Methodologie - Toelichting technische tabel

Welke methode gebruiken om een schatting, aanduiding, berekening te maken van het aantal inwoners van vreemde afkomst in een gemeente, provincie, gewest en het Rijk?

Operationele doelstelling is de factor te bepalen (x-factor) waarmee het % vreemdelingen kan vermenigvuldigd worden om een aanduiding te krijgen van het aantal inwoners van vreemde afkomst.

1. Beschikbaar materiaaal: NIS statistiek van het aantal nationaliteitsveranderingen tussen 1990 en 2003 per nationaliteit. Voor 2004 en 2005 kunnen de cijfers van 2003 als referentie dienen gezien de gelijlopende evolutie.

2. Tussen 1980 en 1989 is het totaal aantal natioliteitsveranderingen gekend, alsmede voor de belangrijkste nationaliteiten de evolutie van het aantal 'vreemdelingen'. Tevens kan aangenomen worden dat de verdeling van het aantal vreemdelingen over de verschillende nationaliteiten op het einde van deze periode (1990) een goede verdeelsleutel oplevert voor de 128.113 nationaliteitsveranderingen in die periode. Het resultaat van deze verdeling stemt overeen met afname van de belangrijkrijkste nationaliteiten tussen 1980 en 1989.

3. Het aantal vreemdelingen op bepaalde datum is gekend - Wij  gaan voort op de NIS- gegevens van 2005 per gemeente en nationaliteit. Ook voor 1990 zijn deze gegevens aanwezig zodat een zelfde berekening kan gemaakt worden voor 15 jaar geleden, of voor elk ander ogenblik tussen 1990 en 2005. Hiermee is ook gezegd dat de x-factor verbonden is aan de gegevens van een bepaald jaar. Wanneer vreemdelingen langs nationaliteitsverandering Belg worden daalt het aantal vreemdelingen en stijgt het aantal Belgen van vreemde afkomst. Bij gezinshereniging, huwelijk of nieuwe migratie zal het aantal vreemdelingen toenemen en onmiddellijk of op termijn tot een neuwe Belgwording van vreemde afkomst leiden.

4. Rest een berekening te maken van het geboorteoverschot (nataliteit - mortaliteit) van de nieuwe Belgen na hun nationaliteitsverandering en hiervan de emigrate (terug naar het buitenmand gaan) af te trekken. Dit probleem wordt op volgende wijze opgelost:

- Uitgangspunt is de 'reproductie' van de groep die van nationaliteit verandert binnen de geobserveerde periode, in dit geval 25 jaar (1980-2005)
- Deze reproductie omvat drie dynamieken: geboorten (en adopties), overlijden en emigratie.
- Als de reproductie 100% is wordt de betreffende groep volledig vervangen na een volledige levensloop die gemiddeld 78 jaar (1) bedraagt. Het aantal geboorten is dan gelijk aan de overlijdens + emigratie.
- Terugbrengen van het reproductie% tot de beschouwde periode langs de formule: (aantal jaren in de beschouwde periode)/gemiddelde levensverwachting = 25/78=32%, verminderd met 2% emigratie tot 30%, voortgaande op een emigratie van 6% in de levensloop van wie van nationaliteit veranderde.
- Voor elke nationaliteit wordt berekend binnen welke periode de verandering van nationaliteit is gebeurd en wordt de formule onder punt 4 toegepast hetgeen leidt tot het % waarmee het aantal nieuwe Belgen van die nationaliteit moet verhoogd worden.

5. Het aantal inwoners van vreemde afkomst (vreemdelingen + nieuwe Belgen+geboorteoverschot-emigratie)wordt dan in verhouding gesteld tot het aantal vreemdelingen om de x-factor te berekenen.

6. Het aantal nieuwe Belgen gedeelt door het aantal van vreemde afkomst levert het % op dat Belg geworden is. Langs de basistabellen per nationaliteit kan men dit zelf voor elke nationaliteit en voor elke gemeente berekenen.

Het samenspel van statische en dynamische informatie laat toe een betrouwbare inschatting te maken van het aantal inwoners van vreemde afkomst tot op gemeentelijk niveau.

Deze verfijning is gelijk voor de totalen maar kan voor sommige gemeenten afwijken van de eerder bekendgemaakte percentages.

Jh - 14/02/06

(1) In de berekeningen is voortgegaan op 75 jaar - 6 juni 2006