BuG 45 - Bericht uit het Gewisse 30/11/06  Printversie   Portaal BEV  Tabellen parameters BEV

Betaald Educatief Verlof naar de sterren: fictieve budgettaire explosie geëxtrapoleerd?
Arbeiders, mannen, voltijdsen, -45 jarigen uit grote ondernemingen:  de automobielpatroons werden er beter van

Het Betaald Educatief Verlof evolueert in alle gewesten naar een dieptepunt in 1995, jaar waarop een drastische sanering van het BEV van 240 uren tot 120 (180) uren is gebeurd. Na deze inperking is er een constante groei op gang gekomen vanaf 1996  in elk gewest met een uitschieter voor Brussel in 02/03. Tot 02/03 worden de 'goedgekeurde' bedragen in beeld gebracht, dwz volledig afhandeling van dossiers tot 01/02, voor 93% gecontroleerd in 02/03 zodat deze index maximaal een paar punten kan stijgen. Voor 03/04 worden de 'gevraagde' bedragen uitgezet waarvan in BuG 43 is aangetoond dat er wat mee aan de hand is. De index schiet nu  fors de hoogte in en wordt nadien door Vanvelthoven nog met een sterke stijging geëxtrapoleerd tot een uitgave van 137,5 miljoen € in 06/07, een verdubbeling in vergelijking met 01/02. Op deze basis van deze arbitraire gegevens en werkwijze kunnen bezwaarlijk de besparingen in het BEV gehandhaafd worden. 


Betaald Educatief Verlof: de enige plaats waar Arbeiders aan de kop staan

Het aandeel van de arbeiders in het Betaald Educatief Verlof is de laatste tien jaar altijd boven de 60% gebleven, ook al ligt hun aandeel in de tewerkstelling op 47% in de private loontrekkende sector in België . Als langs het BEV de arbeiders beroepsbekwaamheden en algemeen vormende vaardigheden aanleren dan heeft het BEV een grote emancipatorische kracht. Maar als, zoals het zich laat uitschijnen een goed deel van de opleidingen bedrijfsgebonden is, wordt 'opleiding' in feite een handicap die mensen minder gemakkelijk toelaat over te schakelen naar een andere job of beroep. De arbeiders zullen bij herstructureringen, omwille van deze niet-legitieme aanwending van het BEV, vlugger op werkloosheid en Brugpensioen belanden. Bij zulk een toepassing van het BEV is iedereen verliezer.



In 2003/2004 valt bij de 'gevraagde uren' de sterke stijging van aantal arbeiders op. Zoals in BuG 43 aangetoond liggen de gevraagde uren volledig buiten de evolutie en zijn ze onevenwichtig naar taalrol: de uren bij de Franstaligen stijgen met 53%  bijvoorbeeld tav het voorgaande jaar. Zit hier een 'structurele bug' die het aandeel van de bedienden doet dalen naar 33%?

Deeltijds werken is bijscholen gedurende het eigen verlof

23,5% van de Belgische werknemers werkt deeltijds: 42,6% bij de vrouwen, 7,5% bij de mannen. In sommige sectoren zoals in de Non-Profitsectoren, Distributie en Horeca, ligt de deeltijdse tewerkstelling aanzienlijk hoger door de hoge vrouwelijke tewerkstelling. Sinds het schooljaar 1999/2000 is het evenwel ook voor deeltijdsen mogelijk om gebruik te maken van het Betaald Educatief Verlof.


De deelname van deeltijdsen aan het BEV ligt tussen 2 en 3% terwijl hun aandeel in de tewerkstelling het tienvoudige bedraagt. Alle goede bedoelingen ten spijt gaat het BEV volledig aan de deeltijdsen voorbij, zij nemen, gewild of niet, hun vormingtijd in hun verlof.
 
Betaald Educatief verlof: vrouwen zijn voor de helft minder aanwezig in het BEV
 
61%
van de Belgische bevolking werkt, dat is dus de fameuze werkzaamheidgraad. Bij mannen ligt die op 68%, bij vrouwen op 54%. Op 100 werkenden zijn er dus 44 vrouwen. Het aandeel in het Betaald Educatief verlof ligt bij vrouwen op 27,1%, dus een beetje hoger dan de helft van hun aanwezigheid in de tewerkstelling.



Op tien jaar tijd is er slechts een zeer lichte stijging van het aandeel van vrouwen in BEV van 25,4% in 1995 tot 28,5% in 2003, die zelfs lager ligt dan de stijging van de vrouwelijke tewerkstelling in het algemeen. De toegang voor deeltijdsen in het BEV laat een beperkte maar relatief belangrijke impact zien op de deelname van de vrouwen in het BEV: van 21,3% in 98/99 naar 27,6% in 00/01.

