BuG 380 – Bericht uit het Gewisse – 5 februari 2018
   
BuG 380 on-line                                  Printversie (60p)

Boodschap voor Raoul Hedebouw, Di Rupo en andere oppositie:
 
Jobvolume stijgt sneller dan aantal werknemers en -plaatsen
  
Merkwaardig maar waar, ondanks alle berichten over mini-jobs is
jobtime
stijgend en aantal werkplaatsen per werknemer stabiel.
En hebben Beke en De Grauwe dan toch gelijk, niet de regering
maar de economische heropleving zorgt voor jobgroei, en het
 deficit op de generatiewisseling zorgt voor minder werkloosheid.

Werknemers langer doen werken, meer jobtime, bijwerken in
Horeca en detailhandel, langer dan tot 67 jaar volgens de Grauwe,
en dan nog werkenden tot 500€ belastingvrij laten bijklussen,
wie werk heeft zal harder moeten werken zo luidt het credo,
en dat alles om de noodzaak aan nieuwe immigratie vooruit
te schuiven. Terwijl het ook nu ideale jobs zijn voor lager
geschoolden en wie nu uit de arbeidsmarkt geschoven wordt.
Laat ons wel wezen: werkloze jongeren naar het leefloon
doorschuiven is ze uit de beroepsbevolking stoten, omdat men
maar tot beroepsbevolking behoort als werkende of werkloze.
Nieuwe regeringen dienen leefloon- en inactieve jongeren( NEET's)
in de werkloosheid op te nemen en zo uitzicht op werk te geven.

En zoals zal blijken ligt er een enorme arbeidsreserve in
de Gezondheids- en Welzijnssectoren. Door uitbreiding van
regelingen voor combinatie werk/gezin die vooral de vrouwen
 ten goede zullen komen, het toekennen van 10 dagen en meer
betaald  familiaal verlof, kinderopvang op de werkplaats,
bijkomend 12 verlofdagen op 60 jaar enz. kunnen meer dan
70.000 VTE aan jobs vrijmaken in de sector wanneer de job-
time kan opgetrokken van 0,74 tot het gemiddelde van 0,84.

Tabel  Evolutie aantal werknemers, -plaatsen, jobvolume 2006-2016


Het Arbeidsvolume stijgt de laatste twee jaar sterker dan werknemers en
plaatsen. Aantal werknemers en aantal plaatsen stijgen op gelijke wijze.


Gemiddelde jobtime is in 2015 en 2016 stijgend, Plaatsen/werknemers stabiel

 
Inhoud
(langs de cijferlinken komt men bij het betreffende punt)

  0. Inleiding
  1. Raoul Hedebouw over jobs, jobs, jobs
  2. Waarom mini- en hamburgerjobs, en belastingvrij bijklussen in België?
  3. De soep wordt niet zo warm gegeten
  4. De RSZ-bronnen op een rijtje
  5. Waar je al lang van droomt en eindelijk eens doet
  6. Detail voor alle subsectoren (Nacecode drie digit) 2006-2016
  7. Detail naar arbeidsstatuut (Arbeiders, Bedienden, Ambtenaren)
  8. Detail naar geslacht 2013-2016
  9. Correctie dienstencheques 2006-2009
10. Evolutie werknemers, arbeidsplaatsen, jobvolume naar statuut, 2006-2016 - Totalen
11. Evolutie werknemers, arbeidsplaatsen, jobvolume naar statuut, 2006-2016 - Deelsectoren
      
1. Detailhandel zonder garages voor auto's en motorfietsen
      2. Bouwnijverheid
      3. Financiële activiteiten en verzekeringen
      4. Industrie
      5. Verschaffen van accommodatie en maaltijden
      6. Openbaar bestuur, defensie en verplichte sociale verzekeringen
      7. Gezondheidszorg + Maatschappelijke dienstverlening
      8. Tertiaire sector
12. Verdeling werknemers naar geslacht grote sectoren
13. % Aantal werknemers, Plaatsen, Volume op het totaal in 2016
14. Specifieke sector opvragen kan bij info@npdata.be


0. Inleiding - Inhoud - Boven

Niet dat mini-jobs geen realiteit zijn, 0,5% volgens minister Peeters in Terzake, maar ze zijn groeiend, we moeten anticperen zegt hij. Zaak is dat ze niet binnen de RSZ (loontrekkend buiten lokaal bestuur) of RSZ-PPO (lokaal bestuur) registratie vallen, hooguit in de RSVZ (zelfstandigen) registratie als ze al aangegeven worden. Ook het gemak waarmee kan 'bijverdiend worden, dwz 500€ belastingvrij per maand met maximum 6.000€ per maand is enkel weggelegd voor wie reeds een reguliere job heeft, deze zijn hooguit bijkomende arbeidsplaatsen (geen bijkomende werknemers) waarvoor geen sociale zekerheid betaald wordt en die dus ook door hen niet geregistreerd worde, of toch? Zijn deze mini- en hamburgerjobs en zonder toeslag betaalde (over)uren zonder RSZ een slag in het water? Is het niet meer bling bling dan hard thing? Of wil men hierdoor de noodzwendige nieuwe immigratie, zoals in Duitsland het geval was, voor zich uit schuiven?

1. Raoul Hedebouw over jobs, jobs, jobs - Inhoud - Boven

Als Raoul Hedebouw met het rapport van de RSZ begon te zwaaien, als krachtige ondersteuning van z'n betoog dat de jobs, jobs, jobs, vooral mini- en hamburgerjobs waren illustreerde hij z'n tussenkomst met een tekst van de RSZ die stelde dat 60% van de bijkomende jobs voltijdse tewerkstelling was. Als de 40% deeltijdse jobs zeg maar gemiddeld 0,70 jobtime waren, dwz 20% minder dan 0,70 en 20% tussen 0,7 en 0,95 jobtime (hierin begrepen de populaire 4/5 jobs) dan kan men met hoofdrekenen de optelling maken en als resultaat voor de RSZ-cijfers en de tussenkomst van Raoul Hedebouw 0,88 jobtime bekomen voor de bijkomende jobs. En dat is een stuk hoger dan het gemiddelde van 0,84% zoals we verder zullen zien voor de 3,4 miljoen loontrekkende RSZ-werknemers op 31/1/2016.

