BuG 453 – Bericht uit het Gewisse – 8 juni 2019
   
BuG 453 on-line     Tablet  Smart-phone  Print (12p)

"Al 40 jaar opvolging verpleegstudenten, ook 30 jaar
nadat Herman Cosijns (†) samen met de VDAB het
verpleegproject voor werkzoekenden startte dat in
2020 haar 10.000ste verpleegkundige mag vieren."

Dalende instroom verpleegstudenten gestopt in 2019/2020
10.000 werklozen zijn verpleegkundige geworden op 30 jaar.

Vele wegen om stijgende zorgbehoefte te beantwoorden, oa
8.044 werklozen met zorgkwalificatie die wachten op werk,
verhoging jobtime met 0,10 maakt 11.222 VTE vrij in de zorg,
een nieuwe sociale maribel zet duizenden aan het werk.
 
Door de nieuwe instroom van 1ste jaars HBO5 is de vermindering
van het aantal eerstejaars de laatste drie jaar gestopt. Dat is goed
nieuws want door de verplichting van een 4de jaar voor bachelors
verpleegkunde is er een gedurende een jaar minder uitstroom.

.

1. Enkele methodologische toelichtingen

Al sinds 1992 wordt het overzicht verpleegstudenten bijgehouden met opbouw van de tijdsreeks op basis van de papieren rapporten van het ministerie van onderwijs, en dit met soepele aanpassing aan de wijzigingen in de onderwijssystemen.

De overzichten van verpleegstudenten slaan dit jaar terug op 40 jaar, dwz van het schooljaar 1980/1981 tot 2019/2020. Tot 2012 gebeurde dit voor beide gemeenschappen. In de loop van 4 decennia heeft de statistiek de wijzigingen op het veld gevolgd zodat de cijferevolutie consistent blijft, ook al wordt in de bacheloropleiding niet meer in leerjaren gewerkt. Dat houdt ondermeer volgende punten in:

- De brugopleiding waarbij van HB05 naar Bachelor kan geupgraded, wordt van het aantal Bachelors afgetrokken omdat er geen hoger aantal verpleegkundigen op de markt komt, wel een kwalificatieverhoging. Hier wordt voortgegaan op de laatst gekende gegevens van doorstroming.
- Sinds enkele jaren wordt voor de Bachelors niet meer in leerjaren gewerkt. Er wordt enkel een totaal aantal inschrijvingen doorgegeven. Hierop worden evenwel de laatst gekende % eerstejaars en % van doorstroming toegepast.
- De uitbreiding met een 4de jaar voor bachelor-verpleegkunde werd as volgt in het statistische overzicht geïntegreerd: In het schooljaar 2019/2020 zijn 9.751 studenten ingeschreven voor bachelor verpleegkunde en vroedvrouw. 2.029 daarvan hebben voldoende onderwijspunten verzameld om een vierde jaar te kunnen beëindigen. Deze worden allen als 4de jaars beschouwd. De scholen organiseren zich niet meer in studiejaren maar voor de continuïteit van de statistische overzichten verdelen we de studenten over drie leerjaren, overeenkomstig de laatst gekende doorstroming van het eerste naar tweede, en van 2de naar 3de jaar, en dit vertrekkend van het totaal aantal ingeschreven studenten.
- Om het onderscheid te kunnen maken tussen 'gewone' studenten, werkzoekenden (VDAB-studenten) en Werkenden (project 600) worden elk jaar de specifieke gegevens opgevraagd. Voor project 600 in de openbare dienst, ongeveer 1/3 van het potentieel, wordt voortgegaan op de laatst gekende gegevens.
- Voor vragen, technische opmerkingen, suggesties of meer specifieke cijfers, zie info@npdata.be

2. Evolutie 1ste jaars en het totaal aantal Verpleegstudenten 1980-2020

Basistabel (in html) met alle gegevens in aantallen, % en evolutie-indexen: Verpleegstudenten 1980-2020. In onderstaande tabel worden er enkele gegevens uitgepikt:

Verpleegstudenten HBO5 en Bachelor Vlaanderen 1980-2020
  Eerstejaars Totaal
  HBO5 Bachelor Totaal HBO5 Bachelor Totaal
80/81  2.336 2.545 4.881 5.622 6.238 11.860
81/82  2.542 2.790 5.332 6.074 6.545 12.619
82/83  2.470 2.602 5.072 6.128 6.445 12.573
83/84  2.390 2.468 4.858 6.172 6.339 12.511
84/85  2.183 2.264 4.447 5.652 6.030 11.682
85/86  1.983 2.141 4.124 5.218 5.679 10.897
86/87 1.628 2.061 3.689 4.666 5.343 10.009
87/88  1.625 2.248 3.873 4.390 5.468 9.858
88/89  1.434 2.321 3.755 4.045 5.658 9.703
89/90  1.348 1.885 3.233 3.783 5.336 9.119
90/91  1.199 1.790 2.989 3.275 5.092 8.367
91/92  1.238 1.959 3.197 3.066 4.956 8.022
92/93  1.340 1.950 3.290 3.187 4.981 8.168
93/94  1.528 2.253 3.781 3.562 5.527 9.089
94/95  1.677 2.372 4.049 3.910 5.791 9.701
95/96 1.491 2.425 3.916 3.888 6.048 9.936
96/97 1.709 2.596 4.305 4.054 6.231 10.285
97/98 1.678 2.661 4.339 4.106 6.092 10.198
98/99 1.532 2.614 4.146 4.075 6.062 10.137
99/00 1.400 2.138 3.538 3.725 5.497 9.222
00/01 1.630 2.009 3.639 3.932 5.135 9.067
01/02 1.597 1.986 3.583 4.016 4.666 8.682
02/03 1.605 2.170 3.775 4.204 4.984 9.188
03/04 1.794 2.325 4.119 4.328 5.135 9.463
04/05 1.640 2.243 3.883 4.343 5.689 10.032
05/06 1.577 2.263 3.840 4.247 5.739 9.986
06/07 1.791 2.746 4.537 4.402 6.108 10.510
07/08 1.777 2.665 4.442 4.414 6.400 10.814
08/09 2.024 3.071 5.095 4.880 7.110 11.990
09/10 2.378 3.565 5.943 5.314 7.844 13.158
10/11 2.566 3.608 6.174 5.932 8.558 14.490
11/12 2.830 3.880 6.752 6.559 9.233 15.652
12/13 3.001 3.932 6.933 6.960 9.519 16.479
13/14 3.415 3.938 7.353 7.524 9.768 17.292
14/15 3.181 4.088 7.269 7.823 9.962 17.785
15/16 3.240 4.512 7.752 7.759 10.501 18.260
16/17 2.862 4.177 7.039 7.292 10.593 17.885
17/18 2.785 3.436 6.221 7.178 9.923 17.101
18/19 2.475 3.181 5.656 6.809 8.868 15.677
19/20 2.711 2.927 5.638 6.781 9.751 16.532
Ev. 16/17 -378 -334 -712 -467 92 -375
Ev. 17/18 -77 -741 -818 -114 -670 -784
Ev. 18/19 -74 -509 -583 -397 -172 -569
Ev. 19/20 236 -255 -18 -28 883 855
Ev. 19/20 9,5% -8,0% -0,3% -0,4% 10,0% 5,5%

Door het toevoegen van een 4de jaar stijgt het totaal aantal studenten met 855. Maar als enkel gekeken wordt naar de eerstejaars dan is er een nieuwe aangroei bij de HBO5 van 236 studenten en een vermindering met 28 bij de bachelor-verpleegkunde. In feite gaat het om een stabilisering van de instroom, na drie jaar van.sterke terugval, die de cijfers de komende twee jaar nog sterk zullen beïnvloeden
    

3. Grafische voorstelling van de belangrijkste evoluties

3.1. De evolutie van de Verpleegstudenten naar 'niveau'

- 1ste-jaars Verpleegstudenten, aantal en % op de 18 jarigen





Er waren tot vorig jaar een kwart minder eerstejaars vergeleken met de piek van drie jaar geleden, nl het schooljaar 2016/2017.Waar toen meer dan 10% potentieel werd aangeboord, berekend op het aantal 18 jarigen, is er een terugval tot 8% van de referentiepopulatie, die evenwel gestabiliseerd is in 2019/2020. Zien wat volgend jaar geeft.

Zoals Professor Jef Pacolet ooit beklemtoonde moet de 'vermindering' van het aanbod van verpleegkundigen ook afgemeten worden aan de weliswaar stijgende, maar ook vertragende zorgbehoefte, omwille van de verhoogde mogelijkheden tot thuisverzorging, de verbeterde gezondheidszorg ook op oudere leeftijd en de technologische/medische evoluties.

