Antwoord 2: Update kennis statistiek en 'graad van vooroordeel'  KifKif-forum   Blz 13

 Antwoord 1 (Verhulst)   Misdrijfportaal    BuG 22 - % vreemdelingen en % misdrijven

Heb 35 jaar geleden statistiek/demografie gedoceerd gekregen van Professor Van Mechelen die de helft van de Leuvense universitairen van die generatie onder z'n hoede had aan de KULeuven. Met dit forum kan ik m'n kennis serieus updaten, waarvoor dank.

De titel waarmee deze thread begonnen is door scarabee is fout om begrijpelijke redenen - het gaat niet om het vergelijken van aantallen maar van %ges. Belga-berichten kan je niet rechtzetten en een speciale mailing naar de pers doen om Belga te corrigeren heeft nog minder zin. Op www.npdata.be is de rechtzetting terug te vinden. Het is al verwonderlijk dat Belga van deze 'oefening', een item gemaakt hebben, maar dat is hun verantwoordelijkheid. De mijne is om een oefening te maken die ingaat tegen het spontane aanvoelen, het stigma en de verabsolutering van het verband misdrijf en vreemdeling. Hierbij vertrek ik van het 'samen voorkomen' van twee onderscheiden fenomenen binnen een zelfde locatie die in het 'collectieve geheugen' als onverbrekelijk worden beschouwd. En dat is het verschil met de voorbeelden van ooievaars en geboorten waarvan het de bedoeling zou zijn om op basis van hun % van voorkomen oorzakelijkheden te onderzoeken, terwijl niemand aanneemt dat ze verbonden zijn, evenmin van levensverwachting en roken - dat is fout natuurlijk. Bij de oefening % vreemdelingen en % misdrijven in een omschreven locatie wordt uitgegaan van het verband dat als vooroordeel/stigma als vaststaand beschouwd wordt en waarvan vastgesteld wordt dat, als het al bestaat, omgekeerd samen voorkomt. En dat prikkelt blijkbaar de geest, maar de aangehaalde voorbeelden zijn niet illustratief voor het gestelde.

Statistisch fout zou zijn als wij op basis van % van voorkomen een oorzakelijkheid willen ontkrachten of bewijzen. 'Vreemdelingen' zijn meer aanwezig in misdrijfstatistiek, in voorarrest of in gevangenissen, en waar meer vreemdelingen wonen zijn er meer vastgestelde misdrijven, dat is mijn 'uitgangspunt' (zie aantallen per honderd inwoners, of de referentie naar de raporten Van San). De mate waarin misdrijven zouden voorkomen zou evenwel fors hoger moeten liggen als het (oorzakelijk) verband zo sterk zou zijn als in het hoofd, het beeld, het 'voor'oordeel aanwezig. De vaststelling dat het samen voorkomen van een reeds in het hoofd aanwezig verband vreemdeling en misdrijf niet met mekaar in verhouding staat (zie de verschillen %-ges van de verschillende fenomenen binnen eenzelfde lokaliteit) geeft aan dat er ook naar andere 'oorzaken' dientgezocht dan in het hoofd aanwezig.

In feite hebben wij het dus niet over de graad van misdrijvigheid die anders zou liggen bij autochtonen en allochtonen, maar over de 'graad van vooroordeel', van de veronderstelde en verabsoluteerde koppeling van beide en de stigmatisering van een ganse bevolkingsgroep, en die langs een in verhouding stellen van percentages (de factoren) kan 'gemeten' worden'. Dit is geen 'verband' of bewijs maar een vergelijjking van samen voorkomen die niet meer zegt dan dat.

En kan er nu een statistieker opstaan die eens een constructief voorstel doet hoe je de 'graad van vooroordeel' dan beter kan meten, illustreren of indiceren op een statistisch correcte wijze met de gegevens die op stedelijk, arrondissementeel, gewestelijk niveau op het internet ter beschikking staan? Of over welke gegevens men zou moeten beschikken om deze 'graad van vooroordeel' te 'meten.

Statistiek, wetenschap en sociologie ontkomen niet aan de vraag wat men beoogt, waar men voor staat en voor wie men instrumenten wil/kan aandragen van inzicht, beleid, maatschappelijke en wetgevende actie.

Jan Hertogen, 18-04-06