Deze vaststelling staat evenwel niet in tegenspraak met de jobs, jobs, jobs kreet, omdat veel van de minijobs in feiten aanvullingen zijn op bestaande tewerkstelling of uitgevoerd worden door reeds werkenden, jobvolumes die moeilijk of niet te kwantificeren ziijn. Maar allicht gaat de regering toch/ook voort op de harde registratie door haar eigen administratie van jobs waarvoor sociale zekerheid wordt afgedragen en waarvan de evolutie in langere tijdsreeksen is vast te stellen, en die eigenlijk de enige basis vormt voor de Nationale Bank, het Planbureau en de Centrale Raad voor het bedrijfsleven om de tewerkstellingsevolutie op te volgen. Eurostat en haar enquête naar de arbeidsmarkt laten we hier even buiten beschouwing, omdat dit een 'enquête' is en geen exhaustieve (volledige) telling van alle werkenden in België. Eurostat heeft vooral tot doel een vergelijking mogelijk te maken tussen de verschillende Europese en Oeso-landen.

Niet te vergeten dat buiten deze RSZ-registratie van de tewerkstelling nog 450.000 studentenjobs bestaan, alsmede vrijwilligerswerk dat strikt gereglementeerd is en waarvoor werkgevers aangifte moeten doen. Het is verder onze vraag hoe het 'onbelast bijklussen' zal geregistreerd worden, door de gebruiker, de werkgever, de betrokkene zelf die het invult op z'n belastingsbrief, ook al zal hij er geen belastingen op betalen?

2. Waarom mini- en hamburgerjobs, en belastingvrij bijklussen in België? Om dezelfde reden als in Duitsland - Inhoud - Boven

Men kan zich afvragen waarom het in België druppelt als het in Berlijn regent. Veel meer en veel vroeger dan in België kijkt men in Duitsland aan tegen een alsmaar verhogend tekort op de bevolking op arbeidsleeftijd, 15-64 jaar. Dit tekort in de generatiewisseling zal in Duitsland de komen 15 jaar groeien tot -45%, dwz 45% minder instromende 10-24 jarigen dan uitstromende 50-64 jarigen. Voor de connaiseurs, dit heeft te maken met de dubbele babyboom in Duitsland, de eerste voortkomend uit de 'autochtonen', dwz die na WO2 in Duitsland woonden, en de tweede langs de 12 miljoen ontheemden uit andere en meestal bezette landen onder het nationaalsocialisme. Ook zij hebben gezorgd voor een verhoogd geboortecijfer. Na 'de Wende' heeft West-Duitsland voor z'n arbeidsbehoefte beroep kunnen doen op de instroom vanuit Oost-Duitsland maar dat volstond niet. En om de noodzakelijke en op termijn onontkoombare migratie in de tijd te verschuiven is Duitsland kampioen geworden van de 'tewerkstellingsreserves'. Te beginnen met de vrouw aan de arbeid, vanuit de DDR was dat een koud kunstje, ook al brak het liquideren van de ruime kinderopvangmogelijkheden de Duitsers zuur op. Tewerkstelling van gehandicapten en snijden in de pensioenen om ook bejaarden nog aan het werk te krijgen, alsmede mini- en hamburgerjobs zonder beschermd statuut moesten de tekorten op de arbeidsmarkt mee indekken.

Het toelaten van de vluchtelingen in 2015 moet ook in dit licht gezien worden, het is een test van de Duitse opvangsystemen in het vooruitzicht van de miljoenenemigratie het komende decennium en later. De nieuwe migratiewet waarover in de Jamaica-onderhandelingen al een praktisch akkoord bereikt was zal er zeker komen en zal, zoals in de noordelijke landen, het aan de werkgevers overlaten of en in welke mate migratie de arbeidsmarkt mag bedienen, zonder er nog beleidsmatig, zeg maar politiek tussen te komen, de vrije markt van goederen, diensten én mensen. Dat vooral mensen uit Balkanlanden hier tewerkstelling zullen vinden is al een uitgemaakte zaak, de integratie van de gehele Balkan in de Europese unie zal ook in het volgende decennium een perspectief krijgen. Dat voor wie het (geopolitieke) kompas wat kwijt was in deze dagen.

Zodus België put haar arbeidsreserve uit, met mini-jobs, met het toelaten van jobs waarbij werkenden belastingvrij enkele uren kunnen bijverdienen in bepaalde sectoren. Maar ook het activeren van 'jobtime' van deeltijdse werknemers, dwz het optrekken van het arbeidsvolume per werknemer, dat is goedkoop, vraagt geen aanwerving en men heeft meteen een ervaren werknemer op de arbeidspost. En dit potentieel is, vooral in de Non-Profitsectoren, horeca, handel enz... nog lang niet uitgeput.

3.
De soep wordt niet zo warm gegeten - Inhoud - Boven

Maar het zal allemaal een doekje voor het bloeden blijken. Geboorten zullen de bevolking op arbeidsleeftijd de komende 20 jaar niet vooruithelpen. Enkel de interne verhuis vanuit steden naar kleinere steden en het platteland, ondermeer van inwoners met migratieachtergrond, en nieuwe immigratie zullen België nog maar eens redden van het uitsterven of/en het inboeten op haar welvaartsniveau. Zeker de alsmaar meer zorgbehoevende ouderen zullen blij zijn dat het agenda van VB en N-VA het niet gehaald heeft en zij als politieke neanderthalers hun kopje gelegd hebben.

Zodus, de soep wordt niet zo warm gegeten als ze opgediend wordt. Wie zich kan voorstellen dat de huidige generatie die op de schoolbanken zit, dwz van het 1ste studiejaar tot het laatste jaar master, binnen 16 jaar de 24-40-jarigen zijn, die ziet een samenleving voor zich van kinderen/jongeren/jongvolwassenen/volwassenen, die meer dan welke generatie ook de dynamiek van kennisverwerving, culturele rijkdom, wetenschappelijke kennis en samenleven ervaren hebben. Niet alleen deze jongeren maar ook hun ouders die deze schoolcarrière gevolgd hebben zullen meegezogen worden in de rijkdom van deze diversiteit, professionele ontwikkeling en kansen voor iedereen met inbegrip van al degenen met migratieachtergrond. Want niet alleen de babyboom maakt jaar na jaar in grotere getale plaats voor de alsmaar kleiner worden groep instromende jongeren (jawel) de werkloosheid zal aangesproken worden en verhuis en vooral ook immigratie doen de rest. En deze evolutie is door geen enkel beleid, door geen enkele politieke samenstelling op gelijk welk bestuursniveau te beïnvloeden, laat staan tegen te houden.

