19/12/2022 - Kan de Ouderenraad de spil zijn van structurele veranderingen bv als denktank voor politieke hervormingen die er toe doen: de verdere commercialisering en 'collectivisering' van de zorg stoppen en terugdraaien naar een zorg zonder winstoogmerk met respect voor individuele behoeften en zeggingskracht? - 19/12/2022

75+, rebels en activist. Wij behoren tot de 68-gers waartegen De Wever nu op kruistocht gaat met zijn imaginair 'woke'fantasme, en om de vernielingen en schade te herstellen die de mei 68-gers volgens hem in de samenleving hebben aangericht. Elk fantasme is goed als het maar angst opbrengt, en stemmen.

Juist omdat ze WO2 hebben meegemaakt zijn de ouderen de generatie die het meest de gevolgen ziet van identitair, nationalistisch rechts en extreem rechts. Zij vormen een talrijke en machtige waakhond voor de democratie, tegen een verdere verrechtsing, liberalisering, collectivisering, commercialisering en destabilisering van de samenleving, de zorg inbegrepen. Zij zijn, met hun ouders, de eerste getuigen geweest van het disaster van de bezetting door een vreemde mogendheid en van de collaboratie, zij hebben de tienduizenden doden beweend die als gevolg van verzet, uitroeiing en bombardementen gevallen zijn, en voor geen nageslacht konden zorgen. Niet alleen het ontbreken van een verwerking van de collaboratie en een erkenning van het verzet, maar ook het demografisch hiaat dat met het verdwijnen van de meest waardevolle mensen is ontstaan, geeft nog altijd de ruimte voor een dreigende verrechtsing tot op het uitvoerende politieke niveau.

Zal het de generatie van de babyboomers zijn, dus de vermaledijde mei-68-gers, die de WZC zullen omvormen tot gemeenschapswonen op kleine schaal en zorg op maat zullen toegeleverd krijgen door mobiele diensten die zowel in de woongemeenschappen zelf als voor elke verplaatsing ter beschikking staan, met aangepast vervoer en met individuele verplaatsingsmiddelen zoals rolstoelen. Waar nu sprake is van 'efficiëntiewinst' om de schaal te vergroten kan de de winstvoet verhogen en de kwalitatieve zorg verminderen (dus efficiëntie voor winst) zou er sprake moeten zijn van efficiëntere nabijheidszorg. Dwz het opzetten van sociale en individuele contexten en ondersteuning die de zorg efficiënter maken en optimaliseren, zoals nu in 31 projecten onderzocht wordt voor demente bejaarden in de thuissituatie. Gedaan dus met de verdere collectivisering van de zorg door die instanties en politieke scherpslijpers die zich in het verleden het meest verzet hebben tegen de 'collectivisering' in socialistische samenlevingen, maar nu met dit model hun greep leggen, nl. de woonzorgcentra, de totale institutie van Durkheim best nog eens ter hand nemen.

De commercialisering van de woonzorgcentra dient op de eerste plaats nagegaan op het niveau van het beheer en de omzetting van overheidsbetoelaging en bijdragen van bewoners in winsten, dwz het afleiden van sociale zekerheids- en belastinggelden naar individueel voordeel en het omzetten van individueel vermogen op een gans leven bijeengespaard, in vermogen voor wie reeds het meeste bezit in roerende en onroerende goederen. Naast het commercieel beheer moet men ook kijken naar de 'sluipende' commercialisering door het uitgeven van betoelaagde dienstverlening voor keuken en poets aan derden, aan de 'markt'. Ook naar de 'zelfstandige' paramedici en medici die van de overheidsbetoelaging gebruik maken om individueel of in commerciële beheersstructuren zorgbudgetten in winsten om te zetten. Maar het gaat verder. Cruciaal voor de levenskwaliteit is de mobiliteit, zowel wat vervoer betreft van opstap- naar afstapplaats, als de individuele mobiliteit met performante rolstoelen, en de toegankelijkheid van de samenleving. Ook naar de toegang tot parkeerkaarten, vanaf het begin van de mobiliteitsbeperking, en niet pas als men volledig immobiel geworden is en het sociale leven al gebroken is. De huidige regeling van de Diensten aangepast vervoer illustreert de omzetting van overheidsbudget naar commerciële taxibedrijven zonder tariefzekerheid en een onderfinanciering, in tegenstelling tot De Lijn waar 80% overheidsbetoelaging is dit voor het gehandicaptenvervoer maar 60%. Ook zorgen de restrictieve regeling voor de toekenning van rolstoelen, een volledig onaangepaste wetgeving en de overijverige toekenningsartsen van de mutualiteiten voor het quasi volledig verdwijnen van de rolstoelen uit het straatbeeld. Ook hier is de terugbetaling nog altijd op maat gesneden van de 'goedkoopste' producenten. Dit zijn allemaal vormen van commercialisering die het leven van bewoners van woonzorgcentra inperken.