Dat doet niets af van het feit dat de omkadering van de ouderenzorg in woonvoorzieningen structureel onderbezet is, dwz dat als de omkadering van een zorgeenheid in de gehandicaptenzorg 3 is, en deze in de ziekenhuizen 2 is, is ze in de ouderenvoorzieningen 1,5. Dit volgens het laatst gekende wetenschappelijk onderzoek naar de zorgomkadering, en met een aanpassing van de zorgomkadering in woonvoorzieningen voor ouderen van 1 tot 1,5 het laatste decennium. Maar structureel bedraagt deze nog altijd maar de helft van deze van de gehandicaptenvoorzieningen. Misschien dat de Vlaamse overheden, die nu de bejaardenvoorzieningen onder hun bevoegdheid gekregen hebben, deze structurele achterstelling van de personeelsomkadering van bejaarden-voorzieningen verder kan corrigeren. In de corona-crisis is gebleken dat dit geen loze vraag was.
 

3.2. Totaal Verpleegstudenten, aantal en % op 18-21 jarigen





Een evolutie zoals vastgesteld in een eerste jaar die niet onmiddellijk in een volgend jaar gecorrigeerd wordt, en die zoals in de huidige situatie drie jaar aanhoudt, zal zo lang aanhouden als de periode waarin de vermindering is opgetreden, verlengd met het uitstel van een jaar voor het op de markt komen van de bachelors-verpleegkundigen. De impact van de verminderde instroom en stabilisatie in dit jaar van verpleegstudenten zal pas in 2023/2024 z'n volle gewicht krijgen. Dat is dan wel het jaar waarin voor minstens 4 jaar het aantal 18-jarigen in de Vlaamse gemeenschap continue zal verhogen.

Het piekje van de verhoging van het totaal aantal verpleegstudenten komt voort uit de uitbreiding van de bachelor-opleiding tot 4 jaar.

3.3. Het verpleegproject voor werkzoekenden VDAB

In 1991 werd een project ontwikkeld vanuit de HBO5-verpleegschool in Brugge in samenwerking met de VDAB om werklozen langs een opleiding verpleegkunde uitzicht op een vaste baan te geven en tegemoet te komen aan de behoefte aan gekwalificeerde verzorgden in de alsmaar sterker boomende gezondheids- en welzijnszorg. Het was ook de tijd waarin in de non-profitsectoren de eerste sociale fondsen voor bestaanszekerheid werden opgericht om in te staan voor de besteding van aan alle sectoren ter beschikking gestelde dodaties voor de vorming en tewerkstelling van de risicogroepen. Het Sociaal Fonds voor de Privé-Ziekenhuizen werd aldus het eerste sociaal fonds in de non-profit, en wij de eerste werknemer ervan. Momenteel hebben deze fondsen zich met een minimale kost (nog geen 1% van de ter beschikking gestelde middelen gaat naar administratief beheer) uitgebouwd tot een een vast kader voor tewerkstelling en vorming van ettelijke tienduizenden werknemers die mede langs de sociale maribel gefinancierd worden. Een bijkomende sociale maribel zou opnieuw de nodige ruimte geven voor de inschakeling van specifiek opgeleide lager geschoolden voor logistieke en ondersteunende taken voor de zorgverleners en voor het comfort van de bewoners en patiënten. Deze opleidingsmodules en tewerkstellingsmogelijkheden zijn uitvoerig beschikbaar en werden ook door LBC-NVK eind negentiger jaren in tewerkstellingsprogramma's en -eisen omgezet. 83.000 bijkomende jobs in de non-profit-sectoren, speciaal voor lager geschoolden titelde Het Volk nog indertijd. Misschien heeft minister Beke er nog een boodschap aan, want duizenden van deze specifiek voor de zorg opgeleide lager geschoolden staan nu (nog altijd) in wacht op de werkloosheid, zie punt 4.2 hieronder.

Het VDAB-verpleegproject kreeg vanaf 1993 een boost door de ondersteuning van verzorgenden in de ziekenhuizen en de werkzoekenden vanweg het Sociaal Fonds voor de Privé-ziekenhuizen. Doordat de scholen toen eerder weigerachtig stonden werden een heel cirquit van begeleding voor de examencommissie opgezet. De scholen pikten evenwel de draad op en voorzagen een speciaal 'avondonderwijs' verpleegkunde voor werkenden (in project 600) en werkzoekenden.