Wie zich nu verliest in achterhoedegevechten en polemieken over Brussel geeft toe dat hij onvermogend is deze maatschappelijke evolutie te zien. De kers op de taart zal zijn wanneer 60% van de Brusselse politie ook in Brussel woont en ook dat zal nog 16 jaar duren, maar de opbouw ernaartoe is interessant en zal vele jongeren, ook Brusselaars enthousiasmeren. Wie zijn ogen sluit voor deze evoluties zal verder wegzakken in politieke depressiviteit waar de Antwerpse politiek een abonnement op schijnt te hebben.

4. De RSZ-bronnen op een rijtje - Inhoud - Boven

Maar zwaaien met een RSZ-rapport waarin het omgekeerde staat van wat je wil gezegd hebben, en dan nog geloofwaardig overkomen, dat is een grote kwaliteit in de politiek. Misschien moet de studiedienst van de PVDA de RSZ-bronnen eens grondiger onder ogen nemen. In deze BuG zetten we hen al een beetje op weg. Zeker ook omdat deze bronnen reeds decennia beschikbaar zijn en al jaren toegankelijk zijn op internet. Wie kent niet de gekleurde brochures van de RSZ, vroeger nog als echte brochures ter beschikking, kleuren die nog altijd gebruikt worden om de diverse statistieken aan te duiden, nostalgie mag ook haar plaats hebben in de statistische informatie. Hierbij een (kleuren)overzicht met echte linken naar de digitale data. In deze BuG wordt trouwens enkel ingegaan op de 'beige' brochure, aantal werknemers, aantal arbeidsplaatsen en arbeidsvolumes en twee afgeleide gegevens, volume, gedeeld door aantal werknemers (=jobtime) en arbeidsplaatsen gedeeld door werknemers (aantal arbeidsplaatsen per werknemer).

Tewerkstellingsgegevens

  • Snelle ramingen van de tewerkstelling - Groene brochure
    Tijdsreeks met raming voor het meest recente kwartaal op basis van de reeds beschikbare kwartaalaangiftes.
  • Loontrekkende tewerkstelling - Beige brochure
    Statistische informatie over werkgelegenheid op grond van 3 facetten: het aantal personen die op het einde van het kwartaal zijn tewerkgesteld, het aantal arbeidsplaatsen op het einde van het kwartaal en het arbeidsvolume gedurende het kwartaal, uitgedrukt in voltijdse equivalenten.
  • Verdeling van de arbeidsplaatsen naar plaats van tewerkstelling - Gele brochure
    Statistische informatie over de werknemers onderworpen aan de sociale zekerheid naar plaats van tewerkstelling, meer bekend als de " gedecentraliseerde statistiek". Deze statistieken hebben betrekking op de vestigingseenheden en hun grootte. Ze kunnen in geen geval gebruikt worden om conclusies te trekken over de evolutie van de ondernemingen zelf, in het bijzonder over de kleine en middelgrote ondernemingen.
  • Tewerkstelling van studenten - Rode brochure
    Statistische informatie over studentenjobs (geen onderwerping aan sociale zekerheid, maar een solidariteitsbijdrage).

Lonen en arbeidstijdgegevens

  • Lonen en bezoldigde periodes - Grijze brochure
    Overzicht van de lonen en de bezoldigde perioden voor een volledig jaar.
  • Gelijkgestelde periodes - Blauwe brochure
    Sommige periodes van afwezigheid op het werk moeten bezoldigd worden; zij maken deel uit van de bezoldigde periodes. Andere periodes zijn niet bezoldigd maar worden voor de berekening van sommige sociale voordelen (rustpensioenen, ziekte-uitkeringen, …) gelijkgesteld met gewerkte periodes.

Bijdragen en bijdrageverminderingen

5. Waar je al lang van droomt en eindelijk eens doet - Inhoud - Boven

Vroeger, dwz meer dan 12 jaar geleden al, tot we met brugpensioen gingen hielden we de evolutie van de tewerkstelling in werknemers, plaatsen en jobtime jaarlijks bij op basis van de fysieke beige brochures. Met de komst van de NACE2008 indeling moest er geconverteerd worden van de oude NACE naar de NACE2008 om tijdsreeksen en evoluties van 2000 en vroeger nog te kunnen maken. We hadden een heus conversieprogramma ontwikkeld dat dit probleem in een wip oploste. Maar de RSZ ging zelf twee jaren terug om deze conversie te doen zodat voor 2006 en 2007 zij de keuze lieten tussen de oude NACE en de NACE2008. Maar oppassen, in de op het net beschikbare bestanden worden oudere bestanden niet meer getoond, dwz nu zijn de gegevens maar beschikbaar vanaf het eerste kwartaal 2012. Maar niet geklaagd, men kan deze gegevens opvragen of zoals wij systematisch deden, vanaf 2006 alle bestanden downloaden en bewaren, zodat we nu bv de tijdsevolutie kunnen maken van 2006 tot 2016. Raoul Hedebouw zal er z'n voordeel aan doen als hij de evoluties in deze tijdspannes kan overzien, hij mag het altijd vragen, evengoed als gelijk welke andere politieker trouwens.

