BuG 254 – Bericht uit het Gewisse – 9 februari 2015
  
BuG 254 on-line                                 Printversie (21p)

"Binnenkort is de helft van de stedelijke bevolking gekleurd
maar dat deel van onze maatschappij wordt hier enkel gedoogd,
 ook al zijn zij én hun ouders hier geboren.
Het voorstel om de
nationaliteit af te kunnen nemen, beschouw ik als een vorm van 
desintegratie
" stelt Rachida Aziz in DM van 07/02/2015. Een  vorm
van degeneratie en revisonisme, geschiedenisvervalsing zeg maar
zoals in deze BuG over migratie ten overvloede aangetoond wordt.

Migratie heeft alle steden doen overleven,
migranten geven samenleving  toekomst  

   
Enkele mythes over migratie ontkracht:

Mythe 1:
Migratie is vooral een antwoord op economische behoeften         
Mythe 2:
Van migratie moet opnieuw een positief verhaal gemaakt worden
                alsof de voorbije migraties (1/4 bevolking) een negatief verhaal was
Mythe 3:
Actieve migratie (studie werk) is OK, passieve migratie niet        
 

  1. Een uit de hand gelopen inleiding

Om direct naar de grafieken over te gaan of de hier verwerkte steden:


   Antwerpen
   Brussel stad
   Mechelen
   Gent
   Vilvoorde
   Turnhout
   Tongeren
   Waregem
   Hasselt
   La Louvière
   Luik
   Charleroi
   Verviers
   Limburg en Genk

Samenvatting: De groei van inwoners met migratieachtergrond hangt af van twee factoren:
  
 - Hoe sterker de ontvolking gebeurt langs stijgende uitwijking, hoe groter de inkomende migratie
 - Hoe sterke de ontvolking gebeurt langs een daling van het natuurlijk saldo, hoe groter de groei van aantal
   inwoners met migratieachtergrond.

De twee factoren samen hebben beide als gevolg dat er woningen vrijkomen hetgeen de aandrijfkracht vormt voor de migratie van mensen op zoek naar een beter leven. Over het algemeen zijn er in de steden 3 decennia nodig geweest om de ontvolking te stoppen en om te keren. De mate van transformatie van autochtoon naar allochtoon in een stad hangt daarbij af van de mate waarin deze factoren samen spelen of elkaar afzwakken.
  
Voor Brussel (Hoofdstedelijk gewest) hebben deze factoren zo gespeeld dat 3/4 van de bevolking in 2015 een migratieachtergrond heeft, in Antwerpen, Luik en Charleroi is dat 1/2 en in Mechelen en Gent 1/3, in Turnhout 20%. Het bewijs van tegendeel wordt geleverd door Tongeren, Waregem en Hasselt. En ook enkele Waalse steden, La Louvière, Luik, Charleroi en Verviers passeren de revue. We overlopen hun evoluties, zoals ook die van de provincie Limburg en Genk en van de vier grote steden in Nederland, want ook daar is migratie aangedreven door de ontvolking van de steden.
 

Het resultaat van deze bevolkingsevoluties evoluties is zoals gezegd het vrijkomen van woningen. Door overlijden komen woningen vrij, geboorten gebeuren binnen een reeds gehuisvest gezin waarbij kinderen pas na 2 à 3 decennia op zoek gaan naar een eigen woonst. Door de stijging van de levensverwachting, die vooral na 1950 voor een constante verlenging van de levensduur zorgde werd de overlijdensdatum voor enkele generaties een aantal jaren verschoven, dwz de ontvolking komt later aan de gang, maar uiteindelijk moet men toch z'n kop leggen, iets dat in meerdere mate na 1970 is beginnen gebeuren. Uiteraard is er ook de 'stadsvlucht': een rustiger oude dag op de buiten bracht herenhuizen vrij, betere levensomstandigheden in randsteden maakte midden en 'lagere' klasse woningen vrij. Het resultaat van al deze factoren waren woningen die om nieuwe bewoners riepen. En de migranten op zoek naar een beter leven, hebben die roep wel degelijk gehoord en er gevolg aan gegeven. Dank zij hen zijn de steden niet verworden tot ruines, zonder sociale of economische activiteit. De inwoners met migratieachtergrond mogen daar wel degelijk een groter zelfvertrouwen en een doorgedreven streven naar grote gelijkheid, gelijkwaardigheid en burgerschap uit putten.

Een overzicht van 2 eeuwen bevolkingsevolutie en projectie

En samen met de projecties van de Studiedienst van de Vlaamse Regering van 2014 tot 2030 komt een bevolkingsboog tot stand voor de Vlaamse gemeenten die 2 eeuwen overspant: 1831-2030, voor de andere gemeenten is het ook wat, de feitelijke evolutie van 1831 tot 2013.

Om direct naar de grafieken over te gaan.

1.1. Superdiversiteit en werk voor iedereen
 
Dat was zowat m'n tussenkomst na de interessante uiteenzetting van Dirk Geldof in Mechelen op 05/02/2015, een oudgediende van het OCMW, socioloog, professor en leermeester in het nieuwe migratiedebat, de Superdiversiteit, die het verleden verbindt met de toekomst. Maar zou je niet wat dieper moeten graven in het verleden en wat verder vooruitkijken in de toekomst, zo vroeg ik hem, adem te kort komend. En voor dat tweede, waar ook Tim Pauwels (en regeringen en wetenschappers aller tijden) in z'n opinie op deredactie van wakker liggen, hoe creëer je banen. Ook hier is het nuttig naar het verleden te kijken om de toekomst te zien. Het is vooral de publieke dienstverlening en de zorgsector die banen gecreëerd heeft en in mindere mate de tertiaire sector. En veel belangrijker dan de banencreatie is de vervanging van 977.995 loontrekkenden en 245.733 zelfstandigen die nu meer dan 50 jaar zijn, en binnen 12 jaar allemaal moeten vervangen worden. De bijkomende banen zijn maar een fractie van de banen die vrijkomen, neem een verhoging van gemiddeld 0,5% tewerkstellingsgroei voor elk van de komende 12 jaar, of 270.000 banen. Dat zijn dan alles samen 1.493.728 jobs die de komende 12 jaar zullen open komen.
 