Hieronder het overzicht van de inschrijvingen van werkzoekenden in het VDAB-verpleegproject de laatste tien jaar. Een samentelling van alle derde jaars in de laatste 30 jaar levert het belangwekkend eindtotaal van 10.000 afgestudeerde verpleegkundigen op, in feite een eerbetoon aan Herman Cosijns, oud directeur van de verpleegscholen van Brugge en Oostende en vroegtijdig overleden.

Verpleegproject VDAB 2011-2020 (10.000 afgestudeerden 1991-2020)
  10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20
1. Bachelor                    
    1ste jaar 335 295 375 427 255 221 121 124 134 140
    2de jaar 214 239 235 290 323 199 193 106 92 104
    3de jaar 136 192 219 242 267 293 193 185 102 83
   4de jaaar                   46
   Totaa 685 726 829 959 845 713 507 415 328 373
2. HBO5                    
    1ste jaar 1.020 851 1.050 1.352 1.191 1.100 931 715 620 633
    2de jaar 468 663 597 764 941 921 786 747 582 522
    3de jaar 259 358 498 473 551 698 646 651 554 426
   Totaal  1.747 1.872 2.145 2.589 2.683 2.719 2.363 2.113 1.756 1.581
3. Totaal                    
    1ste jaar 1.355 1.146 1.425 1.779 1.446 1.321 1.052 839 754 773
    2de jaar 682 902 832 1.054 1.264 1.120 979 853 674 626
    3de jaar 395 550 717 715 818 991 839 836 656 509
    4de jaar                   46
    Totaal 2.432 2.598 2.974 3.548 3.528 3.432 2.870 2.528 2.084 1.954

3.4. De gewone, werkzoekende en werkende Verpleegstudent

- 1ste jaars Verpleegstudenten en % aandeel van de HBO5



Wat zoudt ge zonder de HBO5 (A2) Verpleegsters zijn?

HBO5 bij 'gewone studenten, werkzoekenden, werkenden


- De 'gewone' studenten, Werkzoekenden (VDAB) en Werkenden (project 600)





De 'Werkzoekende' Verpleegstudenten hebben gezorgd voor een ware expansie van de instroom in het verpleegkundig beroep. Door de verstrenging van de VDAB-toegang, de grotere druk van andere sectoren en de afkalving van de werkloosheid vermindert het aandeel van de werkzoekende verpleegstudenten, wat in 2018/2019 enigszins gecompenseerd wordt door een stijging van werknemers in het project 600, en een stabilisering in 2019/2020.

- De 'gewone' studenten

De 'gewone' studenten zijn zowel de 'reguliere' studenten die na hun humaniora instromen als de 'zij-instroomstudenten' die na eerst voor een andere studie te kiezen, al of niet met resultaat, toch de overgang maken naar de verpleegstudies.


 

- De werkzoekende 1ste jaars Verpleegstudenten


- De werkende 1ste jaars Verpleegstudenten (project 600)

 


- De werkzoekende en Werkende samengenomen


 

4. Structurele elementen die de instroom van studenten in zorgopleidingen en de instroom zorgpersoneel beïnvloeden

4.1. Leeftijdsgroep 18 jaar stabiliseerde in 2020, vanaf 22 forse stijging

De instroom in de zorgberoepen hangt niet alleen af van de aantrekkingskracht en keuze van scholieren, maar ook van het aantal 18-jarigen in elke 'cohorte' dwz in elke opeenvolgende leeftijdsgroep. En na een lichte daling de laatste jaren staat er een forse verhoging van dit aantal n het verschiet.

4.2. Werkloze arbeidsreserve van 8.561 gekwalificeerde werklozen

Niet-Werkend WerkZoekend in Zorgberoepen 31/12/2013-2019
31/12/ 2015 2016 2017 2018 2019
Verpleegkundigen 644 719 709 749 700
Kinderverzorgster 2.392 2.237 1.658 1.475 1.475
Verzorgenden  2.686 2.513 1.965 1.995 1.787
Zorgkundigen 923 1.127 1.084 992 903
Polyvalente zorg-assistenten 3.475 3.559 3.434 2.991 3.179
Totaal 10.120 10.155 8.850 8.202 8.044

Just-in-job-kwalificatie, laat elkeen het werk doen waarvoor
hij/zij is opgeleid. Schakel de specifiek opgeleide logistiek assistenten in voor alle logistieke taken op zorgafdelingen, cfr de 1ste sociale maribel: de logistiek assistenten in de ziekenhuizen om verpleegkundigen te ontlasten van logstiek taken en voor het comfort van de patiënten. Een nieuwe sociale maribel kan voor velen soelaas brengen, onder de voorwarde dat, zoals de 1ste sociale maribel in 2000, ze uitsluitend voor de aanwerving van logistiek assistenten in ziekenhuis en woonzorgcentra wordt toegekend.