Maar de opmerkelijke en door velen gesmaakte tussenkomst van Raoul Hedebouw in het parlement heeft ons getriggerd om de oude statistiek opnieuw te updaten en te zien hoe de evolutie is van aantal werknemers, aantal arbeidsplaatsen én arbeidsvolume. Ook al speelden we al jaren met de idee om het te doen, het is er nu wel van gekomen met een tabel die volgende info omvat:

Evolutie van aantal werknemers, arbeidsplaatsen, volume, gemiddelde jobtime, gemiddeld aantal arbeidsplaatsen per werknemer, onderscheiden voor arbeiders, bedienden en ambtenaren en dan nog eens naar geslacht voor de periode 2013-2016, zo kunnen de evoluties fijnmazig nagegaan worden:
 
Fijnmazig wil ook zeggen dat alle gegevens beschikbaar zijn volgens leeftijd, woonplaats (tot arrondissementeel niveau), naar sector, naar sector/gewest/provincies. Elk bestand van de 'beige brochure" omvat meerdere tabellen. Bij wijze van voorbeeld de rechtstreekse linken naar de diverse tabellen voor 2016, per kwartaal. Vanaf 2017 zijn de gegevens van de lokale besturen (het vroegere RSZ-PPO) inbegrepen, voor de volledige gegevensset zie RSZ-Loontrekkende tewerkstelling, dat is even wennen, want ze zijn nu eveneens gespreid en samengenomen over alle NACE-categoriën, iets wat npdata trouwens al enkele jaren deed.
    

Inleiding
van de brochure
Volledige
brochure
Tabellen
tewerkgestelde
werknemers
Tabellen
arbeids-plaatsen
Tabellen
arbeids-
volume
Tabellen aantal
werkgevers
2017/1PDF
2016/4 PDF
2017/1PDF
2016/4 PDF
2017/1XLS
2016/4 XLS
2017/1XLS
2016/4 XLS
2017/1XLS
2016/4 XLS
2017/1XLS
2016/4 XLS
2016/3 PDF 2016/3 PDF 2016/3 XLS 2016/3 XLS 2016/3 XLS 2016/3 XLS
2016/2 PDF 2016/2 PDF 2016/2 XLS 2016/2 XLS   2016/2 XLS     2016/2 XLS  
2016/1 PDF 2016/1 PDF   2016/1 XLS    2016/1 XLS    2016/1 XLS   2016/1 XLS

 
Uit de bestanden van het vierde kwartaal tussen 2006 en 2016 nemen we telkens het vierde kwartaal  Bij Tewerkgestelde werknemers, arbeidsplaatsen en arbeidsvolume pikken we er telkens het blz uit met de informatie over sectoractiviteit, geslacht en statuut. De bestanden bevatten trouwens veel meer informatie zoals onderstaand overzicht van de bestanden Tewerkgestelde werknemers laat zien.
      

Tabel Lijst van de tabellende tewerkgest. werknemers
Tabel 1 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar sector en overheidstype, geslacht en leeftijd
Tabel 2 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar sector en overheidstype, geslacht en statuut
Tabel 3 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar activiteitstak, leeftijd en geslacht
Tabel 4 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar statuut, geslacht en activiteitstak
Tabel 5 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar activiteitstak en hoofdverblijfplaats
Tabel 6 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar leeftijd, geslacht en hoofdverblijfplaats
Tabel 7 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar type tewerkstelling en activiteitstak
Tabel 7bis Indeling van de tewerkgest. werknemers naar tewerkstellingsgraad en activiteitstak: Deeltijdse prestaties
Tabel 7ter Indeling van de tewerkgest. werknemers naar tewerkstellingsgraad en activiteitstak: Seizoens- en interimwerknemers, gelimiteerde prestaties
Tabel 8 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar type tewerkstelling, geslacht en leeftijd
Tabel 8bis Indeling van de tewerkgest. werknemers naar tewerkstellingsgraad, geslacht en leeftijd: Deeltijdse prestaties
Tabel 8ter Indeling van de tewerkgest. werknemers naar tewerkstellingsgraad, geslacht en leeftijd: Seizoens- en interimwerknemers, gelimiteerde prestaties
Tabel 9 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar sectorgroep, statuut en geslacht
Tabel 10 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar sectorgroep, leeftijd en geslacht
Tabel 11 Indeling van de tewerkgest. werknemers naar sectorgroep en hoofdverblijfplaats


6.
Detail voor alle subsectoren (Nacecode 3 digit) 2006-2016 - Inhoud - Boven

Het detail voor aantal werknemers, plaatsen, arbeidsvolume 2006-2016 en van het aandeel tewerkstelling, plaatsen en volume per geslacht 2013-2016 wordt gegeven met twee muisklikken voor elk van onderstaande deelsectoren.
  

   Totaal
1.  Primaire sector
 A. Landbouw, bosbouw en visserij
  Landbouw
  Bosbouw
  Visserij en aquacultuur
 B. Winning van delfstoffen
2.  Secundaire sector
 C. Industrie
  Vervaardiging van voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten
  Textiel-, kleding- en leernijverheid
  Houtindustrie, vervaardiging van artikelen van kurk, riet of vlechtwerk
  Vervaardiging van papier en papierwaren 
  Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
  Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten
  Vervaardiging van chemische producten
  Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
  Vervaardiging van producten van rubber of kunststof
  Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten
  Vervaardiging van metalen in primaire vorm
  Vervaardiging van producten van metaal (excl. machines en apparaten)
  Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten
  Vervaardiging van elektrische apparatuur
  Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.v.
  Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers
  Vervaardiging van andere transportmiddelen
  Vervaardiging van meubelen en overige industrie
  Reparatie en installatie van machines en apparaten
 D. Productie en distributie van elektr., gas, stoom en gek. lucht
 E. Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
  Winning, behandeling en distributie van water
  Inzameling en verwerking van afval en afvalwater;en ander afvalbeheer
 F. Bouwnijverheid
3.  Tertiaire sector
 G. Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen
  Groot- en detailhandel in en onderhoud/reparatie van motorvoert. en motorfietsen
  Handelsbemiddeling en groothandel (excl. auto's en motorfietsen)
  Detailhandel (excl. auto's en motorfietsen)
 H. Vervoer en opslag
  Vervoer
  Opslag en vervoerondersteunende activiteiten
  Posterijen en koeriers
 I. Verschaffen van accommodatie en maaltijden
 J. Informatie et communicatie
  Uitgeverijen
  Productie van films en muziek, radio en TV
  Telecommunicatie
  Informaticatechnologie en dienstverlenende activiteiten op gebied van informatica
 K. Financiële activiteiten en verzekeringen
 L. Exploitatie van en handel in onroerend goed
 M. Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten
  Rechts- en boekhoudkundige dienstverlening, act. hoofdkantoren; bedrijfsbeheer
  Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen
  Speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied
  Reclamebureaus, mediarepresentatie, markt- en opinieonderzoek
  Wetenschappelijke en technische activiteiten (incl. veterinaire diensten)
 N. Administratieve en ondersteunende diensten
  Verhuur- en lease
  Terbeschikkingstelling van personeel
  Reisbureaus, reisorganisatoren, reserveringsbureaus en aanverwante activiteiten
  Beveiligings- en opsporingsactiviteiten, overige zakelijke dienstverlening
4.  Quartiare sector
 O. Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen
 P. Onderwijs
 Q. Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening
  Menselijke gezondheidszorg
  Maatschappelijke dienstverlening met huisvesting
  Maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting
 R. Kunst, amusement en recreatie
  Kunst en amusement, bibliotheken, musea, loterijen en kansspelen
  Sport, ontspanning en recreatie
 S. Overige diensten
  Verenigingen
  Reparatie van computers en consumentenartikelen
  Overige persoonlijke diensten
 T. Huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel
 U. Extraterritoriale organisaties en lichamen