1.2. Ook de werklozen aan de bak

 
Zaak is dat de 1.478.579 kinderen en jongeren tussen 7 en 18 jaar, die nu in het basis- en secundair onderwijs zitten de komende 12 jaar 4 generaties bachelors en 3 generaties masters zullen leveren, en dat daar een alsmaar groeiend deel met migratieachtergrond toe behoort. Zij zullen alle kwalificaties leveren die nodig zijn, iedereen zal aan de bak komen, samen met enkele 100.000 werklozen omdat er nooit full employement zal zijn voor alle 15-64 jarigen, denk maar aan zwangerschap, ziekte, invaliditeit, handicap, zelf gekozen niet-activiteit enz. Dat is de echte tewerkstellingschok van de komende 12 jaar die, zoals in het verleden, geruisloos zal verlopen, zonder veel blabla. Iedereen zal bediend worden, ook in de ambtenarenjobs, de hoog gekwalificeerde jobs, de uniformberoepen enz, ondermeer ook omdat er niemand anders is en de afgestudeerden met migratieachtergrond en de juiste kwalificaties beschikbaar zijn. En ook het alsmaar groeiend aandeel werk in de zorgsector en de andere publieke dienstverlening zal de komende 12 jaar mee de structurele waarborg op dit full employement geven. Maar wie blind is of beter wetend ziet allicht de evidentie niet meer.
 
1.3. Migratie is antwoord op huizen die roepen om bewoning
 
Maar we gingen het niet over de toekomst hebben, wel over het verleden en de betekenis van de migratie voor het overleven van de steden. In tegenstelling tot wat men gemeenzaam denkt is migratie maar beperkt een antwoord geweest op economische behoeften maar is ze tot volle ontwikkeling gekomen als antwoord op de ontvolking van alle steden in België. Zonder migratie bestond er geen stedelijk weefsel meer in Antwerpen, de Brusselse gemeenten, Gent, Mechelen enz.
 
Door bevolkingsafname komen huizen vrij, die om migranten roepen. Migranten, meestal op zoek naar een beter leven, krijgen zo een dak boven hun hoofd. Niet alleen de verhuis van stadsbewoners naar andere gemeenten, maar het overlijden maakt woningen vrij, ook al is er een positief of gelijkblijvend geboortecijfer. Kinderen worden geboren in gezinnen die reeds onderdak hebben, bij overlijdens komen woningen vrij. ls het natuurlijk saldo negatief dan zal de bevolking sneller dalen en zullen nog meer woningen vrijkomen. Vooral de daling van de bevolking zal de immigratie op gang brengen en doen accelereren.
 
1.4. Niet alleen herbevolking, ook het werk overnemen
 
De immigranten zullen niet alleen een dak boven hun hoofd hebben, door de bevolkingsafname komen er ook jobs vrij op de arbeidsmarkt. Economische behoefte zal maar zelden de eerste of enige aandrijver zijn van migratie. Na wo2 zijn er contracten afgesloten voor de reeds ten dode opgeschreven mijnsector, en de automobielsector heeft nooit moeten weten van migranten.
 
1.5. Migratieakkoorden om te voorzien in de herbevolking van steden
 
De politici in de 50-tiger en 60-ger jaren hebben vooral de migratiecontracten gesloten in het vooruitzicht van de herbevolking van de steden. Oost-Eruopa was niet ontsloten en landen als Spanje, Portugal en Griekenland enz zouden politiek emanciperen en geen migranten meer toeleveren. Dus moesten het Marokkanen en Turken zijn die de voorzienbare bevolkingsafname in de steden moesten compenseren, migratie als herbevolking van de Belgische steden, dat is de werkelijkheid, en niet de mythe van de economische noodzaak, die zowel door de Belgen als de migranten in stand gehouden wordt. Wat was de economische noodzaak van de migratie in Antwerpen en de 19 gemeenten van Brussel, nihil. Migratie enkel om economische noodzaak, een fabeltje dat de huidige beleidsvoerders zichzelf graag willen voorhouden, en waarmee migranten zich ook nog te graag omgeven als argument waarom België hen dankbaar zou moeten zijn. Vanaf het eerste moment van toekomen waren migranten deel van het geheel omdat ze structureel onderdeel waren van de Belgische bevolking.
 
1.6. Pas na 2 à 3 decennia haalt de immigratie de ontvolking in
 
Zaak is dat deze migratiedynamiek bij een ontvolking van een stad 2 tot 3 decennia nodig heeft om de ontvolking te stoppen en om te keren in een bevolkingsstijging. In alle steden waar ontvolking, vooral na 1970, wordt vastgesteld heeft de immigratie 3 decennia nodig gehad om, meestal vanaf 2000 die negatieve bevolkingsevolutie te keren, en dit in alle steden.
 
1.7. Natuurlijk saldo bepaalt mate van transformatie van allochtoon naar allochtoon
 
De mate van immigratie en de omzetting van de bestaande bevolking van autochtoon naar allochtoon, hangt af van het geboortesaldo: is dit sterk negatief dan zal de evolutie naar inwoners met migratieachtergrond meer dan 50% bedragen, zoals in Brussel, hoe minder negatief natuurlijk saldo hoe minder de transformatie van de bevolking naar migratieachtergrond zich zal doorzetten.
 
1.8. Een atypisch voorbeeld: Limburg en Genk.
 
Een van de meest verrassende vaststellingen van het nieuwe gegevensmateriaal (loop van de bevolking vanaf 1907) is dat Limburg bv na WO2 geen positief inwijkingssaldo heeft, dwz dat de In/Uit  in het binnenland en vanuit het buitenland altijd constant geweest is, evenveel vetrekkers als binnenkomers. De bevolkingsevolutie na WO2 in Limburg is uitsluitend het gevolg van het natuurlijk saldo geweest en niet van immigratie. Het grafisch beeld van deze evolutie maakt dit duidelijk:

 

  
Voor bepaalde gemeenten in Limburg is dit wel het geval maar over de gehele provincie gezien niet. In Genk bv start de bevolkingsgroei maar in 1922 na de start van de  de mijnontginning. Zowel binnenlandse verhuis als het buitenland leveren dan de arbeidskrachten. Na WO2 wordt de impact van de migratieakkoorden duidelijk maar na 1950 is er al een feitelijke stabilisatie en is er geen groei meer van de immigratie uit het buitenland en na 1964 zelfs een negatief In/Uitsaldo. In 1966 was er al de sluiting van Zwartberg , dwz en van dan af een continue en aanhoudende uitwijking uit Genk tot 1995 en pas dan een stabilisatie ervan, evenveel uit- als inwijking, die tot nu toe doorgaat. De (fenomenale) groei van de Genkse (en Limburgse bevolkings) bevolking is in hoofdzaak het gevolg van het natuurlijk saldo.
 