In 2014 publiceerde npdata.be al een evolutieoverzicht van het beheer van bejaardenhomes/WZC vanaf 1996, zie http://www.npdata.be/BuG/213-Bejaardenhomes/. Allemaal goed en wel zei de toenmalige directeur van OKRA, maar je telt de VZW's er niet bij. Zodus werden op basis van de gegevens van het agentschap ouderenzorg sindsdien de opdeling VZW-profit en VZW-non-profit gemaakt. Onze zoektocht naar de onderzoeker van het toenmalige VVI, nu Zorgnet-Icuro die jaarlijks de stand van de clusters en netwerken opmaakt leidde enkele jaren geleden tot het contact met Paul Derhaeg. De jaarlijkse overzichten voor het Vlaams gewest werden aangevuld met het Brussels en het Waals gewest, waar de commercialisering de woonzorgcentra al verder had ingepalmd. Voor het Vlaams gewest heeft Paul Derhaeg de analyse van de commerciële netwerken aangevuld met een accurate en dynamische evolutie van de netwerken in de publieke en vooral ook van de VZW-non-profit, die verregaand de emanatie zijn van het door modern management  overgedragen vermogen van de ordes in de katholieke kerk.

Dient gehandicapten- en ouderenzorg niet (verder) gesynchroniseerd te worden, dwz niet meer op leeftijd afgebakend, nog een erfenis van het oude Rijksfonds voor Sociale Reclassering voortgaande op de 'arbeidsmogelijkheden', maar afgebakend op basis van gelijklopende behoeften aan aangepast vervoer, individuele mobiliteit, mobiele dienstverlening bij verplaatsingen en activiteit op verplaatsing, aangepaste woonvormen, individueel en gemeenschappelijk, een toegankelijke leefomgeving enz. Enkel de thuiszorg is synchroon maar in tijd in dag en WE dat men beschikbaar is en aard van de diensten beperkt. Dient niet meer ingezet op het aanbod en de samenwerking dan op het individualiseren van budgetten, zoals beslist in het decreet van 2000, om zo de private aanbieders te interesseren, wat met de persoonsvolgende budgetten niet is gelukt. Gaat de betoelaging verder gefractioneerd worden in budgetten in de hoop dat 'de markt' het goedkoopste en beste aanbod zal creëren. Wie maakt dan wie wat wijs?

De gehandicaptenzorg en ouderenzorg hebben elkaar veel te bieden. In de gehandicaptenzorg zijn de zelfstandig woonprojecten een unieke realisatie van Mevr. Steyaert indertijd, die ook voor het gemeenschapswonen op individuele basis ruime perspectieven biedt. Kan er een verdere integratie zijn, met grotere behoeftendekkende  overheids- en sociale zekerheid tussenkomsten, waarbij zowel de woonzorgeenheden kleiner worden en de wachtlijsten in de gehandicapten een einde zullen kennen.  Wie durft en kan hier voldoende politieke druk ontwikkelen om op het vlak van de uitvoerende macht in het Vlaams gewest de bakens te verzetten? De dienstenchequessaga, met momenteel 170.000 professioneel kuispersoneel, terwijl het initieel een project was van 25.000 werknemers  in 2003, leert dat voor individuele kuis bij de gezinnen geen budgettaire beperkingen gelden. Maar op dringende zorgbehoeften wordt wel de budgettaire klem gelegd, en de overheidsbetoelaging gedraineerd naar winsten.

Weten is meten, maar wie meet er mbt de ouderen en wat wordt gemeten, en door wie. En kan de Ouderenraad hier betekenisvol zijn?

1. Analyseren van rekeningen en balansen (inbegrepen sociale balansen) van de WZC op basis van de gegevens jaarlijks verzameld door de Nationale bank, gezien ze alle balansplichtig zijn.

2. Analyseren van het sociaal fonds voor bestaanszekerheid van de bejaardenzorg, WZC inbegrepen met ondermeer de aanwending va de sociale maribel en de taxshift die ook onder vorm van een bijkomende sociale maribel wordt toegekend in de non-profit-sectoren en die in tegenstelling tot in de profit, volledig in tewerkstelling wordt omgezet. Deze omzetting dient geventileerd in de WZC volgens profit en non-profit WZC.