In een annex op de tabel worden ook nog de Quartaire sectoren opgesplitst in Non-Profit sectoren, Andere Quartaire sectoren (vooral overheidsbestuur en Onderwijs) en Andere dan Non-Profit-sectoren
    

4.  Quartaire sector - Non-Profit
4.  Quartaire sector - Andere dan Non-Profit
  Totaal - Andere dan Non-Profit


7. Detail naar arbeidsstatuut (Arbeiders, Bedienden, Ambtenaren) -
Inhoud - Boven

Niet alleen naar deelsector, in de tabel wordt ook het detail gegeven van de tewerkstelling, arbeidsplaatsen en jobvolume naar statuut, dwz arbeiders, bedienen en ambtenaren en dit per deelsector met subtotalen op alle niveaus. Lokale besturen worden niet in deze overzichten betrokken.

 

Aantal, plaatsen, volume, jobtime, Pl/Werkn. naar statuut - 2016
  Aantal Plaatsen Volume Jobtime Pl/werkn.
Arbeider 1.230.126 1.267.312 978.388 0,80 1,03
Bediende 1.814.276 1.851.790 1.560.023 0,86 1,02
Ambtenaar 425.599 427.610 390.203 0,92 1,00
Totaal 3.470.001 3.546.712 2.928.615 0,84 1,02
           
           
% Aantal, plaatsen, volume, jobtime, Pl/Werkn. naar statuut - 2016
  Aantal Plaatsen Volume    
Arbeider 35,5% 35,7% 33,4%    
Bediende 52,3% 52,2% 53,3%    
Ambtenaar 12,3% 12,1% 13,3%    
Totaal 100,0% 100,0% 100,0%    


Voor elk van de deelsectoren en voor elk van de arbeidsstatuten, jobtimes en aantal arbeidsplaatsen per werknemer kan met twee muisklikken de evolutie van 2006 tot 2016 grafisch in beeld gebracht in de tabel. Verder in het bericht worden er enkele voorbeelden van gegeven.

8. Detail naar geslacht 2013-2016 - Inhoud - Boven

Evolutie 2013-2015 aantal werknemers, arbeidsplaatsen en arbeidsvolume naar geslacht in een apart bestand waarmee automatisch langs twee muisklikken zes grafieken gegenereerd worden.

9. Correctie dienstencheques 2006-2009 -
Inhoud - Boven

Om de tijdslijnen in hun effectieve evolutie te respecteren hebben we een transfert gedaan voor 2006 tot 2009 van de tewerkstelling langs dienstencheques van een gedeelte van "Andere maatschappelijke dienstverlening" naar "Ondersteunende dienstverlening". Het is nl zo dat vanaf 2010 door de administratie de onder de Quartair gecodeerde 'Maatschappelijke dienstverlening"  dienstencheques-tewerkstelling werd overgebracht naar de Tertiaire codering "Ondersteunende dienstverlening", zonder evenwel de correctie te maken voor de voorgaande jaren, dat hebben wij dus gedaan, zoals trouwens ook voor onze eigen overzichten van alle tewerkstelling (RSZ, RS-PPO én zelfstandigen, zie tabellen in bericht Werkenden 2006-2016 voor alle NACE-codes, BuG 365 on-line 
 
10. Evolutie werknemers, arbeidsplaatsen, jobvolume naar statuut, 2006-2016 -
Inhoud - Boven

In tabel Evolutie aantal werknemers, -plaatsen, jobvolume 2006-2016 worden automatisch 35 grafieken gegenereerd bij elke keuze van een totaal, subtotaal of deelsector in alle activiteitssectoren van de loontrekkende tewerkstelling RSZ. RSZ-PPO (Lokale besturen) en zelfstandigen komen hier dus niet in voor omdat de gegevens ontbreken of ze, zoals zelfstandigen, niet vergelijkbaar zijn. Vanaf 01/01/2017 worden de statistieken van de RSZ-PPO opgenomen in de RSZ-statistiek en zullen ook daar gegevens over arbeidsplaatsen en jobvolume verschijnen. In de tabel is ook een aparte blz aanwezig om de vrouwelijke tewerkstelling naar aantal, plaatsen en volume weer te geven tussen 2013 en 2016, zie punt 7. En wat is het gewicht van elke sector in de tewerkstelling, uitgedrukt in een % op het totaal en dit voor drie meetstokken, aantal, plaatsen en volume, dat is voor punt 8. Te veel dus om in een enkele BuG te presenteren en te becommentariëren. Maar enkele voorbeeldjes kunnen de honger voeden en inspiratie geven. En de studaxen vinden hier wat ze nergens anders kunnen vinden of gereed krijgen.

10.1. Totaal Evolutie, alle sectoren samen - Inhoud - Boven

In De Morgen van 13/01/2018 verscheen een grafiek die eigenlijk de trigger was om deze evolutie eens van naderbij te bekijken. In deze grafiek werd het beeld geschetst van de jobevolutie (bijkomende, vermindering aantal jobs per jaar 2006-2017) voor alle loontrekkenden en zelfstandigen. In onze analyse beperken we ons tot de loontrekkenden RSZ, de grootste groep met gelijklopende evoluties.