  
Toch ook hier vaststellen dat na de eerste wereldoorlog er geen bevolkingsstijging is geweest, en ook na 1945 was er een grotere uitwijking uit Genk dan inwijking uit binnen en buitenland, en de immigratie is niet in staat geweest daar een omslag in te geven. Intussen zijn door deze uitwijking en overlijdens vele huizen vrijgekomen die bewoond konden worden door de nieuwe immigranten. Zonder uitwijking zou allicht de bevolkingsaangroei voldoende geweest zijn om de behoefte aan immigratie te verminderen.
 
Ook na WO2 kwamen 'barakken' vrij, waar in de oorlog de Russische en Poolse krijgsgevangenen moesten verblijven, na de oorlog de Duitse gevangenen en later dus de nieuwe migraties. Ook hier riep de 'huisvesting', nl de barakken om immigratie.
 
1.8. Loop van de bevolking vanaf 1907
  
Voor het basismateriaal om deze (vast)stelling te illustreren gaan we voort op het bestand met  de loop van de bevolking van meer dan 2.784 voorfusiegemeenten vanaf 1907 tot 1987, met natuurlijk saldo en globale in/uit per gemeente (binnenlandse en buitenlandse migratie samen). Zie Loop bevolking 1907-1987 (25 MB). Vooraf voegen we in de grafieken de bevolkingsevolutie toe van 1831 tot 1906 en vervolledigen we de loop van de bevolking vanaf 1989, nu wel met een onderscheid tussen verhuissaldo en migratiesaldo.
 
1.9. Verbanden tussen werkelijkheden/fenomenen:
 
In de 'wetenschappelijke' analyse is het belangrijk onderscheid te maken tussen:
  
1. Het samen voorkomen van 2 fenomenen: Ontvolking van een stad en stijgend migratiesaldo, dwz een werkelijkheid die met een woord benoemd wordt, bv bevolkingsaantal, migratie vanuit het binnen/buitenland, natuurlijk saldo (verschil geboorten en overlijdens), tewerkstelling enz..
2. Het verband tussen een fenomeen en het andere: is er een verband tussen de ontvolking van een stad en een stijgend migratie saldo, en in welke zin gaat dit verband.
3. Tenslotte kan nagegaan worden wat oorzaak is van het andere, is ontvolking het gevolg van een stijgende migratie of wordt de immigratie aangedreven door de ontvolking.
 
In de dynamiek van deze ontvolking en immigratie gebeurt er een 'vervreemding' van de steden, een transformatie van autochtoon naar allochtoon, uitgedrukt in een stijgend aantal inwoners met migratieachtergrond zijnde het totaal vreemdelingen + Belg geworden vreemdelingen + het nageslacht van Belg geworden vreemdelingen samengenomen). In de grafieken wordt naast de groei van migratieachtergrond van 1945 tot 2013 nog het aantal en % moslims aangegeven De lijn van mgratieachtergrond van 1945 tot 1989 wordt getrokken door interpolatie, voor sommige gemeenten vertrekkend van een effectieve telling langs de volkstelling van 1947., voor andere door een vergelijking met het gekende.
 

1.10. Grafieken, uitnodiging tot nadenken
 
Door al deze elementen op een rij te zeggen en in één grafiek te vatten kan men zelf z'n denken aan de gang zetten en zelf op zoek gaan naar samengaan, verbanden, oorzaak van het een voor het andere. Eerder dan hier zelf al vaste conclusies te trekken (we doen het toch om het debat wat pittiger te maken) geven we het unieke en nog nooit gepubliceerde en ook nog niet gekende materiaal vrij. In tabel  Loop bevolking 1907-1987 wordt voor 1907 tot 1987 de loop van de bevolking weergegeven voor de 2.784 voorfusiegemeenten. Wie hiermee aan de slag wilt kan altijd contact leggen omdat voor 120 nafusiegemeenten wel al een samentelling gemaakt is van voorfusie tot fusiegemeenten. Ook is de set van 7 grafieken uitgewerkt voor deze 120 gemeenten.
 
2. Grafieken ter staving van migratie als antwoord op ontvolking.
 
Van de 7 grafieken die per gemeente worden aangemaakt nemen we er  twee: de algemene bevolkingsevolutie 1831-2014 met vanaf 2007 het onderscheid natuurlijk en In/Uit saldo (verhuis als migratiesaldo samen) en een 2de grafiek met de samengetelde (cumul) evolutie na 1945 van de bevolking, natuurlijk en In/Uitsaldo en vanaf 1989 het onderscheid hierbij van verhuis- en migratiesaldo.
 
2.1. Antwerpen - Voor de volledige set grafieken, zie Antwerpen - migratie in 6 grafieken
 
"Mr. Hertogen, je gaat Antwerpen toch eerst behandelen", zo mailde Bart De Wever me toen hij hoorde van Theo Francken waarmee ik bezig was, "ik wil weten hoelang mijn rijk nog gaat duren. Ik had nog schrik dat Kherbache ook kandidaat zou zijn als voorzitter van de Sp.a, dan zou het voor mij vlug bekeken zijn. Maar evenals de PVDA laten zij het potentieel uit de migratie liggen, daar kan ik misschien nog m'n voordeel aan doen", zo besloot Bart aan de Schelde.
 