 Met meer dan drieduizend wachten ze in de werkloosheid op een job, opgeleid in het reguliere onderwijs en door de VDAB. Ontrek ook de autonome werkmogelijkheden van zorgkundigen aan de bevoogding door de verpleegkundigen (cfr statuut zorgkundigen) en zij worden meer vrij voor hun eigen verpleegkundig werk.

Wie geeft aan de verzorgenden opnieuw hun autonomie van zorghandelen terug?

Nu kunnen verzorgenden, oa in de thuiszorg, volledig autonoom alle zorghandelingen stellen zonder dat een verpleegkundige toezicht moet uitoefen en kan zeggen dat ze er mee moeten stoppen. Zorgkundigen stellen dezelfde handelingen terwijl ze de autonomie voor hun werk verliezen/verloren hebben. Dat is ondermeer de oorzaak van een van de drama's die zich in de WZC op sommige plaatsen heeft afgespeeld.

4.3. Gemiddelde jobtime 0,10 optrekken goed voor 11.222 VTE in de zorg

Werknemers, VTE, jobtime en equivalent 0,1 Jobtime in zorgsectoren Vlaams gewest, 01/01/2019 (Bron RSZ)
PC Sector Man Vrouw Totaal
1. Werknemers      
330.01.10 Ziekenhuizen 16.469 74.610 91.079
330.01.20 Woonzorgcentra 6.070 45.768 51.838
330.01.30 Thuisverleegkunde 640 8.381 9.021
Totaal   23.179 128.759 151.938
2. Voltijdse Eenheden (VTE)      
330.01.10 Ziekenhuizen 14.837 54.832 69.668
330.01.20 Woonzorgcentra 5.090 31.157 36.248
330.01.30 Thuisverleegkunde 562 5.745 6.307
Totaal   20.490 91.734 112.224
3. Jobtime per werknemer      
330.01.10 Ziekenhuizen 0,90 0,73 0,76
330.01.20 Woonzorgcentra 0,84 0,68 0,70
330.01.30 Thuisverleegkunde 0,88 0,69 0,70
Totaal   0,88 0,71 0,74
3. Equivalent in werknemers voor + 0,1 jobtime  
330.01.10 Ziekenhuizen 1.484 5.483 6.967
330.01.20 Woonzorgcentra 509 3.116 3.625
330.01.30 Thuisverleegkunde 56 575 631
   Totaal   2.049 9.173 11.222

Door het mogelijk te maken om de bestaande jobtime van de 151.938 werknemers, die nu gemiddeld 0,74 van een VTE werken met 0,10 te verhogen zouden 11.222 VTE werkkrachten bijgemaakt kunnen worden bij het reeds in dienst zijnde personeel, zonder dat hiervoor speciale opleiding of aanwerving dient te gebeuren. Door de hoge mate van vrouwelijke tewerkstelling is de 'organisatielast' van werkneemsters in de Non-Profitsector het hoogst, hetgeen ten koste gaat van hun voltijdse tewerkstelling en hun pensioenrechten.

In de woonzorgcentra in het Vlaamse gewest (PC 330.01.20) zijn 51.838 werknemers actief voor 36.248 VTE, of 0,70 jobtime per werknemer. 430 bijkomende jobs zoals in het vooruitzicht gesteld door minister Beke, betekenen een in aanzet  halftijdse job voor elk van de 809 woonzorgcentra in het Vlaams gewest, en 2,2 VTE per WZC van gemiddeld 100 bewoners, bij volle realisatie van de 2000 door Beke voorziene personeelinput. Er zal meer nodig zijn om de zorgbehoeften te lenigen, een nieuwe sociale maribel die voor elk woonzorgcentrum 5 bijkomende jobs zou realiseren langs inschakeling van polyvalente medewerkers in de zorgomgeving, zou al wat meer soelaas bieden.

4.4. Aanpassing van de arbeidsloopbaan maakt werkkracht vrij.


Dat vraagt een beleidsperspectief waarin ook andere structurele arbeidsomstandigheden moeten onder ogen genomen: bv een verdere uitbouw van de eindeloopbaanregeling met 12 bijkomende verlofdagen vanaf 60 jaar. Zulk een uitbreiding van de eideloopbaanregeling heeft maar echt zin als ook de tweejaarlijkse anciënniteitsverhogingen worden doorgetrokken zolang men werkt.