10.1.1. Totale evolutie per jaar

Totaal aantal werknemers

De daling na de bankencrash en de tweede sterkere/langdurigere daling
in 2011-2012, waar ook De Grauwe over spreekt in DM 03/02/2018

Totaal arbeidsplaatsen

Volledig gelijklopend als werknemers, maar iets hoger niveau. Een
werknemer kan ingeschreven zijn op verschillende arbeidsplaatsen,
 binnen een sector of in verschillende sectoren. Elke werkplaats wordt
dan apart geteld, zowel binnen als in verschillende sectoren.

Totaal arbeidsvolume (in Voltijdse Eenheden)

Jobvolume is sterker gedaald, dwz werknemers bleven meer aan het werk
maar het volume daalde sterker. Bij opgaande trend stijgt het het volume
sterker dan aantal werknemers en dus ook de gemiddelde jobtime.


10.1.2. Gecumuleerde totale evolutie per jaar

De jaarlijkse evolutie wordt vanaf 2006 jaar na jaar samengeteld, gecumuleerd.


Cumul totaal aantal werknemers


Cumul totaal aantal Arbeidsplaatsen


Cumul totaal Jobvolume


Men zegt dat België in vergelijking met andere landen de crisis beter heeft opgevangen, de stijging die momenteel wordt vastgesteld is daarom minder sterk dan in andere landen. Bovenstaande grafieken laten zien dat zelfs na de bankencrash het gecumuleerde jobvolume na 2006 niet in het negatief gekomen is. Vermindering van jobvolume per werknemer heeft wel de crisis op kunnen vangen zonder diep in het rood te gaan wat tewerkstelling betreft.

10.3. Evolutie% werknemers, plaatsen, volume, jobtime, Plaatsen/werknemer


Evolutie % per jaar


Gecumuleerd evolutie% tav 2006

Het globaal jobvolume stijgt sterker dan werknemers en plaatsen

Evolutie% Jobtime en Plaatsen per werknemer

Gecumuleerd Evolutie% Jobtime en Plaatsen per werknemer

De gemiddelde jobtime is stijgend maar heeft de vermindering als
gevolg van de bankencrash in 20°8 nog niet ingehaald, de negatieve
trend is evenwel volledig omgebogen de laatste twee jaar.


10.2. Evolutie Werknemers per grote sector (primair, secundair, tertiair en quartair)

10.2.1 Evolutie Werknemers per grote sector per jaar

Maar deze buffer voor de crisis en slechtere tijden heeft niet in elke sector even sterk gespeeld. Integendeel, sommige sectoren hebben het extreme verlies in ander sectoren moeten opvangen en België voor dieper neergang behoed. Zoals in deze berichten al meerdere malen aangeduid, is het de non-profit-tewerkstelling die België resistent gemaakt heeft tegen de voorbije (en de komende) crisissen. De publieke dienstverlening is de pijler en de motor van de economie, wie daaraan raakt schaadt de economische heropleving en het economische draagvlak wanneer de economie weer begint te sputteren.


Evolutie aantal werknemers per grote sector per jaar


De dikke donkerblauwe lijn is de totaalevolutie zoals ze hierboven ook in beeld gebracht is. De Quartaire sector is meteen opgesplitst in Non-Profit (Gezondheidszorg, Welzijn, Cultuur) en andere, hoofdzakelijk de overheidstewerkstelling in openbaar bestuur en onderwijs) De non-profit tewerkstelling is doorheen alle crisissen de echte behoeder en motor van de economie en de verzekering tegen de crisissen. De Non-Profit vangt in deze ook de afbouw van de overheidstewerkstelling op die vooral onder Di Rupo een stevige knauw gekregen heeft, en een kleine in 2015, maar die is in 2016 al hersteld. Ook de fluctuering in de tertiaire sector en de neergang van de secundaire wordt door de non-profit tewerkstelling opgevangen.

Wel dient gezegd dat door het 'aantrekken' van de (wereld)economie de secundaire sector voor het eerst een continue vermindering van haar verlies heeft gekend, tot het 0-punt in 2016, dwz dat er geen jobverlies meer was in de secundaire sector. Bekeken vanaf 2006 komt de secundaire sector op jaarbasis terug uit op het niveau van 2006. Non-Profit/ Quartair en Tertiair stabiliseren na 2014. De groei van tewerkstelling komt vooral voort uit de groei van de secundaire tewerkstelling. Dat zijn de 'facts'.

Zien wat dat geeft wanneer de gecumuleerde evolutie in beeld komt.


Gecumuleerde evolutie aantal werknemers per grote sector


Het beginpunt op deze grafiek is 2007, dwz het is de evolutie van het aantal werknemers tav 01/01/2006. Daarna wordt de evolutie in elk jaar geteld bij het gecumuleerde resultaat van de vorige jaren. De jobevolutie op 10 jaar bedraagt meer dan 220.000 werknemers. Ook al bleef de evolutie in de Overheidstewerkstelling stabiel, na een neergang in 2011, zijn het de gecumuleerde non-profitsector en de tertiaire sector die voor de jobwinst gezorgd hebben. De secundaire sector heeft de laatste jaren haar jobverlies zien verminderen maar heeft, vergeleken met 2006 toch een verlies van bijna 100.000 jobs geïncasseerd. De landbouw is een erg beperkt gegeven maar stabiel, dwz zonder jobverlies, in feite een zeer beperkte jobwinst voor wie goed kijkt.

De groei van de tewerkstelling in de non-profitsectoren vertraagt, in de tertiaire is er na 2013 een sterkere groei, maar die, zoals gebleken is, meer 'crisis'gevoelig is. Hiermee is meteen het ijkpunt op een tijdslijn van 11 jaar uitgezet om de evolutie in 2017 en volgende jaren genuanceerd te beoordelen.
 
10.2.2 Evolutie Arbeidsvolume per grote sector (primair, secundair, tertiair en quartair)

Evolutie aantal arbeidsplaatsen laten we hier even terzijde omdat de verschillen per sector beperkt zijn. In het arbeidsvolume komen deze verschillen sterker naar voor.