Na 1967 is in Antwerpen een bevolkingsdaling begonnen die vanaf 1971 stijl bergafwaarts ging. Zelfs met een alsmaar intensiever worden migratie, duurde het tot 2000 toen de bevolkingsomslag is gekomen met 27% met migratieachtergrond. Op 15 jaar tijd is deze quasi verdubbeld in 2015. Zwarte Zondag was in feite maar een fait divers in 1991, een kreet van de blanke Antwerpenaar die wist dat hij verloren had en een doodsreutel slaakte, liever een dode stad dan een bruine, met toen nog maar 16% inwoners met een migratieachtergrond.
 
En Antwerpen is niet het economische centrum geweest dat behoefte had aan buitenlandse arbeidskrachten, dat is niet aan de orde om de migratie en de migratieakkoorden te verklaren. Integendeel, de migratieakkoorden waren een aanvaardbare dekmantel voor de beleidsvoerders om Antwerpen en andere steden van bevolkingsneergang te behoeden. Een vooruitziend beleid in 1964 dat pas in 2000 effect ressorteerde. Het zelfde moment ook waarop even vooruitziende beleidsvoerders, na de collectieve Belgwording in 1985 en 1992, in 2000 de gelijke rechtspositie aanboden aan deze nieuwe immigratie, zodat ook Objectief 479.917 voor 95% werd bereikt. Niet de 'integratie' dus - een te mijden woord volgens Dyab Abou Jahjah, zie DS van 05/02/1015 - maar een volledige rechtsgelijkheid.

   

 
Na WO2 is er in Antwerpen een beperkt effect geweest van de migratieakkoorden, maar deze waren na 1970 niet in staat om de uitstroom uit Antwerpen te compenseren, ook al werd ze gecompenseerd door een toen nog continue stijgend natuurlijk saldo van 1945 tot 1975 met een bevolkingspiek in 1967.

 

 
Pas vanaf 1989 kunnen we het onderscheid maken tussen verhuis en migratiesaldo, maar het is duidelijk dat de neergaande trend in de bevolkingsevolutie na 1960 is begonnen en voortkwam uit binnenlandse uitwijking (verhuis naar andere Belgische gemeenten) met een groter wordend uitwijksaldo dat na 1970 groter werd en in 1974 is geaccelereerd tot aan 2000 (zie paarse lijn na 1989). Het is weliswaar vertraagd door het groeiend migratiesaldo dat we pas na 1989 in beeld kunnen brengen maar dat tussen 1989 en 2000 de binnenlandse verhuis niet heeft kunnen tegenhouden en dus pas na 2000 de curve van het In/Uitwijksaldo heeft doen omslaan.
 
Merk dat in Antwerpen, in tegenstelling tot Brussel het natuurlijk saldo slechts langzaam en beperkt is teruggelopen, zodat de ontvolking bijna uitsluitend voortkomt uit de stijging van de binnenlandse verhuis uit Antwerpen. Vanaf 2006 komt er dan ook een omslag van het natuurlijk saldo (meer geboorten dan overlijdens) dat mee zorgt voor een sterke bevolkingsstijging in combinatie met de immigratie vanaf 2009 die al meteen wordt getemperd in 2012. Niet voor lang echter volgens de Vooruitzichten Vlaamse gemeenten tot 2030 van de studiedienst van de Vlaamse Regering.
 
Projectie Antwerpen tot 2030.
De uitzonderlijke en goed gedocumenteerde gegevens van deze studiedienst, voor elke gemeente in Vlaanderen, laten toe om de bevolkingsprognose haarfijn aan te sluiten bij bovenstaande grafieken. Vanaf 2014 wordt deze evolutie in stippellijn weergegeven.
   

 
De immigratie zou licht verminderen maar is voldoende om de verhuis uit Antwerpen te compenseren zodat de lichtblauwe lijn(In/Uit saldo) horizontaal blijft. De bevolkingswinst komt dan uitsluitend voort uit een weliswaar verminderend natuurlijk saldo. Maar de Antwerpse bevolking zal voor het eerst haar historisch hoogste peil van 1971 bereiken en zal in 2030 584.506 inwoners hebben, dankzij de immigratie, want daarzonder zou Antwerpen verschrompeld zijn tot een stadje van 207.182 inwoners. Dan zal Antwerpen 65% inwoners tellen met migratieachtergrond, tegenover 48% in 2013.
 
2.2. Brussel stad - Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie Brussel-stad - migratie in 6 grafieken
 
Nu Mayeur en Jambon opnieuw 'on speakings terms" zijn willen we Mayeur een hart onder de riem steken met Brussel-stad in the picture te zetten. Hopelijk haalt hij er voldoende politieke moed uit om ook enkele agenten uit Brussel in z'n korps op te nemen.
 
Voor Brussel Hoofdstedelijk Gewest is elke deelgemeente interessant om onder ogen te nemen. De evolutie van Brussel als geheel kan evenwel maar begrepen worden als elk deel apart bekeken wordt. In Brussel stad komt de stedelijke evolutie van deze metropool het best tot uiting.

 

 
Merk de gelijk lopendheid met Antwerpen (of omgekeerd) met voor Brussel een uitwijksaldo dat al van voor WO2 begint, even onderbroken na WO2 en in 1964 om van dan af constant te dalen tot 2000, met enkel een vertraging tussen 1973 en 1987. Maar vooral het dalend natuurlijk saldo speelde Brussel parten, sinds 1907 ingezet en pas in 1990 omgebogen als gevolg van een vroeger op gang gekomen immigratie.
  

 
Het algemene beeld en vaststelling is evenwel duidelijk: bevolkingsdaling die reeds in 1950 begon heeft de immigratie aangezogen. Deze bevolkingsdaling, versnelt in 1970 en duikt de dieperik in tot 1985 om dan nog langzaam verder te gaan om pas te hernemen wanneer het natuurlijk saldo in 2000 voor een kantelmoment zorgt. Het is dan pas dat in Brussel de immigratie de bevolkingsdaling inhaalt. Op dat ogenblik is al 61% van de bevolking in Brussel stad van autochtoon naar allochtoon getransformeerd, om in 2015 85% te bedragen.
 