Het is een investering die zichzelf terugbetaalt omdat het in dienst blijven van een personeelslid driemaal meer kostenbesparend is dan de kostprijs van deze bijkomende 12 verlofdagen en het doortrekken van de ancienniteitsverhogingen.

4.5.  Achterhaalde kledingcode

Voor al degenen op zoek naar de beste krachten in de 'strijd om de werknemer': niet komen klagen als de kledingcode mbt de hoofddoek wordt gehandhaafd. Een moderne en bijdetijdse samenleving laat mensen vrij in het dragen van kledij die toelaat het zorgberoep uit te oefenen en niet in tegenspraak is met veiligheid of ethische codes. Het besef zal groeien dat het geen enkele zin heeft om kwalitatieve en geschoolde werklozen van zorgberoepen uit te sluiten, enkel en alleen omwille van een achterhaalde kledijcode.

4.6. De beroepsprofielen van de SERV, een waarborg voor de toekomst

Ook niet klagen wanneer de door de SERV opgemaakte beroepsprofielen, oa voor Logistiek Assistent in de Ziekenhuizen en Woonvoorzieningen voor Bejaarden, niet wordt aangewend in de ziekenhuizen en voorzieningen en duizenden werklozen met de juiste kwalificatie in de werkloosheid blijven in plaats van verpleegkundigen en verzorgenden van elementaire logistieke taken te ontlasten. De opleiding logistiek assistent wordt trouwens in het gewoon onderwijs aangeboden en LBC-NVK heeft indertijd actief meegewerkt om de eindtermen voor deze nieuwe opleiding te bepalen. Voor het beroepsprofiel zie onder meer de DBSO-Opleidingskaart Logistiek Assistent in de Ziekenhuizen van de VLOR van 2010. Het is een kwalificatie die trouwens ook in het Bijzonde Secundair Onderwijs kan behaald worden, zie uitgebreid Opleidingsprofiel Logistiek Assistent in Ziekenhuizen en Zorginstellingen.

4.7. Niet het 'tekort' maar het 'beleid van de voorzieningen zelf' is aan herziening toe

Ook hier is de slotconclusie van het NEXT-onderzoek (Nurses Early Exit Study) van toepassing. Niet de vervroegde uitstroom (nergens vast te stellen) of het tekort aan verpleegkundigen was er aan de orde, wel het tekort aan een adequaat beleid in ziekenhuizen en zorginstellingen.
"Er is geen tekort aan verpleegkundigen maar wel aan ziekenhuizen waar verpleegkundigen willen werken" (Denise English, 1991), zo luidde het besluit van de presentatie van het Belgische kwalitatieve luik van het (nog altijd lopende?) Europees/Amerikaanse RN4CAST onderzoek.

En hier opent zich, zoals in het verleden de grote poort tot inschakeling van lager geschoolde maar specifiek voor logistieke taken in de zorgomgeving opgeleide personen waarvan er duizenden noodgedwongen in de werkloosheid zitten of nog op de schoolbanken, of bij de VDAB de benodigde kwalificaties verwerven. Zie ondermeer nog als analytisch kader m'n nog altijd relevantie uiteenzetting van 2009 "Geen zorgen om zorgwerkers".

Tot slot.

Het aandeel HBO5-studenten Verpleegkunde (de vroegere A2) bij Werkzoekenden en Werkenden is hoger dan 80%, terwijl de keuze voor dit opleidingsniveau van de 'gewone studenten' terug op 40%  ligt, meer dan 46% voor alle eerstejaars samen. Het mag een waarschuwing zijn voor al degenen die niet aflaten om de HBO5 uit de verpleegkundige kwalificatie te duwen.

Er zijn tekenen voor een nieuwe aanval op het verpleegstatuut van de HBO5-verpleegkunde. Men wil het takenpakket van een zorgkundige uitbreiden met enkele 'verpleeg'-handelingen, zodat ze meer gereed gemaakt wordt om de HBO5-verpleegkundige te vervangen, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, de enige reden waarom deze functie (die geen betalingsvoordeel geeft tav de verzorgende) is gecreëerd. Ook de omvorming van de HBO5-verpleegkudige tot 'teamverpleegkundige belooft niet veel goeds. Dus best in het oog houden.

Jan Hertogen, socioloog