Evolutie Arbeidsvolume per grote sector per jaar

 
Gecumuleerde Evolutie Arbeidsvolume per grote sector


Vooral in de tertiaire sector stijgt het jobvolume, in de Non-Profitsector neemt de evolutie van het gecumuleerde arbeidsvolume bijna de vorm aan van een diagonaal naar boven. Jobvolume in de landbouw is stijgend (de landbouwers moeten harder werken voor een job) en ook de secundaire sector blijft bloeden ook al is er een relatieve grotere stijging van het jobvolume. Als deze twee grafieken uitgezet worden als gemiddeld arbeidsvolume, gemiddelde jobtime dus, krijgen we volgend beeld per sector.

Gemiddelde Evolutie Arbeidsvolume per grote sector


Gemiddelde jobtime in zowel de non-profitsector als de andere quartaire is dalend, de jobtime in de secundaire en tertiaire is stijgend. Het is dus voor deze sectoren om met hetzelfde potentieel een groter arbeidsvolume te presteren, ook al gaat het maar om fracties van een jobtime.

10.3. Evolutie Werknemers, Plaatsen en Volume

Wordt arbeid meer gefractioneerd aangeboden en moeten werknemers, meer dan vroeger verschillende jobs combineren, of in beperktere jobtimes werken? Het antwoord is eenduidig, neen. Wat in 2016 is kan in 2017 geweest zijn en nu wel gebeuren. Maar met deze tijdsreeksen wordt minstens een ijk- en evolutiepunt neergezet om deze evoluties aan af te meten.

We geven eerst het bilan voor de gehele loontrekkende tewerkstelling RSZ.


Zowel werknemers, plaatsen als jobtime zijn stijgend


Jobtime was dalend om de crisissen op te vangen maar nu stijgend


Jobtime ambtenaren blijft stabiel, Bedienden stijgt recent, arbeiders na 2014


Arbeidsplaatsen per werknemer: ambtenaren 1 per 1, bij Arbeiders ligt
het aantal arbeidsplaatsen per werknemer licht hoger dan bij bedienden,
maar alles bijeengenomen is er geen stijging en ligt het cijfer erg laag.


Men  kan zelf exploreren in welke sectoren deze evoluties meer uitgesproken zijn en zowel naar verdeling als naar evolutie in de tijd verschillen laten zien. Met deze gegevensbank stellen we het materiaal ter beschikking om dit op een gedetailleerd niveau te onderzoeken en op te volgen. Zelf kunnen we het rond enkele sectoren illustreren. Maar de algemene tendens is duidelijk.

Noot: Op basis van de ter beschikking staande gegevens is het niet mogelijk om de gemiddelde jobtime te berekenen van de jobevolutie gezien een stijging van het jobvolume niet alleen voortkomt uit de bijkomende tewerkstelling maar ook uit het verhogen van de jobtime van reeds aanwezig personeel. Dat de jobtime voor bijkomende werknemers ook stijgend is kan afgeleid worden uit de globale stijging per werknemer. Of zal een scherpe geest opmerken, de nieuwe werknemers hebben een lagere jobtime maar het reeds aanwezig personeel zal globaal deze lagere jobtime meer dan gemiddeld compenseren. Deze overweging is evenwel niet plausibel omdat in een volgend jaar dit mechanisme omgekeerd zou werken en tot een verlaging van de globale jobtime zou leiden. Hetzelfde wat aantal arbeidsplaatsen per werknemer betreft.

11. Werknemers, Plaatsen, Arbeidsvolume, Jobtime en Arbeidsplaatsen per werknemers volgens Arbeidsstatuut per deelsector -
Inhoud - Boven

11. 1. Detailhandel zonder garages voor auto's en motorfietsen -
Inhoud - Boven

Omwille van de actualiteit nemen we als voorbeeld de Detailhandel (zonder garages). De lijn Detailhandel kopieren in blad Evol-Tot en plakken op de 2de lijn in Graf-Tot, zo worden onmiddellijk de 29 grafieken gegenereerd in de blz Evol¨, Evol-Stat, Graf-Aard en Graf-Evol.

Detailhandel (zonder garages)

Stijgende tewerkstelling tot boven de 250.000 op 31/12/2016

Detailhandel (zonder garages)


Bedienden in stijgende, arbeiders in dalende lijn.


In 2011 werd crisis opgevangen door lagere jobtime arbeiders, hogere bedienden


Bedienden nooit in deficit, arbeiders wel vooral in 2011


Aantal arbeiders in neergaande lijn


Gecumuleerde evolutie geeft een idee van % evolutie, hier +15% tav 2006


Duidelijk verschil aantal arbeidsplaatsen Arbeiders en Bedienden


Dit is slechts een beperkte selectie uit de 29 grafieken die aangemaakt worden, in dit geval voor de Detailhandel (zonder garages).

Verdeling naar geslacht

Voor de verdeling van de tewerkstelling, plaatsen en volumes naar Man en Vrouw, in blad Evol-MV de sectorlijn kopieren en plakken op de 2de lijn van het blad Graf-MV, zo komen onmiddellijk 6 grafieken tot stand in het blad Graf-MV.

 
Detailhandel (zonder garages) naar geslacht in aantallen







Detailhandel (zonder garages) naar geslacht in %




 
Gemiddelde jobtime bij mannen ligt hoger dan bij vrouwen, dat is een kenmerk dat in alle sectoren terugkomt. Maar in de detailhandel is dit wel licht stijgend voor de vrouwen

11.2. Bouwnijverheid - Inhoud - Boven

   



Door een lager jobvolume zijn ook de bouwvakkers de crisis 2011 doorgekomen


Deze verlaging viel enkel ten laste van de arbeiders zoals blijkt


De daling bij de Arbeiders sinds 2010 is in 2016 gestopt


Tav 2006 is het aantal Arbeiders met 20.000 verminderd, Bedienden + 10.000


Uitgedrukt in %: Arbeiders -8,5%, Bedienden + 33%, totaal -2%.