De evolutie na 1998 laat zien dat de daling en stabilisering van het In/Uitwijksaldo vooral voortkomt uit een negatief verhuissaldo dat maar gedeeltelijk gecompenseerd werd door een positief migratiesaldo. De stijging van het natuurlijk saldo heeft nog een decennium nodig om, samen met een verdergaande immigratie, de bevolkingsdaling in Brussel-stad te stoppen en ze vanaf 2000 om te vormen in een sterk stijgende bevolking met 170.407 inwoners in 2014. Dat staat nog ver af van van de 218.969 inwoners die Brussel in 1907 rijk was. Zonder immigratie was Brussel een ruïne met een inwonersaantal zoals  Vilvoorde, om maar iets te zeggen.
 
2.3. Mechelen -
Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie Mechelen - migratie in 6 grafieken
 
"En wanneer komen wij aan de beurt", hoor ik burgemeester Bart Somers van Mechelen al vragen. Het duurt welgeteld 3 seconden om alle grafieken voor Mechelen te genereren en ze op een speciaal blad beschikbaar te stellen. Hiervan brengen we 2 in beeld:
   

 
Mechelen is een stad waar de beperkte afname van de bevolking vanaf 1969 samenging met een lichte en kortdurende daling van het natuurlijk saldo. Maar ook in deze situatie kwamen vanaf de zestiger jaren huizen leeg te staan in Mechelen, vooral in de omgeving van het oude Franciscanessenklooster en de Dossinkazerne. Joodse kinderen vinden in WO2 al een onderkomen in het klooster en 32 jaar geleden gaven de zusterkes de eerste bal aan de jonge Marokkaantjes die al op het plein kwamen spelen waar nu ROJM gevestigd is. En vanuit deze leegstand is op een beperktere schaal ruimte gekomen voor een immigratie die in 2000 zorgde voor 17% inwoners met migratieachtergrond, aantal dat in 2015 verdubbeld is.
 

 
Ook in Mechelen is na de oorlog een zeker positief migratiesaldo geweest (maximaal 2.000 inwijksaldo in 1969 gerekend vanaf 1945) dat dus slechts een beperkte impact had op het % migranten in Mechelen. De immigratie is vooraal aangeslagen door de vrijkomende woningen na de bevolkingsdaling die eind 60-ger jaren werd ingezet en tot 2000 heeft doorgelopen.
 
Bij gelijk geboortesaldo na 1974 is het uitsluitend het negatieve In/Uitwijksaldo dat voor de bevolkingsdaling zorgt. De evolutie na 1989 maakt duidelijk dat hiervoor vooral het negatieve verhuissaldo verantwoordelijk is. De immigratie heeft die verhuis uit Mechelen pas in 2002 kunnen counteren. Intussen was het natuurlijk saldo al positief geworden vanaf 1990 zodat de bevolking stabiliseerde en er vanaf 2002 sprake wordt van een bevolkingsstijging, ondanks een verhoging van de verhuis uit Mechelen vanaf 2007. In deze verhuis zijn allicht meer en meer oude migranten die andere gemeenten opzoeken en er opnieuw huizen vrijkomen voor immigranten. Dat is een uitgesproken voor bv Sint-Jans-Molenbeek en andere Brusselse gemeenten die nogal eens als 'toegangspoort' voor de immigratie in België beschouwd worden. Brussel is trouwens goed voor 39% van de immigratie die naar België komt. Maar dat is voorwerp van een aparte beschouwing of BuG.
 
Als hier de projecties van de studiedienst van de Vlaamse regering aangebreid worden komt volgend beeld tot stand:
   

 
De bestaande tendensen zetten zich verder door (wiedes omdat het meestal om 'extrapolaties' gaat). Zo zal Mechelen in 2030 voor de helft bestaan uit inwoners met migratieachtergrond. Als de christelijke inwoners van Irak en Syrië (verder) hun weg naar de kerkasielstad Mechelen zullen vinden, zoals de Assyrische Turken en Armeniërs hen voorgedaan hebben, kan dit % allicht nog aangedikt worden.
 
2.4. Gent - Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie Gent - migratie in 6 grafieken
 
Daniël Termont mag, als 2de op de lijst van 'beste burgemeesters' met Gent niet ontbreken in dit eerste overzicht.  Als 2de migratiestad in Vlaanderen wat aantal betreft, zijn het in Gent, oude textielstad en geen opmerkelijke industrieën na 1960, ook de leegkomende huizen die om migranten geroepen hebben, vooral dan uit Turkije en het Turkssprekende deel van Bulgarije, met enkele Roma in hun zog.

 

  
Langs migratieakkoorden is er een zekere maar beperkte aantrek geweest van 12.000 Inkomend saldo, maar dan voor industrieën met beperkte toekomst. In feite waren het akkoorden die de leegstroom en ontvolking van de steden, 10 tot 20 jaar later moesten opvangen. Gent is daar een goed voorbeeld van

 

   
Merk de gelijklopendheid van Mechelen en Gent in de evoluties na 1945, 2de grafiek ook al was de evolutie voor de 2de WO tegengesteld: in Mechelen stabieler In/Uit-saldo (beperkte industriële activiteit voor WO2) en hoger natuurlijk saldo, in Gent, stabiel natuurlijk saldo maar hoger in/Uit-saldo als gevolg van een (toen al tanende) industriële activiteit.
 

Gent na 1907

Mechelen na 1907

  
In zowel Mechelen als Gent daalt de bevolking vanaf eind zestiger jaren en geeft zo de aanzet voor de "echte" immigratie die het uitzicht van Gent zal veranderen. De bevolkingsdaling gaat door tot 2000, zelfs nadat het natuurlijk saldo is gekeerd in 1990. Het natuurlijk saldo zet pas echt door in 2002, mede als gevolg van de immigratie die vanaf 2002 pijlsnel de hoogte ingaat, met een vertraging in 2012.
 
Zien wat de studiedienst van de Vlaamse regering daarvan denkt met haar projectie tot 2030.
  

 
Afnemend migratiesaldo, in evenwicht met de verhuis uit Gent, waarbij dus enkel het natuurlijk saldo voor de bevolkingstoename zorgt, beide evenwel met voldoende impact om tegen 2030 het aantal met migratieachtergrond tot bijna de helft van de Gentse bevolking te stuwen.
 
2.5. Vilvoorde
- Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie  Vilvoorde - migratie in 6 grafieken
 
"Vergeet de Vilvoordse statistiek niet, dan kan ik hem meenemen naar Obama's masterclass over terrorismeaanpak", laat Bonte weten.
 
