zoek gaat. Wat zwaar werk is, wordt gedefinieerd in collectieve arbeidsovereenkomsten per sector. Ook de landingsbanen blijven. Wie 55 jaar wordt en al 35 jaar werkt, kan ervoor kiezen deeltijds of vier vijfden te werken. De loopbaanvereiste is korter voor wie zwaar werk verrichtte of werkt voor een bedrijf in moeilijkheden." 3. Methodologische toelichting over ziekte en invaliditeit: Het is geen sinecure om de beschikbare en/of opgevraagde statistische informatie zonder dubbeltelling, en met het goed begrip van Primaire Arbeidsongeschiktheid en Invaliditeit in tabel en grafiek te brengen. De Tijd van 05/04/2023 geeft daar een goede illustratie van met cijfers over ziekte en invaliditeit samen zonder dat duidelijk gemaakt worden over wie men het juist heeft. De Tijd verwijst naar cijfers van het Steunpunt werk, maar deze zijn blijkbaar nog niet voor elkeen toegankelijk. In dit bericht gaan we voort op speciaal opgemaakte overzichten van het RIZIV. Hierbij geven we, ter documentatie voor de leeftijdsgroep 50+ het evolutie-% tav het voorgaande jaar (1ste tabel) en het gecumuleerd evolutie % tav 2009 in de 2de tabel hieronder dit van 2009 tot 2021 op 31/12 voor diverse statuten.
Voor bovenstaande grafieken en tabellen wordt voortgegaan op de evolutie 2009-2021 omdat voor 2022 de gegevens van het RIZIV nog niet publiek ter beschikking zijn.
De verwerking beperkt zich tot de werknemers
van 50 jaar of ouder. 3.1. De PAO, Primaire Arbeidsongeschiktheid: ziekte van minder dan een jaar. Bij ziekte van een werknemer wordt eerst het recht op gewaarborgd loon uitgeput.Voor de ziektestatistiek van het RIZIV worden, overeenkomstig het zeer interessante Infoblad van de CM, de ziektedagen vanaf het begin van het werkverlet, dus ook de ziekte onder gewaarborgd loon meegeteld. Het onvatbare en statistisch afwezig gewaarborgd loon Voor gewaarborgd loon wordt voortgegaan op de gegevens van een onderzoek van het sociaal secretariaat van Partena over het ziekteverlet en hun vaststelling dat een vrouwelijke werknemer gemiddeld 6,6 dagen gewaarborgd loon opneemt, een mannelijke 5 dagen en dat het aantal dagen gewaarborgd loon door de jaren heen stabiel is gebleven. In de RIZIV-statistiek wordt, wat PAO betreft, onderscheid gemaakt tussen actieven en werklozen, omdat ook werklozen bij ziekte van meet af aan onder het statuut primaire arbeidsongeschiktheid komen. Bij bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd gaat wie in het stelsel van de PAO zit over op pensioen, zowel de werknemers als de werklozen. 3.2. Langdurige ziekte of invaliditeit, ziekte na meer dan een jaar. Het gaat dan om een werknemer of werkloze waarvan de ziekte langer dan een jaar duurt en die overgaat naar het statuut van invaliditeit/langdurige ziekte, en dit kan doen met volledige of verminderde uitkeringen. Het % werklozen in de invaliditeit is gelijklopend met dit van de primaire ongeschiktheid, nl 12%. Ook hier is sprake van volledige en verminderde tegemoetkomingen. Voor de verwerking van de RIZIV gegevens is voortgegaan op het totaal van de volledige en verminderde uitkeringsdagen, met voor de PAO de actieven, en voor de invaliditeit het totaal actieven + werklozen omdat hier geen onderscheid gemaakt is/kan worden door het Riziv en ook de RVA niet kan aangeven hoeveel van de werklozen zijn overgegaan op de invaliditeitsregeling. Het verwerkte gegeven in de grafieken is dus met inbegrip van de 12% werklozen-invaliden. Doordat de telling voor alle jaren gelijk wordt toegepast zijn de evoluties van ziekte en invaliditeit volledig conform aan de werkelijkheid voor de actieven. Bij bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd gaat wie in het stelsel van de PAO zit over op pensioen, zowel de werknemers als de werklozen.
3.3. Volledige en verminderde uitkering
Het aandeel van 50+ bij de langdurig zieken is gestegen van 59% in 2009 tot 63% in 2021. De stijging bij de volledige uitkeringen is verdubbeld en bij de verminderde uitkeren meer dan verdrievoudigd op 12 jaar, allicht als gevolg van de 'activering'.