Werknemers met BEV komen voor meer dan de helft uit ondernemingen + 500 werknemers

Het zijn vooral (enkele) grote ondernemingen die een groot stuk uit de koek van het BEV snijden: 40% van de werknemers met BEV werken in ondernemingen met 1.000 of meer werknemers. Hierbij kan ondermeer gedacht aan de automobielnijverheid en de metaal die het BEV aangrijpen om arbeiders op te leiden in bedrijfsspecifieke bekwaamheden, die hen op de arbeidsmarkt niet verder helpen, zoals Paul De Grauwe in de Humo van 28/11/06 opmerkte: "De technische kennis die ze (de automobielarbeiders) hebben opgebouwd bij dat ene bedrijf, wordt op hun nieuwe werkplek grotendeels nutteloos. Daardoor zijn ze gedwongen een minder goed betaalde job aan te nemen".


 
De metaal en de automobielsector hebben ook in het BEV een vrijgeleide gekregen en het Betaald Educatief Verlof uitgeput die noch aan het BEV, noch aan andere sectoren, noch aan de eigen werknemers uiteindelijk ten goede komt. Het is voor een goed deel een besparing geweest voor het bedrijfsbudget waarop deze bedrijfsopleidingen dienden geboekt.

Langzame stijging van aandeel +45 jarigen in het BEV

Vooral na 01/02 is er een stijging van 16,4% naar 18,2% van het aantal +45 jarigen dat BEV neemt voor verdere vorming. Dit is een positieve evolutie die zich verder moet kunnen doorzetten. Vraag is of bij een verdere sanering van het BEV de +45 niet het eerst zullen afhaken?


Opgesplitst per opleiding blijkt de deelname van de 45+ begrijpelijk lager te liggen voor het Hoger Onderwijs met 10% 45+  maar aanzienlijk hoger in de Algemene Opleidingen , dwz de syndicale opleidingen met 30%. In de tabellen Portaal parameters BEV is het verdere detail terug te vinden.

Gemiddeld aantal uren: dalend na 1995, stijgend voor sectoropleiding in 2004

Het gemiddeld aantal uren per werknemer daalt drastisch na 1995 als gevolg van de besparingen, ook al wordt vanaf 1996 een forse en continue stijging van uren en bedragen vastgesteld. De gemiddelde duur van de sociale promotie (onderwijs) opleiding zakt  van 139 uren in 1995 tot 90 in 2000 - een verschil van 49 uren. Bij de opleidingen erkend door het PK zakt de gemiddelde duur van 75 uren in 1995 tot 58 uren in 2000, een verschil van 17 uren of drie keer minder. Vooral de werknemers die een erkende kwalificatie wilden behalen hebben de last van de sanering van 1995 gedragen


De sectoropleidingen hebben zich na 1995 dus vrij vlug een weinig onder hun 'normale' gemiddelde gestabiliseerd en halen in 2003-2004 voor het eerst, het onderwijs in. Wat zal er na de nieuwe crash van het BEV in september 2006 van de kwalificerende opleidingen en volwssenenonderwijs mét BEV overschieten. Het antwoord voor de toekomst is misschien al uit bovenstaande grafiek over het verleden af te lezen.
 

Matrix voor de hakbijl in het Betaald Educatief Verlof
 
Ongeacht de twijfels over de correctheid van de gevraagde uren voor 2003/2004 worden de uren opgedeeld naar opleiding en duur van de opleiding om na te gaan waar de hakbijl of het chirurgenmes in moest gezet worden. Het maximaal terugbetaalbare BEV wordt door de sanering beperkt tot gemiddeld 100 uren.

Aangevraagde uren Betaald Educatief Verlof  2003/2004

Aantal

  32 - 79 uur

  80-120 uur

120-180 uur

Totaal

Sectoriële opleidingen

706.926

227.211

912.399

1.846.536

Sociale promotie

408.201

852.551

354.677

1.615.429

Algemene opleidingen

439.287

57.095

28.010

524.392

Ander

561.425

318.061

277.420

1.156.906

Totaal

2.115.839

1.454.918

1.572.506

5.143.263

% per opleiding

 

 

 

 

Sectoriële opleidingen

38%

12%

49%

100%

Sociale promotie

25%

53%

22%

100%

Algemene opleidingen

84%

11%

5%

100%

Ander

49%

27%

24%

100%

Totaal

41%

28%

31%

100%

% per duurcategorie

 

 

 

 

Sectoriële opleidingen

33%

16%

58%

36%

Sociale promotie

19%

59%

23%

31%

Algemene opleidingen

21%

4%

2%

10%

Ander

27%

22%

18%

22%

Totaal

100%

100%

100%

100%


 
Vooral het eerder beperkt aantal werknemers in kwalificerend opleidingen zijn de dupe. Welke ook het compromis is dat nagestreefd wordt, als er geen regeling komt voor kwalificerende opleidingen met 240 uren BEV per jaar gedurende minstens drie opeenvolgende jaren, zal de essentie van het BEV niet 'gered' zijn.

Jan Hertogen, socioloog