Vilvoorde is uit diverse oogpunten interessant omdat het een aantal dynamieken bundelt die
de vastgestelde migratiedynamiek bevestigt, dwz ontvolking als aanzuigkracht voor immigratie, maar in een situatie van groeiend natuurlijk saldo én binnenlandse inwijking, dus verhuis naar Vilvoorde, vooral vanuit het Brussels gewest.
 
Dat de bevolking elk decennium met 10.000 zou toegenomen zijn, zoals een 'expert' in Terzake van 06/02/2014 stelde is evenwel een fabeltje. Sinds de bevolkingsstijging in 1991zijn er tot 2000 1.585 inwoners bijgekomen, tussen 2000 en 2010, 3.956 en met de prognoses tot 2030 zijn er dat tussen 2011 en 2020 4.323, dus 10.000 op 3 decennia. Hopelijk zijn de cijfers over Syriëstrijders ook zo overdreven. Van 2021 tot 2030 projecteert de Studiedienst van de Vlaamse regering 5.636 bijkomende inwoners in Vilvoorde. De bevolkingsgroei in Vilvoorde heeft dus een stijgend volume maar is in feite pas nu begonnen.
   

  
Na een gevoelige bevolkingsdaling na 1939, ondermeer met de oorlogsomstandigheden, is er, mede door de migratieovereenkomsten, een bevolkingsstijging geweest tot 1973 met 8.000 eenheden, met ondermeer een aandeel Marokkaanse en Spaanse inwijkelingen. Dat heeft het aantal inwoners met migratieachtergrond gebracht op 9% in 1973.

 

  

De boost evenwel van de migratieaanwezigheid is evenwel gebeurd na 1973, door de ontvolking en de vrijkomende woningen in Vilvoorde. Op 2 decennia tijd is de instroom langs migratie bij een stabiel natuurlijk saldo na 1973 gestegen tot 20% in 1997. En dan is er de opmerkelijke vaststelling dat na 1989 er maar een zeer beperkt immigratiesaldo is maar een hoog verhuissaldo naar Vilvoorde, nl. uit het Brussels gewest. Het geeft een beeld van nogal wat gemeenten uit de 1ste en 2de rand (oa Denderleeuw) rond Brussel.
 
Met een stijgende natuurlijk saldo na 2000 en de afzwakkende verhuis vanuit Brussel is het % inwoners met migratieachtergrond in 2015 in Vilvoorde tot 43% gegroeid en zal het in 2030 wellicht 70% bedragen.
 

Welke tendensen ziet de studiedienst van de Vlaamse regering voor Vilvoorde?

 

 
Hoog hoger hoogst, Vilvoorde groeit tot een stad met 52.465 inwoners in 2030, met opnieuw een aangroei langs buitenlandse immigratie en een constante instroom langs verhuis naar Vilvoorde. Alle drie de bevolkingsdynamieken staan hier dus op positief en dit is het Vlaams gewest uitzonderlijk.
  
5.2. Turnhout - Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie  Turnhout - migratie in 6 grafieken
  
"De Kempen mag niet ontbreken" zegt Eric Vos,  burgemeester van Turnhout "en komt niet af met Lier, want dat behoort niet tot de Kempen". Een stijgend natuurlijk saldo was niet voldoende om na 1970 de uitstroom van de bevolking uit Turnhout te compenseren zodat de bevolking licht dalend werd na 1975 en ook even na 1995. Maar dat was voldoende om een impuls te geven aan immigratanten op zoek naar een beter bestaan, zij vonden onderdak in Turnhout zodat ze in 2000 10% van de bevolking uitmaakten en in 2010 20%.
  

   
Het mechanisme niet uit het oog verliezen dat bij overlijden huizen vrijkomen en bij geboorten het minstens 20 jaar duurt voor de kinderen een eigen woning zoeken. Het is de woningmarkt die de aanzet geeft voor de immigratie en er de thermometer van is.
 
3. Het bewijs van het tegendeel.

 
Steden waar geen bevolkingsdaling was hebben dus geen merkbare migratie aangetrokken, volgens onze stelling, en dat was het geval voor de meeste West-Vlaamse steden, de (Noorder) Kempen en ook Limburg na de 2de WO, behalve enkele mijngemeenten, zoals we hierboven al vastgesteld hebben.
 
3.1. Tongeren - Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie  Tongeren migratie in 6 grafieken
 
Met een tante Mai in Tongeren moesten wij al zeer jong met de bus naar Tongeren vanuit Hasselt. En ik deed de bus stoppen om te gaan plassen, zo weet m'n broer Kris nog altijd sappig te vertellen.
 
Tongeren is interessant omdat het een goed voorbeeld is van Limburg in z'n geheel: bevolkingsstijging uitsluitend als gevolg van het natuurlijk saldo, In/Uit-saldo met een piekje in 1975 vanuit inwijking, onmiddellijk afgeknabbeld door uitwijking laat Tongeren pas vanaf 2002 een lichte stijging zien langs immigratie, maar evenveel langs binnenlandse verhuis naar Tongeren, en wie goed kijkt ziet ook de lichte bevolkingsdaling die aan de immigratie voorafgaat.

 

  
3.2. Waregem -
Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie  Waregem - migratie in 6 grafieken
 
Ettelijke malen van Leuven naar Waregem gereden, waar de liefde Limburgers al niet brengt, maar nooit echt wijs geworden uit een de provincie waar gemiddeld  het meeste tewerkstelling is van loontrekkenden en zelfstandigen, het minst werkloosheid of leefloontrekkers en waar toch het minst verdiend wordt per inwoner?
 