4. Aandeel vrouwen in diverse statuten
In een van de volgende berichten wordt verder ingegaan op de evoluties in de diverse statuten, afgemeten aan de evolutie van de tewerkstelling bij loontrekkenden, bij wie van RVA-uitkeringen kan genieten en zelfstandigen.
5. Langdurige ziekte/invaliditeit, primaire 5.1. Evolutie SWT/brugpensioen en oudere niet-werkzoekende 2001-2021 en langdurige ziekte 2009-2021 naar geslacht
De communicerende vaten van langdurige ziekte voor afbouw brugpensioen en niet werkzoekende 50+ wordt duidelijk geïllustreerd. Het gaat dan niet alleen om substitutie of vervanging, maar om de sterker wordende instroom van vrouwen in de oudere leeftijdsgroepen door de verlenging van de pensioenleeftijd die in 2009 gelijk aan de mannen kwam, nl. 65 jaar. Van dan af ging het burgpensioen in dalende lijn en de langdurige ziekte in opgaande, vooral bij de vrouwen. 5.2. Langdurige ziekte, primaire arbeidsongeschiktheid, gewaarborgd loon en evolutie SWT/brugpensioen en oudere niet-werkzoekenden 2009-2021 naar geslacht
Totaal mannen en vrouwen Voor de aannames gewaarborgd loon, zie methodologie punt 3. Het beeld en de evolutie voor vrouwen is erg verschillend van dat van de mannen. De globale evolutie, zonder opsplitsing naar geslacht is daarom verhullend en misleidend. Dat er sprake is van substitutie, dwz van de afbouw brugpensioen naar langdurige ziekte staat buiten kijf. Enkel een herstel van het brugpensioen zal de druk op de langdurige zieken doen afnemen en voor elke werknemer die dit wenst een aangepaste einde loopbaan verzekeren. Het zal allicht de mobilisatie zijn, vooral van de vrouwen en de werkende bevolking in z'n geheel die hier terug de maatschappelijke orde op zaken zal krijgen. Pensioen en brugpensioen als centraal verkiezingsthema in 2024 zal misschien wel het breekijzer kunnen zijn om andere coalities te krijgen die meer dan nu het geval is zich richten naar het belang en de verzuchtingen van de werkende bevolking. 5.3. Het % gewaarborgd loon, primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit (langdurige ziekte) op de loontrekkenden In welke mate is de stijging van langdurige ziekte een gevolg van de evolutie van het aantal werknemers en actieven? De impact daarvan kan geneutraliseerd worden door het aantal langdurig zieken en primaire arbeidsongeschikten bij de loontrekkenden in verhouding te stellen tot de loontrekkende bevolking van 18 tot 64 jaar.
Mannen Bijna 32% van de loontrekkende bevolking in België is wegens ziekte dagelijks niet (volledig) beschikbaar voor de arbeidsmarkt in 2021: 2,3% met gewaarborgd loon, 4,3% met primaire arbeidsongeschiktheid en 25,3% met langdurige ziekte (invaliditeit), de volledige en verminderde uitkeringen inbegrepen. Voor de mannen is dit 28%, voor de vrouwen 37%. 6. Substitutie afbouw einde loopbaan door langdurige ziekte Als de afname van het brugpensioen en het verdwijnen van de regeling van oudere niet werkzoekenden 50+ samengeteld worden, en uitgezet tegenover de groei van de langdurige ziekte, dan wordt duidelijk dat er een volledige substitutie is, dwz de vervanging van deze afbouw door de toename van langdurige ziekte. Elke poging om de langdurige ziekte af te remmen is tot mislukking gedoemd zolang ondermeer de regeling brugpensioen niet terug wordt opgebouwd om werknemers toe te laten hun statuut in overeenstemming te brengen met hun fysieke en mentale toestand zonder hierbij noodgedwongen op de ziekteverzekering en invaliditeit terug te vallen. Door het afbouwen van het brugpensioen op het ogenblik dat ook vrouwen er gegadigden van konden worden zijn het vooral vrouwen die deze kaakslag niet nemen, hetgeen zichtbaar wordt in hun aandeel in de langdurige ziekten. Enkel een regulariseren van het brugpensioen zal de druk op de ziekteverzekering en langdurige ziekten kunnen wegnemen.
7. Een beeld per gewest en gedifferentieerd voor de leeftijdscategorieën 50-54, 55-59 en 60-64 jaar is te veel om in het bestek van dit bericht uit te werken. Wie geïnteresseerd is in een detail per gewest en/of leeftijd kan dit altijd laten weten aan info@npdata.be. Met vriendelijke groeten,
Jan
Hertogen, socioloog Wie geen berichten meer wenst te ontvangen kan dit langs een Re melden met opgave "Uitschrijven", ingeval van een alias, het originele emailadres doorgeven. |