Bouw is een mannenzaak met slechts een minimale evolutie

 
11.3. Financiële activiteiten en verzekeringen - Inhoud - Boven











Tewerkstelling zakte met 9% voor de bedienden tav 2006, voor het
beperkt aantal arbeiders was de daling ingrijpender


11.4. Industrie - Inhoud - Boven







Daling sinds 2006 is gestabiliseerd op -80.000


Dat komt overeen met - 16% in totaal, vooral op rekening van de Arbeiders


Jobtime is voor Arbeiders (en het beperkt aantal Ambetenaren) stijgend.


Arbeidsplaatsen in de industrie is 1 per 1 voor alle statuten.


11.5. Verschaffen van accommodatie en maaltijden
- Inhoud - Boven

Dit is dé sector die gevoelig is voor verschilde arbeidsplaatsen per werknemer en kleinere jobtimes zodat meerdere jobs dienen gecombineerd.





Jobgroei, alsmede aantal plaatsen (sterker) en jobvolume (sterkst)






De drie overzichten ondereen, vooral het volume stijgt.


Jobtime vooral voor de Arbeiders stijgt, en lichtjes voor de bedienden


Jobgroei zowel bij Arbeiders als Bedienden


Uitgedrukt in % is er vooral groei bij de bedienden, Arbeiders + 7,5%


11.6. Openbaar bestuur, defensie en verplichte sociale verzekeringen
- Inhoud - Boven



 Vooral ambtenaren en ook bedienden zien hun aantal verminderen


Evolutie per jaar met vooral een duik in 2012 onder Di Rupo


Gecumuleerd wordt het potentieel met 22.000 verminderd tav 2006


Bedienden blijven gelijk aan 2006, arbeiders en ambtenaren leveren in


Procentueel worden Arbeiders tot 60% teruggebracht, Ambtenaren -10%.


Gezien in de overheid praktisch altijd met 1 arbeidsplaats per werknemer gewerkt wordt en aan constante jobtime laten deze grafieken weinig verschillen zien tav het aantal werknemers.


11.7. Totaal Gezondheidszorg en Maatschappelijke dienstverlening - Inhoud - Boven



 







Ambtenaren zijn hier maar een kleine groep, in totaal is er groei met +35%
of +120.000 op een begintotaal van 360.000 in 2006. Welzijn en Gezondheid
zijn een van de meest stabiele tewerkstellingsmotoren van de economie.



Behoudens een dip in de uiterst kleine groep Ambtenaren ligt de gemiddelde
jobtime voor Bedienden op 0,75 en deze is licht dalend, voor Arbeiders op 0,65
Er is een stabilisering in de jobtimes van de drie groepen na vermindering
bij de Arbeiders in de crisisjaren 2011.


De beperkte jobtime komt voort uit de hoge mate van vrouwelijke tewerk-
stelling. Daarin schuilt nog een enorme arbeidsreserve wanneer door
aangepaste maatregelen de combinatie gezin en werk geoptimaliseerd wordt
en de eindeloopbaan verder uitgebouwd. Uitbouw ouderschapsverlof,
 10 dagen (en meer) familiaal verlof, uitbouw zwangerschaps- en beval-
lingsverlof, betere en toegankelijke kinderopvang enz. Een ruwe schatting
leert dat (RSZ-PPO en publieke non-profit inbegrepen) meer dan 70.000 VTE
jobvolume kan geactiveerd worden voor tewerkstelling in en buiten de
non-profitsector, die hierbij als voorbeeld kan dienen voor andere sectoren
met hoge vrouwelijke tewerkstelling, zoals de distributie en de horeca.


Mannen hebben (traditioneel) een hoger jobvolume dan de vrouwen

11.8. Tertiaire sector - Inhoud - Boven

Tot slot van deze exploratie de (commerciële) dienstensector waarbij ook Bpost en de NMBS behoren trouwens.




 



Gegroeid van 1,6 miljoen tot 1,8 miljoen werknemers of + 12,5%, de
beperkte ambtelijke tewerkstelling daalde aanzienlijk met bijna 40%


Gemiddelde jobtime kreeg bij Arbeiders een dip, bij Bedienden een push in 2011

  
12. Verdeling werknemers naar geslacht grote sectoren
- Inhoud - Boven

Primaire sector


Secundaire sector

 
Tertiaire sector


Quartaire sector

Hoe hoger het % vrouwen, hoe zekerder de tewerkstelling...


13. % Aantal werknemers, Plaatsen, Volume op het totaal in 2016 - Inhoud - Boven
    

% Aantal, Plaatsen, Volume op het totaal - 2016
    Aantal Plaatsen Volume
   Totaal 100,0% 100,0% 100,0%
1.  Primaire sector 0,5% 0,5% 0,7%
2.  Secundaire sector 20,1% 19,8% 20,7%
3.  Tertiaire sector 45,9% 46,1% 46,2%
4.  Quartiare sector 33,5% 33,7% 32,3%
         
4.  Quartaire sector - Non-Profit 15,7% 15,7% 13,9%
4.  Quartaire sector - Andere dan Non-Profit 17,8% 18,0% 18,5%
  Totaal - Andere dan Non-Profit 84,3% 84,3% 86,1%


De Tertiaire sector heeft het grootste gewicht in de loontrekkende RSZ-tewerkstelling, voor de Quartiare sector. Maar als deelsector springt de Non-Profit (Gezondheid, Welzijn, Cultuur) er bovenuit (Publieke Non-Profit niet mee verrekend). Duidelijk is ook dat door een beperktere jobtime zij naast 15,7% van het aantal werknemers en Arbeidsplaatsen maar 13,9% van het arbeidsvolume vertegenwoordigen. Onder betere voorwaarden kan dit verder aangeboord worden

14. Wie voor een specifieke sector de grafieken wil opvragen kan de vraag richten naar info@npdata.be - Inhoud - Boven
   
En we staan graag ter beschikking van Raoul Hedebouw, Di Rupo en alle andere partijen, studiediensten of universiteiten om de hier behandelde en alle door npdata.be opgevolgde thema's toe te lichten en er over van gedachten te wisselen over de tabel  Evolutie aantal werknemers, -plaatsen, jobvolume 2006-2016.
 
Jan Hertogen,
socioloog