Aan West-Vlaanderen, toch ook een provincie van hardwerkende Vlamingen en een bloeiende economie, is de immigratie verregaand voorbijgegaan. Is het door de ontvolking die er vooral in de 19de eeuw heeft plaatsgevonden en die in de volgende eeuw door een continue hoog natuurlijk saldo werd gecompenseerd - ook al omdat diegenen die vertrokken zijn naar Wallonië bv, niet overleden zijn in West-Vlaanderen, vandaar het hoge natuurlijke saldo, ook al vanaf 1907:
 

 
In Waregem zien we het typische beeld van een volledig stabiel In/Uit saldo tot 1974,  een continue bevolkingsgroei als gevolg van een sterk stijgend natuurlijk saldo en pas recent, als gevolg van een lichte bevolkingsdaling in 2003 het tot stand komen van een beperkte immigratie uit het buitenland, mede als compensatie van een lichte uitstroom uit Waregem naar andere gemeenten. Hieronder loop van de bevolking na 1945:
   

 
3.3 Hasselt - Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie  Hasselt - migratie in 6 grafieken
  

Geboren Hasselaar als 2de in een gezin van acht was ik in 1947 deel van het natuurlijk saldo en de babyboom die zich nu opmaakt om het met de Partij van de Ouderen mee over te nemen als onderdeel van de NLV, de Nieuw Linkse Verzameling, in het spoor van Syriza en Podemos. Als Yasmine Kherbache geen zin meer heeft in de Sp-a, als Zohra Othman nu wel eens in the picture komt en Dyab Abou Jahjah met MvX er zich mee achterzet samen met Philippe van Parijs en Wouter Van Bellingen om maar enkelen te noemen en Raoul Hedebouw de Tsipras van het land wil worden dan kan alles opnieuw beginnen zoals in de Isabellastraat in Hasselt in 1970.
 
Het klassieke beeld van een centrumstad die aan zichzelf genoeg heeft of van landelijke gemeenten die voldoende regeneratiekracht halen uit een positief geboortesaldo en een constant In/Uitsaldo. Pas de laatste jaren hebben Hasselt en deze gemeenten te maken met immigratie vanuit het buitenland of inwoners met migratieachtergrond die vanuit andere gemeenten naar deze gemeenten verhuizen, zoals Denderleeuw, Asse, Ninove, Aalst enz.
  

 
4. Wallonië - Waar ontvolking tussen de 2 wereldoorlogen de migratie pushte
 
In Waalse steden komt een beeld tot stand waar de immigratie als antwoord op ontvolking, ondermeer in de mijngebieden de immigratie aandreef, vooral uit Italië. Daarvoor nemen we, naast de bevolkingsevolutie  best de grafiek met de evolutie vanaf 1907.
 
4.1. La Louvière - Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie  La Louvrière - migratie in 6 grafieken
 

La Louvière is een vrij recente stad die tussen Mons en Charleroi rond industrieën is opgebouwd. Het is voorzienbaar dat ze is ontwikkeld op basis van immigratie maar die, bij ontvolking of met onvoldoende jongere bevolking gezien de oude overleden is of naar het land van afkomst teruggekeerd, de laatste decennia nieuwe immigratie heeft aangezogen.

     

 
De bevolkingsdaling vanaf 1934 met de oorlogsjaren achteraf waren aanleiding tot een herbevolking door Italiaanse gastarbeiders. In 1957 viel de bevolking opnieuw terug hetgeen ruimte maakte voor de Marokkaanse en Turkse gastarbeiders.

 

  

 
Na 1960 liep het In/Uitsaldo constant sterk terug in La Louvière, evenwel gecompenseerd door een sterk stijgend natuurlijk saldo na 1948 tot 1971 om, na stabilisatie vanaf 1992 opnieuw te stijgen, mede als gevolg van de recentere immigraties. Zo bleef de bevolking constant, ondanks de verhuis uit La Louvière. Na 2006 stijgt de bevolking opnieuw tot het niveau van1954. Wallonië vernieuwt door een hoger natuurlijk saldo in de steden.
 
4.2. Luik - Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie  Luik - migratie in 6 grafieken
 
De stad Luik, waar mijn grootvader nog als landbouwer/metser aan de Bon Marché gewerkt heeft, en nog de staking in 1936 mee getrokken, en waar z'n achterkleinzoon daar nu furore maakt als woordvoerder van de PTB (zie De Zondag van 08/02/2015 blad 1 en blad 2), geeft een mooie illustratie van de (vast)stelling dat ontvolking migratie aantrekt, niet alleen de ouders van Raoul Hedebouw die uit Limburg en West-Vlaanderen stammen.
 
De aantrek van immigratie tussen de 2 wereldoorlogen was vrij beperkt, er was ook niet echt sprake van ontvolking. Dat was wel het geval na WO2 waardoor de migratieakkoorden met Italië, Marokko en Turkije soelaas boden en een zekere bevolkingsaangroei teweegbrachten van maximaal 25.000 immigranten. De bevolkingsgroei kwam ook door het natuurlijk saldo dat na 2 à 3 decennia zelf ook procreatief wordt.
    

 
In 1965 begint de bevolkingsafgang in Luik, even onderbroken in 1980 om dan pijlsnel te zakken tot 2004. Duizenden huizen komen vrij, het signaal ook dat tewerkstelling kan geboden worden. Door een slinkend natuurlijk saldo roepen ook de scholen om nieuwe immigratie.
  


        

 
Het detail na 1989 maakt duidelijk dat vooral ook mensen uit Luik wegtrekken naar andere gemeenten, evolutie die pas in 2002 volledig gecompenseerd wordt door de immigratie. In 2000 telde Luik 36% inwoners met migratieachtergrond, in 2015 56%. De evolutie laat voorzien, zoals in andere steden, dat dit % naar 70% zal evolueren in 2030.
  
4.3. Charleroi - Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie  Charleroi - migratie in 6 grafieken
 
Zoals in La Louviëre zien we in Charleroi ook het grafisch migratiehartje tot stand komen tussen 1945 en1987, waar de lijn van het natuurlijk saldo deze van het In/Uit-saldo kruist.
 

 
Ook hier leidt een bevolkingsdaling vanaf 1933 tot de immigratie van Italianen om de bevolkingsdaling te compenseren die vooral voortkomt uit een ineenstuiken van het natuurlijk saldo en WO2. Na 1945 is er opnieuw een bevolkingsdynamiek dank zij het migratieakkoord met Italië en een positief natuurlijk saldo, maar dat duurt niet lang.
 