3. Opvolging van de sterftecijfers in WZC overeenkomstig pandemieën, werkomstandigheden, omkadering en beheersstatuut

4. Opvolging, zoals in dit bericht, van de evolutie van beheersstatuten met ventilatie van de VZW's en publiek initiatief naar profit en non-profit

5. Analyseren van managements- en personeelsorganisatie met aandacht voor de efficiëntiewinst in een down-top model, met winst voor de ouderen, en een top-down model met winst voor de aandeelhouders en initiatiefnemers.

Dit houdt volgende principes in:

- just in job kwalificatie op elk uitvoerend niveau
- jobomschrijving vanaf het onderliggende naar het bovenliggende niveau en niet top-down
- toekennen van maximale autonomie in de jobuitvoering op elk niveau
- verantwoordelijken doen minstens de helft van het werk waarvoor ze verantwoordelijk zijn
- elkeen die gevolgen van een beslissing ondergaat moet hoofdelijk kunnen meebeslissen

In de zorg is de down-top werkverdeling

- Logistiek assistent in de zorgomgeving
- Polyvalent medewerker in de zorgomgeving
- Verzorgende
- Zorgkundige
- Verpleegkundige HBO5 (A2)
- Verpleegkundige bachelor (A1)

Achtergrond: de zorgkundige mag volgens de wet enkel zorg verlenen onder verantwoordelijkheid van een verpleegkundige. De zorgkundige is opgezet als 'vervanging' van de verpleegkundige A2, de HBO5. Voor Verpleegkundige A2, HBO5, staat een decreet in de steiger om de toegang tot de titel van verpleegkundige te ontnemen, de natte droom van de beroepsorganisaties van de Belgische bachelor-verpleegkundigen die dit al twee decennia najagen en waarvoor dus de eindmeet in zicht is. 42% van de verpleegkundige zijn HBO5. Deze liquidatieslag zal tot de volledige ineenstorting van de zorg leiden en tot een volledig opdrogen van de instroom naar het verpleegkundig beroep. De Verpleegkundige A1, de bachelorverpleegkundige wordt dus de enige echte, die, omwille van haar onderschikking aan de geneesheren, de volledige controle wil over elk onderliggend zorgniveau, wat zal leiden tot de verdere ontmanteling van de autonomie van verzorgenden, de polyvalente en logistieke assistentie in de zorg.

6. Verzekeren van de toegang tot de zorgberoepen vanaf het basiszorgniveau, nl de logistiek assistent in de ziekenhuizen en andere zorgomgevingen, zoals ingesteld door minister Colla in 2000 als eerste toepassing van de sociale maribel. Momenteel zijn 4.700 polyvalente medewerkers in de zorg, opgeleid in de technische scholen (regulier onderwijs) en de VDAB volledig uitkeringsgerechtigd werkloos, omdat geen kader voorzien is om hen  tewerk te stellen of in financiering te voorzien. Het is maar de kwestie om deze functie te integreren in de aanwendingscriteria van de sociale maribel, die haar middelen aanzienlijk heeft zien vergroten door de taxshift en die de administratieve ervaring heeft in de fondsen voor bestaanszekerheid om dit toe te passen, zoals voor de eerste sociale maribel (Colla, om de verpleegkundige taken te verlichten en het comfort van de patiënt te verhogen) het geval was.

Voor een eerste ronde kunnen voor deze ad-hoc werkgroep aangezocht worden voor een eerste digitale bespreking met oa volgende experten, oud maar niet versleten:

- Jozef Pacolet, nog altijd Europese topspecialist wat bejaardenzorg betreft
- Walter Cornelis, oud LBC-NVK, nu ACV-Puls non--profit met de loonharmonisatie WZC naar ziekenhuisbarema's, integratie DAC, eindeloopbaanregeling 12/24/36 bijkomende verlofdagen op 45/50/5 jaar,  13de maand, bijkomend pensioen in de non-profitsectoren gezondheid, welzijn en cultuur, project 600 met halftijdse vrijstelling om verpleegkundige worden, brugproject verpleegkundige HBO5 naar Bachelorniveau.
- Ignace Leus, CM-signatuur, oud kabinetschef en nog altijd activist voor de bejaardenzaak (zie Gids op Maatschappellijk gebied)
- Tarsi Windey, oud verantwoordelijke VVI, nu Zorgnet-Icuro, voor de bejaardenzorg, onderhandelaar namens de werkgevers voor de baremieke gelijkstelling van de bejaardenhomes/WZC met de ziekenhuizen.
- Pierre Jossart, oud verantwoordelijk voor VVI, nu Zorgnet-Icuro, ziekenhuizen, zorg en welzijn, bedenker en doorzetter van de sociale maribel en opzetten van VESOFO/Fe-bi als structuur die nu met tientallen Fondsen voor Bestaanszekerheid en honderden werknemers zorg voor de werkzekerheid, vorming, tewerkstellingsmaatregelen aan een administratieve kostprijs (beheerskost) die nog geen 1% bedraagt van het dotaties en aan te wenden budget, dit in tegenstelling tot 'profit' beheer waar minstens 15% (het vijftienvoudige) wordt aangewend om zogezegd z'n taken administratief te kunnen uitvoeren, zie bv het beheer van pensioenfondsen. Voor vakbonden en mutualiteiten blijven deze beheerskosten, die voor hen tussen 2 en 3% liggen, binnen de perken, maar voor de aanwending en omzetting van de budgetten voor bijkomende en vast te stellen tewerkstelling ligt de administratieve kost uitzonderlijk laag. Niet zo voor het miljardenbudget voor de dienstenscheques, waar ook de profit-sectoren hun claim opgelegd hebben en waar 20% als 'winst' wordt afgeroomd, blijkens de laatste beschikbare onderzoeken. Ook hier dient gesaneerd en het winstmotief uitgesloten omwille van de betoelaging door de sociale zekerheid. Wie brengt dat trouwens allemaal eens in rekening, ook wat gegadigden betreft?
- Paul Derhaeg, oud medewerker IDEWE, onderzoeker en publicist van een jaarlijks rapport over Netwerken in de Residentiële Ouderenzorg in België, Vlaanderen - Wallonië - Brussel Hoofdstedelijk Gewest, Inventaris en beschrijving van Groepen & Clusters in de 'Private-VZW', in de 'privaatcommerciële' en in de 'publieke' sector van de residentiële ouderenzorg in België, Paul Derhaeg, Antwerpen, juni 2022.

7. Opbouw van een socio-statistiek zoals nu ook de bio-statistiek bestaat aan de UHasselt olv prof. Molenberghs, zodat alle relevante data mbt arbeid, demografie, gezin en leeftijd systematisch verzameld worden en ter beschikking komen voor de veldwerkers, belangenverdedigers en het beleid. De opbouw van een departement socio-statistiek op universitair niveau kan inpikken op de structuur DSI van de UHasselt, en de digitale dataverzameling war recent de adjunct-kabinetschef van Jan Jambon, is benoemd.

Goed om weten is dat momenteel 15% van alle door Vlaanderen gefinancierd onderzoek de Gedrags- en maatschappelijke wetenschappen betreft. Een verdere ventilatie van die 15% geeft aan dat slechts   x% voor sociologie, y% voor psychologie en pedagogie en z% voor criminologie wordt toegekend terwijl minstens 25% van de tewerkstelling, maatschappelijke productie en toegevoegde waarde, door de non-profitsectoren wordt gecreëerd.Maar in het onderzoeksveld en de toewijzing van kredieten is daar amper iets van te merken. Ook voor de in- en uitvoer van varkens en de economische betekenis en draaglast van hun mest wordt meer geïnvesteerd dan in de opvang en van vluchtelingen en hun welbevinden in de samenleving. Voor wanneer evenveel aandacht voor vluchtelingen als voor de varkenssector?

8. Andere gegevensbronnen kunnen aangeboord, zoals de lijsten in voorbereiding van de sociale verkiezingen die een (in)zicht geven in het aantal werknemers en de VTE per onderneming, en na de uitslagen, de resultaten van de samenstelling van de syndicale delegaties, de comités voor veiligheid en gezondheid en de ondernemingsraad.

9. Aantrek en aantallen zorgstudenten, verpleegkundigen en de verschillende zorgberoepen en polyvalente medewerkers op secundiar niveau.

10
. Aan te vullen...

-
22/12/2022 - Onderzoek in Woonzorgcentra door door de FLANH (Flanders Nursing Home):: "De laatste tijd zien we veel boeiende onderzoeken in de woonzorgcentra. Er is duidelijk een grote nood aan meer gegevens over de residentiële ouderenzorg. Ook het Flanders Nursing Home (FLANH) project is zo’n grootschalig onderzoek in de Vlaamse woonzorgcentra. Het doel van FLANH is om de relaties tussen personeelsinzet, werkomgeving, zorg en ondersteuning en het welzijn van bewoners én medewerkers in de woonzorgcentra te onderzoeken. Je kan je woonzorgcentrum nu registreren om deel te nemen. Doel van het onderzoek: FLANH is het eerste onderzoek dat de impact van bestaffing- en werkomgeving op bewoners én medewerkers nagaat. Om adviezen te formuleren aan beleidsmakers, zien de onderzoekers de resultaten als een ‘missing link’." zo staat te lezen op de website van de Vlaamse ouderenraad, die iedereen, ook bewoners en personeel, oproept om zich in te schrijven voor deelname aan het onderzoek.