De migratieakkoorden met Marokko en Turkije brengen niet veel soelaas in Charleroi dat met een stabiel natuurlijk saldo voor een echte leegloop staat die niet door immigratie gekeerd wordt, allicht ook omdat vele industrieën zelf ten dode opgeschreven zijn en Charleroi geen 'historische' industrie heeft. De immigranten kunnen dus de stadsontvolking niet bijbenen ook al zijn ze in 1990 al met 28% en in 2000 (nog maar) met 34%. Pas na 2000 komt de bevolkingsomslag met een stabiel In/Uitsaldo, dus evenveel immigranten als de inwoners van Charleroi die naar andere gemeenten verhuizen. Het natuurlijk saldo blijft stabiel zodat de bevolking ook maar lichtjes stijgt, weliswaar in 2015 met 50% met migratieachtergrond.

 

 

 
4.4. Verviers - Voor een overzicht van de 6 grafieken, zie  Verviers - migratie in 6 grafieken
 
Wie een volledig overzicht en bespreking wil van de set van 7 grafieken kan nog eens terugbladen naar de analyse van Verviers in BuG 253. Zoals gezegd zijn de fiches beschikbaar voor een honderdtal steden. Voor de Vlaamse gemeenten kan de prognose van de studiedienst van de Vlaamse regering aangehaakt worden aan de bestaande grafieken.
 
5. Bijkomende vreemdelingen na WO 2

 
Hoeveel vreemdelingen zijn er in België bijgekomen na WO 2. Een door npdata ontwikkelde methode laat toe het aantal bijkomende vreemdelingen te kennen, all in, dwz zowel deze die langs migratie binnengekomen zijn na aftrek van wie is weggegaan (migratiesaldo), als geboorten bij vreemdelingen die reeds in het land verbleven (natuurlijk saldo van de vreemdelingen, onderscheiden van de Belgen), de erkenning als vluchteling of de regularisaties, en ook de ambtelijke herinschrijvingen na ambtelijke schrapping van vreemdelingen en tenslotte de statistische aanpassingen.

Per decennium samengeteld komt volgend overzicht tot stand:

 

 
Grafiek opgehaald uit de uiteenzetting voor de VRT: http://www.npdata.be/vrt/migratie.ppt (ppt downloaden en opstarten volgens de geëigende methode)
 
Na WO 2 zijn in de eerste 2 decennia 65.659+162.528 = 228.187 vreemdelingen bijkomend ingeschreven in België. Daar zijn de immigranten inbegrepen die als gevolg van migratieakkoorden naar België zijn gekomen. Hoeveel er dat zijn kan hieruit niet afgeleid worden. In de eerstvolgende 10 jaar na 1964, moment van afsluiten van migratieakkoorden met Marokko en Turkije, zijn 306.300 vreemdelingen bijkomend in België ingeschreven. Een deel daarvan als gevolg van de akkoorden, hoeveel is onduidelijk. Na de migratiestop is er een continue instroom geweest van vreemdelingen, vooral in stedelijke gebieden, en zoals we gezien hebben om tot 2003 de ontvolking van de steden tegen te gaan. Tussen 1974 en 2003 zijn er 187.288 + 237.158 + 311.221 = 735.667 bijkomend in België ingeschreven, dat is meer dan tussen 1945 en 1973. Zij waren nodig om een kantelpunt te bewerkstelligen die de continue ontvolking kon stoppen en om te keren in een herbevolking. In de tien volgende jaren, dus tussen 2004 en 2013 zijn er nog eens 683.714 vreemdelingen bijkomend in België ingeschreven om de steden te herbevolken en de toekomst van België in z'n geheel te verzekeren, want het zijn de steden die de motor zijn van een land en van de samenleving. De landelijke gemeenten kunnen zich evenwel al opmaken om hun eigen ontvolking te voorkomen of aan te vullen door de binnenlandse verhuis van de oude migranten of door nieuwe immigraties.
 
6. En in het buitenland ?
  

6.1. Enkele steden in Nederland 1950-2003
 
Zonder commentaar.
   

 
Nederland, nochtans een land dat migranten uit de oud-koloniën meer toeliet dan België, dat een absolute stop heeft ingesteld voor inwoners uit de oud-koloniën, iets waar pas het laatste decennium mondjesmaat een einde aan gekomen is. In Nederland is in de belangrijkste steden de ontvolking gestopt rond 1990 waarbij migranten maar met mondjesmaat werden toegelaten, alhoewel met een zekere versnelling na 2008.
   
Voor een nuttige en verhelderende commentaar zie Nederland CBS.

 
6.2. Amsterdam - 1900-2014 (met interpolaties tot 2000)
  

 
De bevolkingsgap blijft in de grote Nederlandse steden levensgroot gapen tot 2003 en heeft geleid of zal onontkoombaar leiden tot nieuwe immigraties. Zoals in Duitsland trouwens dat voor een grote immigratie staat die minstens 10 miljoen bijkomende migranten zal brengen om Duitsland op het huidige bevolkingsniveau te houden en haar economische activiteit te handhaven. Pegida is zoiets als het Vlaams Blok in 1991, een laatst kreet voor de immigratie pas goed aan de gang zal komen.
 
6.3. De huizen in Zeeuws-Vlaanderen roepen om immigranten
 
Mooi meegenomen zo 'n actueel thema. De luidsprekers van de huizen willen vooral Witte Belgen om een huis te kopen in Zeeuws-Vlaanderen. Tsja, als de 'Belgen' naar Zeeuws-Vlaanderen verhuizen komen de huizen in België vrij en kunnen reeds aanwezige migranten en immigranten uit het buitenland een nieuwe stek vinden, en heeft Nederland geen last van 'die vreemden', want Vlamingen, dat zijn toch 'buren' zoals we nu pas ontdekken. Of hoe culturele- en vastgoedprogramma's elkaar vinden in het afhouden van de 'migrant'.
 

7. De afspraak met de geschiedenis
 
Rachida Aziz moet zich niet ongerust maken, België als migratieland en de Belgische steden zijn de mainstream, daar kan geen achterhaald gebazel over afname van de dubbele nationaliteit wat aan veranderen. Het is maatregel van politici die hun afspraak met de geschiedenis missen en er ook op zullen afgerekend worden.
 
Jan Hertogen, socioloog
www.npdata.be
0487 335 552
         
Wie geen berichten meer wenst te ontvangen kan dit langs een RE melden