Verdere info over het onderzoek is te lezen op de site van de FLANH: https://www.flanh.be/ waarbij ook de info over de onderzoek equipe wordt gegeven, zie Team. Gezien de personeelsinzet oa in de focus staat (inzet (engagement) van personeel of  omkadering?) kan/dient nagegaan of deze belangrijke actor in de zorg ook in de onderzoeksomkadering terug te vinden is. Niet het HIVA - structureel samenwerkingsverband werknemersbeweging en de universiteit KULeuven - met jarenlange expertise over bejaardenzorg en specifiek ook over de WZC, met a emeritus Jozef Pacolet die de Belgische onderzoekservaring nu exclusief op Europees niveau valoriseert, maar enkel LUCAS - structureel samenwerkingsverband werkgevers  in de zorgsector (oa directie Vlaamse Welzijnszorg) en de universiteit, KULeuven - die in de onderzoek equipe figureren. Zowel het HIVA als LUCAS werden indertijd (mee) opgezet door professor Ward Leemans.

Daarbij is de grote afwezige in de stakeholdergroep de vakbonden uit de zorgsector, enkel VVSG en Zorgnet-Icuro zijn er terug te vinden als werkgever in de sociale partners. Hoe kan te gronde beleidsgericht onderzoek gebeuren waarbij de zorgverleners en personeel niet alsdusdanig tot de 'stakeholders' behoren, of in de rubriek "samenwerking" terug te vinden zijn.

Ook niet het Fonds voor bestaanszekerheid van de Ouderenzorg, beheerd door zowel werkgevers als werknemersafvaardigingen,  dat in het verleden mede heeft ingestaan voor diepgravend onderzoek in oa de bejaardenzorg (Vraag en aanbod naar de toekomst en herhaalonderzoek) maar vooral ook het onderzoek "Tijd voor Zorg", een vergelijkend onderzoek met 24/24h tijds registratie van de zorginhoud, functie en kwalificatie in zowel de leef/zorg-eenheid in de gehandicaptenzorg, de bejaardenhomes (WZC) als de ziekenhuizen en dit in een samenwerkingsverband van vier universiteiten (oa het KUL/HIVA,  ULB en ULiège olv de VUB die ingestaan heeft voor de rapportering en publicatie die aan een 2de druk is toegekomen, toch een zeldzaamheid in de wetenschappelijke rapporten. Dit onderzoeksrapport is nog integraal, in het Nederlands en Frans terug te vinden langs:
- Nederlands:  http://npdoc.be/Mendonck-Meulemans/Tijd-voor-zorg.pdf
- Frans: http://npdoc.be/Mendonck-Meulemans/Le-temps-des-soins.pdf

Misschien kan in het kader van het FLANH onderzoek een update gebeuren van enkele van de onderzoeksvragen Tijd voor Zorg. Deze kunnen nog opgevraagd worden in het HIVA. Misschien kan ook de vraag gesteld aan het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Ouderenzorg om mede deze verruiming van de onderzoeksopzet te financieren of het mogelijk te maken  een update van dit onderzoek naar 24h zorgregistratie in de zorgeenheid te actualiseren en up te daten, samen met het Sociaal Fonds voor de Ziekenhuizen en de Gehandicaptenzorg. Of misschien kan de Vlaamse Ouderenraad hiertoe het initiatief nemen?

- 22/12/2022 - LUCAS is in 2009 van statuut veranderd, met dank aan  Prof. Dr. Anja Declercq, LUCAS, Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin KU Leuven, www.kuleuven.be/lucas, Centre for Sociological Research, Faculty of Social Sciences voor de correctie en verduidelijking:

"LUCAS is inderdaad ooit gesticht als een samenwerkingsverband tussen KU Leuven en Caritas Catholica, door onder andere Ward Leemans. Dat samenwerkingsverband is echter al in 2009 stopgezet. Wij zijn zeer bewust een onafhankelijk onderzoeksinstituut, waar ook het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is gehuisvest en waar met zeer veel collega’s (onder wie ook Jef Pacolet en anderen van het HIVA) en stakeholders wordt samengewerkt."

Jan Hertogen, socioloog